Wet Productschappen met marginale meerderheid aangenomen
12 Oct 2022, 08:35
foto
De NDP- en BEP-fractie stemmen tegen de wet Productschap. Zij vinden dat de raamwet niet geschikt is voor alle sectoren. (Foto: DNA)


De Wet Productschappen is dinsdag met een marginale meerderheid van 26 stemmen vóór en 15 tegen aangenomen in De Nationale Assemblee. De NDP- en de BEP-fractie hebben geen medewerking verleend aan de goedkeuring van deze wet. Zij vinden dat de raamwet niet van toepassing is op alle sectoren.

Een productschap is een belangenorganisatie van ondernemingen die bij de totstandkoming van een bepaald product zijn betrokken in opeenvolgende stadia.  Ronny Asabina, fractieleider van de BEP, zei dat hij zich kan terugvinden in de intentie van de wet, maar dat hij de aanpak niet in volledige mate goed vindt. Hij haalde aan dat er meerdere malen is gevraagd op welk beleidsdocument de wet stoelt, maar dat het document niet is ontvangen. Aan elke minister die behoefte heeft aan een productschap is er ruimte geboden. “Er is een regeerteam, dus er moet een geïntegreerd beleid zijn. We kunnen niet meewerken aan piki piki pley. Relevante criteria en randvoorwaarden zijn niet in place en daarom kunnen wij niet meewerken aan de totstandkoming van deze wet”, zei Asabina.

Rabin Parmessar, fractieleider van de NDP, haalde aan dat de conceptwet is aangeboden als raamwet, maar dat meerdere leden hebben aangegeven dat het niet geschikt is voor alle productschappen, omdat de sectoren divers zijn. Het voorstel om deze conceptwet als een pilot raamwet voor landbouw of rijst te maken, is in de wind geslagen. “De regering heeft getracht onvolkomenheden op te vangen middels algemene delegatie bepalingen. We hebben vaker gewaarschuwd hiervoor, omdat deze bepalingen verregaande bevoegdheden geven aan ministers waarbij zaken middels staatsbesluiten anders kunnen worden ingericht”, stelde Parmessar. Hij benadrukte dat de NDP niet tegen productschappen is, maar dat over drie issues nog veel gediscussieerd moet worden namelijk transparantie bij besluiten van het productschap, waarborgen democratische beleving van de leden en vermindering overheidsbemoeienis. Deze zaken zijn volgens hem niet of nauwelijks in de wet geregeld.

Mahinder Jogi (VHP) zei in zijn stemmotivatie dat de regering de ontwerpwet naar het parlement heeft gebracht en ruimte geboden voor discussies, correcties en aanbevelingen. Meer dan 40 aanbevelingen vanuit het parlement van zowel de oppositie als de coalitie zijn overgenomen. Er is volgens hem ruimte geboden om te gaan naar decentralisatie en vermindering overheidsbemoeienis doordat sectoren zich gaan organiseren en handelingen overnemen die normaal de overheid zou moeten doen. Het raamwerk biedt volgens Jogi mogelijkheden voor alle sectoren om samen met de overheid de productie ter hand te nemen ter heil van Suriname en zijn burgers.

Minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij zei dat er al een wet productschap voor rijst is voorgesteld. Deze wet moet nog geactualiseerd worden. Hij deelde mee dat er ook belangstelling is voor een productschap voor de visserij en dat het productschap aquacultuur opgebracht zal worden als onderdeel van de visserij. Het bestuur van een productschap zal bestaan uit een voorzitter en een bij staatsbesluit te bepalen aantal leden van tenminste 7 en ten hoogste 11 vertegenwoordigers van representatieve organisaties van stakeholders waarvan de aanwijzing na overleg met KKF geschiedt.

Het is de bedoeling dat de representatieve organisaties in eerste instantie worden geselecteerd uit de bij de KKF geregistreerde organisaties die verbonden zijn in de betreffende sector waarvoor het productschap wordt ingesteld. Bij voorkeur wordt gekozen voor organisaties die rechtspersoonlijkheid bezitten. In geval er geen representatieve organisaties bestaan wijst de minister na overleg net KKF individuele personen aan die geacht worden representatief te zijn voor de betreffende stakeholders.

Ebu Jones (NDP) gaf aan dat de wet niet correct is. “Hoe kan het een raamwet zijn waarbij bestuurders en al wordt geregeld. Deze wet houdt de samenleving voor de gek. Ik wil weten wat de achterliggende gedachte is en waarom men zo een wet wil doordrukken.

Sewdien zei dat er een sfeer wordt geschetst alsof de regering aan gelegenheidswetgeving doet. Hij verwees naar het finaal advies rapport voor het opzetten van een productschap rijstsector in Suriname van 12 juni 2006. Hij verwees ook naar de workshop structurering rijstsector van november 2013 en de nationale rijstconferentie 2016 getiteld ‘Productschap rijst Suriname, samenwerken of verzuipen’. Volgens deze minister zijn dit documenten waarop de wet gestoeld is. Over de opmerking dat de wet te vaag is, zei hij dat het gaat om een raamwet en dat er geen details daarin opgenomen kunnen worden.

Patricia Etnel (NPS) wees de minister op het belang van decentralisatie als het gaat om de bewindstaken. Volgens haar zouden regionale besturen betrokken moeten worden zodat districten de gelegenheid hebben om ook verordeningen te maken zodat per district gekeken kan worden naar de werking van de productschappen in hun district. Sewdien zei dat hij het begreep, maar dat bijvoorbeeld bij rijst alleen de stakeholders van de rijstsector die bij elkaar gegroepeerd zullen worden besluiten zullen nemen over de toekomst. Etnel zei daarop dat zowel de grondwet als de Wet Regionale Organen aangeven dat bij het maken van wetten de agrarische en industriële ontwikkeling van het district in acht wordt genomen. Etnel vroeg het beleidsteam van de minister hem goed in te lichten omdat hij anders iets verteld dat indruist tegen het bestuurlijk model van het land.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May