Column: Btw a must, maar…
18 Jan 2023, 00:59
foto
Hans Breeveld


Het jaar 2023 is met de nodige dyugu dyugu begonnen. De moord op de ondernemer Johan Vasilda, die de samenleving schokte; De rattenplaag in Nickerie; De veel besproken reis van president Santokhi naar India; De mislukte aanslag op vrijdag 13 januari op het Gerechtsgebouw. Ook het overlijden van ondernemer Dilip Sardjoe maakte de nodige tongen los. Moet hij wel of niet met staatseer begraven worden?

Als in eerste 3 weken in dit nieuwe jaar zoveel schokkends plaatsvond mogen we dan verwachten dat het incidentalisme, het hobbelen van het ene naar het andere incident – ook dit jaar zal domineren? Hoe het ook zij, wij zijn het aan onszelf verplicht koers te houden wat de uitvoering van de btw betreft. Als wij dit niet tot een goed eind brengen zijn we geen knip voor de neus waard.

Deze regering heeft de stoute schoenen aangetrokken door een belasting waarvan de introductie ongeveer 10 jaar geleden een feit zou moeten zijn, in te voeren. Daarvoor verdient zij lof. Maar wanneer op 29 december 2022 nog wordt getimmerd aan een wet die op 1 januari 2023 moet ingaan, dan denken velen aan butu butu oftewel provisorisch geklungel. En zeker niet aan vakmanschap. Dit denken bepaalt dan ook de wijze waarop btw ontvangen is.

Maar als we weten dat btw, wat staat voor Bruto Toegevoegde Waarde, nu in reeds 136 landen wordt toegepast, dus meer dan de helft van het aantal landen dat de wereld rijk is; dat Suriname het enige land in het Caribisch gebied is waar de btw niet wordt toegepast; dat in Suriname btw - die 10% bedraagt een omzetbelasting vervangt van 12 %; Dat met btw niet het inkomen wordt belast, maar de uitgave, dus niet hoeveel u verdient, maar hoeveel u consumeert bepalend is, dan hebben wij als volk geen andere keus dan btw te verwelkomen.

Ondanks voorlichting bleven elementaire vragen onbeantwoord. Zo wordt er gezegd dat op basisgoederen geen btw zal worden geheven. Maar er schijnt nog geen eenduidigheid te bestaan over wat nou precies basisgoederen zijn. Er wordt gezegd dat slechts winkeliers c.q. bedrijven die met een certificaat btw mogen heffen. Gisteren zag ik voor het eerst - bij toeval zo’n certificaat. Het zou goed zijn om aan te geven waar het certificaat zou moeten hangen of zijn aangeplakt. En laat het ook via de media zien hoe zo een certificaat eruitziet.

Dan vond men dat de voorlichting aan de detailhandel ruim onvoldoende was. Er werd erop gewezen dat er tolken beschikbaar zouden moeten zijn om de ondernemers die de in Suriname gesproken talen niet machtig zijn. Aanvankelijk leek het erop dat men wilde dat het arme Surinaamse volk daarvoor zou moeten opdraaien. Ik denk dat de regering dat nimmer moet doen. Van de in Suriname gesproken talen zou bij overheidsberichten vertalingen gepleegd kunnen worden.

Maar wij kunnen er toch niet aan beginnen om voor handelaren overheidsinstructies te gaan vertalen in al de recent geïmporteerde talen  en van personen die alsnog  in dit mooie land zullen komen wonen en werken. We zouden dat niet moeten willen doen. Suriname zou hooguit ervoor kunnen kiezen om bij voorlichting aan vreemdelingen gebruik te maken van de internationaal meest gesproken verbindingstaal Engels. Dat zou een win-win situatie kunnen opleveren doordat dit de internationale taalvaardigheid van onze mensen zou kunnen vergroten. Dit is op zich goed als training voor toekomstige wijze van business doen in ons land.

Vaak wordt – vanwege de toenemende aantallen vreemdelingen - de noodzaak voor een inburgeringsplicht ervaren. Er zal zeker meer aandacht moeten worden geschonken aan het scholings- c.q. kennisniveau van winkeliers. In Nederland weten wij dat tot eind 2000 voor het runnen van een eigen onderneming het Middenstanddiploma vereist was. Vanaf 2001 verlangt de Nederlandse Staat het bezit van een AOV - Algemene Ondernemers Vaardigheden - diploma. Een soortgelijk diploma is ook in Suriname zeer gewenst. Het is weleens voorgekomen dat ik met een product in de hand aan een winkelier vroeg of hij het product verkoopt. A lo de was het antwoord. Terwijl  ik naar wat andere spullen zoek merk ik tot mij verbazing dat het a lo de-product ook tot het assortiment van de winkelier behoort.

Hoe vaak komt het niet voor dat winkeliers niet op de hoogte zijn de werking van producten die door hen verkocht wordt.  Soms dat ze willens en wetens producten die verboden zijn of slecht zijn voor burgers of milieu verkopen. We horen vaak – vooral tijdens verkiezingscampagnes - dat de sterkste schouders de zwaarste lasten zullen dragen. Maar is het in de praktijk ook zo?

De vakbondsleider Errol Snijders, heeft vaker zijn ongenoegen uitgesproken over het verwaarlozen percentage dat aan vermogensbelasting in Suriname wordt geïnd. De secretaris van de VES, Swami Girdhari, wees er pas nog op dat het tegendeel van de beloofde verhoging van de goudbelasting is gerealiseerd. Ronny Asabina – de best ingevoerde volksvertegenwoordiger wat belastingzaken betreft - heeft vaker aandacht gevraagd voor een reeks van belastingen die voor een substantiële versterking van de Staatskas zouden kunnen zorgen. Maar regering op regering maken daar een enorme bocht omheen.

Toch zullen maatschappelijke groepen en volksvertegenwoordigers regeringen erop moeten blijven wijzen om te werken aan grotere rechtvaardigheid in Suriname. Want ondanks de bekende kretologie dragen in ons land nog steeds de zwakste schouders vaak de zwaarste lasten.

Btw is a must, dus moeten alle Surinamers opgeroepen worden hun medewerking te verlenen aan het welslagen van de heffing van deze belastingvorm. Wij kunnen het ons niet permitteren dat de invoering hiervan mislukt.
Ik hoorde recentelijk een volksvertegenwoordiger zeggen: btw betaal je niet voor de winkelier, maar voor de Staat. Het geld gaat naar de Staat. Ik denk dat wat de burger het meest interesseert is, WAT de Staat met de btw zal doen. Daar zullen wij allen, maar vooral die volksvertegenwoordiger een oog in het zeil moeten blijven houden.

Hans Breeveld
Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April