Hefboomfunctie onderwijs: ontwikkeling en vooruitgang (nieuwe versie)

Welke hefboomfuncties heeft het onderwijs nu en in de toekomst. Het onderwijs gaat iedereen aan. Ouders zijn bezorgd over de toekomst van hun kinderen. Leerlingen vragen zich af, waarom ze naar school moeten; er zijn veel leukere dingen te beleven. Leerkrachten zeggen ‘we hebben ons best gedaan’, leerlingen beweren dat de lessen zo saai zijn en weinig inspirerend.

De NPS hield vrijdag in Grun Dyari een lezing als onderdeel van de viering van haar 65-jarig bestaan. Edwin Marshall verzorgde de inleiding, waarna een paneldiscussie volgde. In het panel hadden ook zitting Carmelita Ferreira en Ivan Fernald. Starnieuws publiceert een gecorrigeerde versie van een eerder verschenen bericht. Onterecht is vermeld dat de huidige minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, Raymond Sapoen, als de meest ongeduldige minister te boek staat.

Problemen niet van vandaag
Marshall had het over de ex-minister van Onderwijs en Volksontwikkeling (1973-1980), Ronald Venetiaan.“Alles moest gisteren in plaats van morgen gereed zijn. Hij had het tij wel mee: een gedreven staf, die dag en nacht wilde werken. De onafhankelijkheid in het vooruitzicht, grote idealen, nieuw elan. Er is toen hard gewerkt”, zei Marshall. Hij merkte op dat de geschiedenis voortgaat, er komen nieuwe onderwijskundige inzichten en plannen.

De inleider benadrukte dat de huidige problemen in het onderwijs niet vandaag zijn ontstaan, maar het gevolg is van jarenlange onderschatting van de problemen. Degene die nu aan het roer van de mamoettanker onderwijs staan hebben het zwaar. De tanker keert pas na lang vasthouden en de koers duidelijk bepalen.

Invalshoeken
De inleider stond ook stil bij de historische invalshoek. Hij analyseerde de onderwijskundig-organisatorische invalshoek en gaf een toekomstgerichte visie. Een historische invalshoek laat zien dat er in de loop van de geschiedenis wel degelijk onderwijsveranderingen hebben plaatsgevonden. Met de blik van vandaag zijn deze veranderingen of vernieuwingen niet steeds gericht geweest op het bekwaam maken van leerlingen om in deze samenleving te kunnen functioneren en verder te ontwikkelen. Marshall zei dat in de periode rond 1975 er veel aandacht besteed is aan vernieuwingen van deelaspecten van het onderwijs.

De huidige situatie is volgens Marshall vrij complex. Jarenlang is er te weinig geïnvesteerd in het onderwijs. Investeringen moeten niet alleen in geld zijn, maar ook in denkkracht en innovatie. Vernieuwingen van het basisonderwijs naar het 11-jarige basisonderwijs, geluiden dat het 8 jarige basisonderwijs zal worden. Trainingen van leerkrachten. Aansluiting van verschillende onderwijs-overgangen op elkaar. Ontwikkelen van nieuwe methoden en curricula.
Bij een onderwijsinnovatie gaat het om de inhoud van het onderwijs: de didactiek, de omgang met elkaar, de leerstof, de manieren van leren, de motivatie, de samenleving, het welzijn van de leerling en de leerkracht: kortom de kwaliteit van het onderwijs.

Kwaliteit opvoeren
Mensen maken zich zorgen over de kwaliteit en de koers van het onderwijs, over de docenten, leidinggevenden. "We staan op de drempel om grote stappen voorwaarts te doen. We moeten menskracht mobiliseren om dat te doen. De oude geest van afwachten en alleen anderen bekritiseren moet er uit. Er zal nieuw elan moeten worden ontwikkeld", zei Marshall. Hij merkte op dat het geen eenvoudige opgave is.

Volgens de inleider moeten de volgende onderwijszaken nu de aandacht hebben:
• Overgangs/slagingsproblematiek
• Kwaliteitsverbetering
• ambtelijke structuur
• Imago probleem
• Curriculum inhouden
• Innovaties
• Zorgverbreding onderwijs
• Nieuwe didactische

Edwin Marshall is ook lid van de presidentiële task force die adviezen moet geven over het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs.