Minov en BvL twisten over vrijstellingsnorm middelbaar onderwijs

Het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov) en de Bond van Leraren (BvL) twisten over het aanpassen van de vrijstellingsregeling op middelbaar onderwijs. Het Minov heeft besloten dat leerlingen die voor een examenvak het cijfer 6 hebben behaald, vrijgesteld worden van het opnieuw volgen van lessen. Zij hoeven ook geen examen meer te doen. Voor dat vak krijgen zij in het daarop volgende schooljaar vrijstelling.

Er was geen uniformiteit in de toepassing van dit norm, waardoor sommige scholen een 6 en in de meeste gevallen een 7 hanteerden. Minister Raymond Sapoen zegt afgestemd te hebben met de directeuren van middelbare scholen; de beslissing wordt breed gedragen. De regeling geldt voor afgewezen eindexamen kandidaten.

Onvoldoende draagvlak
Wilgo Valies, voorzitter van de BvL, ontkent dat er draagvlak is gegeven aan het Minov voor deze wijziging. Volgens hem is de maatregel genomen om kunstmatig de schoolresultaten positief te beïnvloeden, zonder dat daarvoor beleid is gemaakt. “Het is slechts een randvoorwaarde voor betere schoolresultaten”, zegt Valies aan Starnieuws. Hij vindt dat het Minov eerst met de directeuren en vooral de BvL moet afstemmen over zo een ‘verregaand besluit’.

Sapoen vindt dat beleid maken een verantwoordelijkheid is van het ministerie. De uitspraken van Valies noemt hij ongefundeerd. “We brengen uniformiteit in hanteren van de norm. Met deze maatregel zorgen we voor een betere uitstroom in het onderwijs, zonder aan de kwaliteit ervan te tornen”, zegt de minister. Hij zegt altijd open te staan voor rationeel commentaar vanuit de BvL. “Maar het gaat bij hen niet om die rationele argumenten maar meer om erkenning”, zegt Sapoen. Overigens zegt de minister dat de norm 6 een internationaal gebruik is voor vrijstelling. “Anderzijds is het ook niet bewezen dat leerlingen met een 8 beter presteren dan leerlingen met een 6”, meent hij.

Niet uitvoeren
“Hoe kan je beleid maken en opleggen als het veld, dat ermee moet werken, zich er niet in kan terugvinden en het ook niet zal uitvoeren”, zegt Valies. Hij geeft aan dat op alle Imeao-scholen leraren en directeuren lange tijd analyses hebben gemaakt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
“Wij voeren het ook niet zomaar door, maar gaan nu met onze analyses met het Minov van gedachten wisselen. Als de minister zegt ons te erkennen als partner moet hij ons ook als zodanig behandelen”, zegt Valies.