Discussie over THC-gehalte industriële hennep blijft rode draad
21 Oct 2022, 04:51
foto


De Nationale Assemblee is nog steeds niet uit over het hanteren van de geldende internationale standaarden voor het THC-gehalte bij het telen van de industriële hennep. Cheryll Dijksteel (VHP) zei donderdag bij de voortzetting van de behandeling van de Wet Industriële Hennepteelt, dat het THC-gehalte van de strafbare cannabis is gesteld tussen 5% en 20% en van industriële hennep tussen 0.05% en 1%. De Wet verdovende middelen geeft aan dat bij de productie van de industriële hennep de plant een THC-gehalte van 0.3% moet hebben. Wereldwijd wordt ook een percentage van 0.3% gehanteerd. Dijksteel vroeg de regering "of wij moeten werken met de voorgesteld maximale 1%, omdat internationaal steeds nieuwe varianten worden ontdekt met een lager THC-gehalte".

Jennifer Vreedzaam (NDP) zei met klem dat als artikel 26 ongewijzigd blijft zij tegen de wet zal stemmen, omdat het volgens haar niet kan dat een THC-gehalte van maximaal 1% gehanteerd wordt, terwijl internationale standaarden anders bepalen. “Het is een internationale norm en we dienen ons daaraan te houden. De wet rammelt van alle kanten”, stelde Vreedzaam. Zo is er volgens haar niet duidelijk aangegeven dat het gaat om de teelt van cannabis voor industriële doeleinden. De internationale norm voor THC-gehalte van de industriële hennep is 0.2% voor Europa en 0.3% voor de Verenigde Staten en Canada.

Vreedzaam wees erop dat de internationale norm gewoon moet worden toegepast. Ze merkte op dat zij geen lijst heeft gezien van varianten die voldoen aan de 0.3%. “Indien er geen lijst is, mag alles geteeld worden. Ook marihuana met een THC-gehalte van 0.9%. Dit kan leiden tot illegaliteit”. Vreedzaam gaf aan dat het mogelijk is dat "bij de export andere landen niets te maken willen hebben met onze hennep, omdat we een waarde hanteren van maximaal 1% in plaats van de internationale standaarden".

Radjendrekoemar Debie (VHP) vroeg zich af of de wijziging moet plaatsvinden naar maximaal 1%, omdat internationaal steeds nieuwe variëteiten ontwikkeld worden met lagere THC-gehaltes die wellicht kunnen gaan gelden als richtlijnen voor de teelt van industriële hennep. Hij gaf ook aan dat de hoeveelheid THC die een plant produceert naast genetische factoren afhankelijk is van landbouwkundige factoren zoals licht, bodem en de manier waarop het geoogst wordt. Het is volgens Debie raadzaam om in de wet op te nemen voor welke doeleinden de geteelde hennep is aangewezen en wat vervaardigd zal worden.

Remie Tarnadi (NDP) zei dat de hennep een breed scala aan toepassingen kent waarvan de medicinale toepassing de snelst groeiende is. Hij wilde weten waarom de minister van Volksgezondheid ook niet genoemd wordt als een van de verantwoordelijke instanties. Ook hij wilde weten of er rekening is gehouden met de internationale standaarden. Ann Sadi (NDP) zei dat industriële hennep niet hetzelfde is als marihuana en dat dit zodanig in de wet vermeld moet worden dat een individu niet denkt dat illegaliteit toepasselijk zal zijn. Sadi is ook niet eens met de bestemmingsplannen en zei dat grondonderzoek moet uitwijzen waar men het mag telen, anders worden mensen uitgesloten. Zij wilde weten waarom er een beperking is op het aantal vergunningen en stelde voor om gewoon iedereen te geven die voldoet aan de voorwaarden, anders worden mensen uitgesloten.

Kishan Ramsukul (VHP) wees erop dat de industriële hennep niet bedoeld is voor consumptie of inwendig gebruik, maar voor industriële doeleinden. Echter is de wet onduidelijk daarover. “In de wet staat dat het hennepzaad zowel voor mens en dier eetbaar is. Er zullen zaden geproduceerd worden en er staat ook dat hennep gebruikt wordt voor medicinale werking. Er is verwarring of we bezig zijn met industriële hennepteelt of medicinale cannabis”, stelde Ramsukul. Hij benadrukte dat het hier alleen gaat over het industriële en niet het inwendige gebruik. Hij verduidelijkte dat als het strikt gaat om industrieel gebruik, bijvoorbeeld om te bouwen, plastic, biobrandstof dan is de discussie over THC-gehalte niet van toepassing. Wel wees hij erop dat wij dan een industrie moeten en vroeg als er investeerders zijn. Volgens Ramsukul moet ook nagegaan worden "of we gaan verwerken in Suriname of gaan exporteren".

Evert Karto (PL) stelde vragen over regels en controle. Zo wilde hij weten wie belast zal zijn met de import van de gecertificeerde zaden en wie zal controleren vanaf het moment dat de zaden ons land binnenkomen. Hij gaf aan dat met de juiste processen er mogelijkheden zijn voor ons land om onze verdiencapaciteit te vergroten.

Patricia Etnel (NPS) plaatste kritische kanttekeningen bij de diverse artikelen. Zij vroeg te kijken naar mogelijkheden om naast het centrale bestuur ook het regionale bestuur mee te nemen in de wet. Etnel stelde ook vragen over de bemensing van het instituut om te voorkomen dat voordat het instituut wordt opgericht, er al mensen werken. Zij wees op de invloed van politiek binnen parastatale bedrijven en stelde voor om de Social Economische Raad te betrekken bij de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht. Volgens Etnel zijn de eisen voor het verkrijgen van een vergunning te licht. “We moeten de Anti-corruptiewet meenemen om na te gaan als de lijnen van de persoon die de vergunning vraagt clean zijn”, stelde Etnel. Zij haalde ook diverse punten aan die verduidelijking behoeven om verwarring te voorkomen.

Taschana Losche (NDP) wilde weten wat de rol van de minister van Volksgezondheid zal zijn. In de wet zijn eisen opgenomen waaraan de telers moeten voldoen. “In 2019 was er al een aanvang dus zijn er lopende aanvragen of vergunningen. Indien er strengere regels komen, hoe zal gecontroleerd worden dat deze regels ook gelden voor degenen met een lopende aanvraag of vergunning”, stelde Losche. De regering zal bij de eerstvolgende behandeling van de wet antwoord geven op de vele gestelde vragen.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May