Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 65
02 Oct 2011, 20:00
foto
President Desi Bouterse tijdens de jaarrede donderdag in De Nationale Assemblee.


“So, dat was Basis z’n tweede State of the Union.”
“Wasser deze keer weer wide-screen op ’t Plein?”
“We zullen..., we gaan..., we willen..., we moeten..., we zouden...”
“Altijd negatief. Jullie brilleman met krakende ‘Jaaah’, sprak na 10 jaren nog zo.”
“Die van jullie zegt dit na een jaar al.”
“Nou, onze dede-oso’s, singi-neties en beeries van kopstukken zijn veel beter bezocht dan bij jullie.”
“Het is vakantie, daarom.”
“Z.Z.A.”
“Wat heb je nu weer bedacht?”
“Zeer Zwak Argument.”
“Maar tenminste heeft Baas de knoop kunnen doorhakken: Surinamers in diaspora hoeven geen visum meer aan te vragen als ze hierheen komen; op Zanderij kopen ze snel eentje.”
“Eerste correctie Jules: in Suriname geboren rijksgenoten die na de onafhankelijkheid Nederlanders bleven.”
“Of in ieder geval verkozen om geen Surinamers te worden.”
“Mang, eenmaal Srananmang, altijd Srananmang.”
“Ach, kom je weer met dat emotionele ‘pe mi koembatee beri’-verhaal opzetten?”
“Joe dati no bin abi koembatee, zeker.”
“Hij had boeba-tee en groene thee.”
“Ik vraag me af wat voor tastbare voordelen wij die zo gek waren op 25 november 1975 hier te blijven en ons Nederlanderschap kwijt te raken, sinds toen hebben mogen krijgen van onze achtereenvolgende regeringen.”
“Een eigen nationaliteit.”
“Een eigen vlag.”
“Een eigen gezicht in de wereld.”
“Baas in eigen huis.”
“Ik vroeg naar tastbare voordelen, niet naar symbolische en emotionele voordelen. Die brengen Moesje niet naar Parijs!”
“Jij verraadt je afkomst niet; je zoekt alleen maar naar materiële voordelen.”
“Ik hou van mijn land als mijn land ook van mij houdt, if a kondre e loekoe mi ook toe.”
“Ja, daar ben ik mee eens, maar die onafhankelijkheid is meer in het voordeel van bepaalde politieke clubjes geweest, tot vandaag de dag.”
“Da wat voor voordeel wil je dan? Geen visum naar Nederland, bijvoorbeeld?”
“Ach nee, dat hoeft niet eens, toch w’e go. En, dat is niet iets waar onze regering over beslist.”
“Het enige voordeel dat ik als Surinamer heb, is dat ik bij binnenkomst niet in de rij voor vreemdelingen hoef te staan. Klaar, punt uit. De rest n’a soso nadeel nanga beperkinge mi ondervinde foe a srefidensie.”
“Gunst mang, da ga je toch snel weg. Lieb djaso dan!”
“Dat is niet de oplossing, want in wezen heeft hij gelijk.”
“Da laat hem een paar van die nadelen noemen. Altijd is hij zo anti-nationalistisch, zo negatief.”
“En sinds deze regering aan de macht is, heb jij opeens geen kritiek meer op het beleid.”
“Eerst was hij ‘nee’ en ‘tegen’, nu is hij ‘ja’ en ‘amen.”
“Mo baks’ie dalijk.”
”Met je mond misschien, want met die beverige vingers van je kan je nauwelijks je glas vasthouden.”
“Ie wan sjie m’e baks’ie nanga ding beverige vingers? Tak ‘njèh!”
“Ober, ijs, ijs, ze gaan weer Asemlee hier spelen..., nee, geen ice cream, mang! Hoe lang werk je al hier? O, je bent vakantiedjopper, gunst, hoewel, hier ga je wijsheden horen, mi boi.”
“Deze had ik lang niet gehoord: tak ‘njèh!”
“Het was echt een rage onder ons toen.”
“Da als ik ‘njèh!’ zeg, dan doe je dat ding.”
“Waar kwam dit idiote ding in Gunstnaam vandaan?”
“Volgens mij is het Russisch: njet.”
“Dan zou je juist moeten zeggen: tak ‘Da!’ en geen Njet.”
“Je wilde nadelen van die srefidensi horen, toch? Wel, zowat overal waar je op reis wil gaan, heb je visum nodig, dan avondklok kong, dan fong-fong fadong, dan koers tik stree-long, dan lange rijen mik oen sdong, dan smokkel nanga drugshossel kong...”
“Maar je vergeet die mooie natuur, die vriendelijke mensen, dat lekkere klimaat.”
“Die waren vóór de onafhankelijkheid ook beter, loekoe ding san dies now!”
“Zeur niet; bid en werk.”
“Ja, net als dat comité Begi en Wroko.”
“Nu hebben we comité Teki en Broko.”
“Waar slaat dat nou op? Op de vorige regering of op de huidige oppositie zeker?”
“Maar ‘diaspora’ wil zeggen dat mensen van geloof A verstrooid, verspreid wonen tussen mensen van geloof B.”
“Diaspora sloeg meer op de Joden die Palestina massaal verlieten en tussen Russen, Polen, Duitsers, Hollanders, Fransen, Portugezen, Spanjaarden en zo gingen wonen.”
“Da wie moeten we verstaan onder die groep van Bouta?”
“Is geen groep van Bouta, zijn Surinamers in den vreemde.”
“Zij wonen verspreid tussen andersdenkenden. Of zijn ze aardig net zo gaan denken en doen?”
“En moet niet eerst geregistreerd worden wie daaronder vallen?”
“Dalijk krijgen ze ook eerder dan ons bouwkavels, vergunningen, posities, want ze hebben euro’s.”
“Wij hebben fleuro’s en geuro’s.”
“Als die diaspora-Surinamers hier terugkomen, dan zullen ze juist verspreid tussen andersdenkenden gaan wonen.”
“Wat voor alcoholische nonsens kraai je nu weer uit, het zijn toch Srananmangs, onze vroegere landgenoten?”
“Ze denken dat wij hier nog steeds zo denken, doen en laten als in de vorige eeuw toen ze als jongelingen dit land verlieten voor een betere toekomst.”
“En wij die hier bleven voor een slechtere afkomst.”
“Dat is alcoholische nonsens.”
“Maar ik begrijp je nog steeds niet, dat ze juist hier terug, in diaspora gaan leven.”
“Eentje, een vrouw, zei het zo mooi via een opbelprogramma of via een sms naar de radio. Ze was hier met vakantie.”
“Die had zeker weer kritiek op alles van ons.”
“Ja, zoiets. Ze vroeg zich af waarom de Sjurinamerrs van hierr zaoww tegen die uit Nederland zijn. Ze willen wel die euro’s ‘van ons’, maar willen niet luisteren naar onze kritiek.”
“Maar ze heeft grotendeels gelijk.”
“Daarom die vrijage met die Surinamers in diaspora: men aast op hun dollars en euro’s, die moeten ze hier komen beleggen of storten.”
“Net zoals toen met NV Roep en Johwin.”
“No kaar ding ning datie, want mi las wan mooi monie drape.”
“Dan moet onze overheid toestaan dat Nederlandse Surinamers, ik noem ze gemakshalve Nedsurs, vrijelijk hun euro’s hier kunnen beleggen, we’ll not ask too many questions.”
“Dat gebeurt al jaren, jij alleen weet het niet.”
“Dan ga je witwaspraktijken krijgen.”
“Dat is toch een westerse uitvinding? Zie de Zwitserse banken en die van o.a. de Kaaimaneilanden, de Bahama’s, de ex-Nederlandse Antillen, Luxemburg, Monaco enzo. Maar wij mogen het niet doen, zij wel.”
“En wat voor voordelen vraag je als trouwe Surinamer met jouw trotse Caricompaspoort dat men zelfs op de luchthaven in Trinidad, nu met de avondklok, niet kent, van je president?”
“Een retourticket Miami na vijf jaar trouwe dienst.”
“Een bouwkavel van 450 vierkante meter na 10 jaar trouwe overheidsdienst.”
“Een zachte lening met die grond als onderpand om te bouwen na 12 ½ jaar trouwe dienst.”
“Vrij vracht via de SLM tot 45 kilo per persoon, nu ook op de Schiphol-route.”
“Afschaffing van de loonbelasting voor degenen boven de 45 jaar.”
“De staat betaalt de stroom- en waterrekening voor gepensioneerden tot een bepaald bedrag.”
“Tjeezis mang, jij bent geen minister ‘Zuster-geld’, maar minister ‘Ander-geld.”
“Dat is een zeevis, als ik me niet vergis.”
“Misschien staat dit in die begroting die Baas bij DNA heeft ingediend.”
“Maar die tot nader order angstvallig geheim moet worden gehouden.”
“Azzizkoemar heeft gelijk, waarom mogen DNA-leden geen inzage krijgen?”
“Het was onkies om vooraf, vóór de speech van Basic One, de begroting in handen te hebben.”
“Okay, dat is terecht, maar na de toespraak dan? Waarom moet de begroting dan nog geheim blijven?”
“Da nu ga je kwade vermoedens krijgen.”
“A stuk no af, m’e taj’ghie. Nu pas wordt het afgemaakt en vooral gecorrigeerd en op lijn gebracht. Dan snel tante Jen e kies wan final en die mag verdeeld worden.”
“Sang, jij weet veel, je bent zeker van de Geheime Dienst.”
“Nee, hij is van de Geheimzinnige Dienst.”
“Hé Ron, ga dat gestolen 2000 kilo bronzen beeld van Alonso de Ojeda teruggeven, zeg dat je het voor je deur gevonden hebt, dan j’è bakka 5000 euro.”
“Zeg zomaar dingen, van waar haal ik die 20 man om dat gevaarte op te tillen en die twee ton truck om het te vervoeren?”
“Ik zou Alonso over water hebben vervoerd na eerst met een boothijskraan te hebben opgetakeld.”
“Ik vraag me nog steeds af waarom men die opkoop van koper niet terstond kan verbieden. We hebben er alleen maar nadeel van. Laat men liever starten met de opkoop van legen petflessen, daar hebben we alleen voordeel aan.”
“Sommige dingen in dit land zal ik nooit begrijpen.”
“Zoals dat gehaal en getrek om meelbelangen.”
“Zoals een beslag genomen lijk dat blijkt te zijn verdwenen.”
“A snesi opo gwe.”
“En een hoofd-beveiliger van een winkel die zegt: ‘ik had een sjoe-sjoe gehoord dat ze de winkel zouden beroven, maar ik had niet gedacht dat het zo professioneel toe zou gaan.”
“Als buitenstaander zou ik dan weten wie ik als eerst flink aan de tand zou voelen.”
“Als ze jouw adem zouden ruiken, zouden ze meteen alles bekennen.”
“Alonso de Ojedo is al lang verzaagd en gesmolten, net als Arnold Zwartnek in Terminator II.”
“En net als die enorme koperen bel van Mariënburg en die loodzware kanonnen van het commissariaat te Coronie.”
“Die hebben ze met een helikopter die geruisloos draait op cocosolie weggevlogen.”
“Als ik de eigenaar was van die leegstaande winkel aan de Steenbakkerijstraat, zou ik snel al die bronzen klokken aan m’n winkel weghalen, voordat de kopermaffia dat voor me doet.”
“En staan die bij de fontein op Spanhoek er nog?”
“Kijk wat we met dure geschenken doen.”
“Eh, tussen haakjes, ie sjie a morsoe watra in die fontein? Hartje stad? Hopelijk hebben die kiek-fotografen dat niet gefotografeerd.”
“Onze snikhete stad, vol zwerfvuil, ie sjie Jodenbreestraat, vooral dat stuk van Kucky Store?”
“Is nu Jodenviezestraat geworden.”
“Ik ga niet meer naar de binnenstad, zonder schaduw, zonder zitbanken, zonder vuilnisbakken die om de twee uur leeggehaald worden, zonder schone openbare toiletten, zonder constant bezemende nette schoonmakers, maar wel met die djunky parkeerwachters.”
“Eindelijk plantten ze jaren terug weer wat bomen, aan diezelfde Jodenbreestraat, en wat voor bomen? Een of andere stomme wilde amandel; welk brein is daar nou op gekomen? Dat ding groeit nauwelijks, geeft weinig schaduw, soso koendoe-wortel, jakkes, dan hebben we zoveel snelgroeiende bladerrijke bomen.”
“Waarom herbeplanten we niet met Mahonie?”
”Mahonie is er alleen maar om dom te snoeien en de houtblokken weg te smokkelen. Herbeplanten moeten Hollanders ons zeker ook weer komen leren, net als BTW en dat soort dingen. Oen dong wan soort fasi, hoor.”
“Arme stad, wiens waterkant bij elke springvloed meer water dan kant heeft.”
“Maar ‘the King’ heeft gezegd dat binnenkort met een beschoeiing in de rivier gestart zal worden, vanaf het kabinet Pres tot en met Platte brug of zoiets.”
“Die volgorde moest net andersom: eerst van Platte Brug tot Marinetrap.”
“Pres spoelt lang nog niet weg.”
“Weer zo een bevlogen droom.”
“Weer jij, de negativist.”
“Tide, tamara, w’e drieng go moro faraaaaah. Djiem wan baraaaah nanga sarra-sarraaaah.”
“Jakkes, die is al soppel.”

Rappa
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May