Wet Productie Krediet Fonds met 29 stemmen aangenomen
23 Dec 2022, 08:38
foto
De Wet Productie Krediet Fonds is donderdag met 29 algemene stemmen aangenomen. De NDP stemde niet tegen, maar liep bij de stemming de zaal uit. Er kan alleen vóór of tegen worden gestemd.


De Wet Productie Krediet Fonds (PKF) is donderdag met 29 stemmen voor en 0 tegen aangenomen. De NDP-fractie heeft zich onthouden van stemmen. NDP-fractieleider Rabin Parmessar zei dat de regering niet is ingegaan op een aantal belangrijke zaken in de wet die corruptie faciliterend zijn. Ook is er niet gesproken over de macht bij het bestuur en willekeur. Er is gevraagd waarom het fonds ligt bij Financiën, terwijl nadrukkelijk is gewezen op de invloed van de politiek.

Met het aannemen van de wet komt de regering in met SRD 50 miljoen. Ondernemers kunnen maximaal SRD 2 miljoen lenen tegen een rente van 5% met een grace periode van een jaar voor de aflossing van de rente en minimaal twee jaren voor de aflossing van de lening. De regering is meegegaan met een aantal voorstellen van het parlement. Zo is besloten het bestuur uit te breiden naar maximaal 7 leden. Naast een lid van het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport is ook een lid vanuit het Surinaamse Business Forum toegevoegd.

De regering is niet meegegaan met het voorstel van diverse leden om een lid van LVV op te nemen in het bestuur. Er waren ook bezwaren dat de regering leden van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA) en nu Suriname Business Forum (SBF) opneemt in het bestuur. Met name Stephen Tsang (NDP) haalde aan dat er sprake is van belangenverstrengeling, omdat VSB een organisatie is voor importeurs en grote bedrijven die zaken die concurrerend zouden kunnen zijn, kunnen afwijzen. Volgens minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning gaat het om respectabele organisaties die juist waarde toevoegen aan het fonds. Ze mogen volgens hem niet gecriminaliseerd worden. Overigens hebben ook kleine lokale ondernemingen zitting in deze organisaties.

Na aandringen van De Nationale Assemblee heeft de regering uiteindelijk ook besloten om in het kader van transparantie de publicatieplicht in de wet op te nemen. Als additionele taak van de beheerder werd opgenomen dat de Nationale Ontwikkelingsbank (NOB) zesmaandelijks de publicatie gaat doen over de stand van zaken met de aanvragen. Ook is de mogelijkheid voor de beheerder om overtollig kapitaal van het fonds te beleggen, uit de wet geschrapt. Raghoebarsing zei dat er gewerkt zal worden aan de toegankelijkheid van het fonds in alle districten. Er zal gewerkt worden aan de taalbarrières. Er zal ook gebruik gemaakt worden van traditionele media, sociale media en de commissariaten om de informatie te verstrekken. Over de begeleiding van aanvragers deelde de minister mee dat de president groen licht heeft gegeven voor het begeleiden van ondernemers waar nodig.

Meer geld voor NOFA
Mahinder Jogi (VHP), voorzitter van de commissie van rapporteurs, stelde vragen over het Agrarisch Krediet Fonds (AKF) dat is doodgebloed door politieke inmenging en de situatie waar boeren met een lening, nu zitten met de gebakken peren. Ook stelde hij vragen over het fonds NOFA waar de regering is ingekomen met SRD 10 miljoen maar er nu volgens hem aanvragen zijn van bijkans SRD 180 miljoen. Hij vroeg de regering in het kader van armoedebestrijding, productieverhoging en verhoging van de verdiencapaciteit alle mogelijkheden te bekijken hoe de aanvrager te helpen en de Caricom te voorzien van goedkope landbouwproducten.

Minister Parmanand Sewdien van LVV, zei dat het AKF nu is ondergebracht bij NOB. Een aantal boeren heeft een lening lopen, maar er is besloten de boeterente op leningen af te schaffen. Er is ruimte voor de ondernemers om tot een betalingsregeling te komen, maar een aantal boeren weigeren dit te doen, terwijl anderen wel gebruik hebben gemaakt van deze regeling. Voor NOFA zei Sewdien dat de regeringsraad besloten heeft om het fonds op te toppen met SRD 90 miljoen. Het bestuur heeft in totaal 26 leningen verstrekt en de beschikbare 10 miljoen uitgezet. De aanvragen die nu lopen bedragen SRD 20.1 miljoen en niet 180 miljoen zoals beweerd wordt.

Melvin Bouva (NDP) vroeg de regering waarom het Agro Industrial Park van de baan is gehaald, terwijl het een grote bijdrage zou leveren aan de ontwikkeling van de agrarische sector. Hij vroeg naar de stand van zaken en pleitte dat dit weer op de agenda komt. Minister Sewdien haalde aan dat bij de downgrading van Suriname de bank die de financiering op zich zou nemen, zich heeft teruggetrokken. Het ministerie van Financiën moest een aparte financieringsgarantie geven. Dat is vorig jaar augustus gebeurd, maar dat er sindsdien niets meer is vernomen van de bank. “Zaken zijn stil komen te liggen”. Bouva zei dat de regering moet kijken naar andere financieringsmogelijkheden en de zaak niet zo moet laten. Sewdien zei dat de regering bezig is daarmee.

Districten betrekken
Kishan Ramsukul (VHP) zei dat de eerste inleg van SRD 50 miljoen niet voldoende is en dat er gekeken moet worden hoe dit te vergroten. Hij wilde ook weten hoe micro-ondernemers tegemoetgekomen zullen worden vooral als zij geen onderpand hebben. Ramsukul pleitte daarnaast ook voor de toegankelijkheid van het fonds in alle districten. Hij legde ook de nadruk op de succesverhalen van andere fondsen. Dit kan een inspiratie zijn voor anderen om een aanvraag te doen. Chanrui Wang (VHP) vroeg dat niemand uitgesloten wordt voor leningen uit het fonds. Hij haalde aan dat de taalbarrière een drempel is terwijl veel mensen ook niet zelfstandig hun papieren in orde kunnen maken. “Hoe gaan we ze tegemoetkomen? Moet men helemaal naar de stad komen om een aanvraag te doen? Hoe zal de begeleiding geschieden? Hoe gaan we het fonds toegankelijk maken voor iedereen”, wilde Wang onder andere weten. Remi Tarnadi (NDP) vroeg of er een focal point komt voor belanghebbenden voor informatie en begeleiding. Volgens hem is de gemeenschap onvoldoende bewust dat Suriname een agrarisch land is.

Ronny Asabina, fractieleider van de BEP tevens commissielid, haalde aan dat het ministerie van Financiën & Planning oververtegenwoordigd is in het bestuur. Volgens hem stelt het ministerie alleen de middelen beschikbaar voor de rest moet het fonds een zaak zijn van de businesswereld. Ook vroeg hij zich af waarom de VSB in het bestuur zit, omdat deze organisatie volgens Asabina geen kleine bedrijven heeft.

Patricia Etnel (NPS) zei dat de staat Suriname bijkans 100 fondsen heeft. Als ze echt moesten werken, was er geen extra fonds nodig. “Dit fonds wordt landelijk, maar de instituten in de verre districten werken niet. We nemen steeds wetten aan met een landelijk karakter, maar we maken ons huiswerk niet. Laten we wetten maken die werken. We hebben niets aan papierentijgers”, stelde Etnel. Soerjani Mingoen (VHP) vroeg ook aandacht voor het bereiken van groepen in de districten en vroeg toelichting van de regering over resolverende fondsen. Ook vroeg zij aandacht voor de voorwaarden die gelden voor de terugbetalingscapaciteit waar bancaire en juridische zaken een rol spelen. Dit kan volgens haar leiden tot veel onbegrip.

Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May