Suriname hoog rampenrisico land

Suriname scoort slecht in het World Risk Rapport 2011. Op de wereldranglijst van 173 landen die de grootste kans maken op natuurrampen staat Suriname op de 47ste plaats. Guyana komt op de 52ste, terwijl Nederland de 69ste plaats bezet.

Guyana scoort beter als het komt op zelfredzaamheid (de capaciteit om negatieve gevolgen van een ramp te beperken) en de capaciteit om op lange termijn sociale veranderingen te bewerkstelligen. Nederland is het hoogste genoteerde Europese land dat is blootgesteld aan de gevaren van natuurrampen en klimaatsverandering. Opvallend is de rangschikking van Japan op plaats nummer 35.

Het World Risk Rapport berekent en vergelijkt de risico waarden voor 173 landen wereldwijd en toont regio’s en landen die een hoog rampenrisico hebben. De landen worden gerangschikt op basis van vier belangrijke componenten die rekening houden met zowel de natuurlijke gevaren als de sociale factoren. Het gaat om blootstelling (op natuurlijke gevaren en mogelijke risico’s), gevoeligheid (risico op schade, kwetsbaarheid van de openbare infrastructuur), zelfredzaamheid en adaptieve capaciteiten.

Sociale structuren en processen
Het rapport maakt duidelijk dat rampen niet alleen te wijten zijn aan meteorologische of geologische verschijnselen, maar dat ze ook worden bepaald door sociale structuren en processen. Voor wetenschappers en praktijkmensen is het rapport een bron van onschatbare waarde bij het evalueren van de interacties tussen blootstelling aan natuurlijke gevaren en klimaatsveranderingen aan de ene kant en de factoren van sociale kwetsbaarheid (waaronder het niveau van armoede, onderwijs, voedselzekerheid en bestuur) aan de andere kant. De studie is verricht door de United Nations University Institute for Environment and Human Security (UNU-EHS).

"Extreme natuurlijke gebeurtenissen hoeven niet noodzakelijk rampen te veroorzaken,” zei het wetenschappelijk hoofd van het WorldRiskIndex-project Dr. Jörn Birkmann. “Het risico is namelijk niet alleen afhankelijk van het gevaar, maar wordt sterk bepaald door sociale en economische factoren."

Vanuatu, een eiland in de Stille Zuidzee, scoort het hoogst en is daarmee het land met het grootste ramprisico. Het heeft een hoge blootstelling aan natuurlijke risico’s en de klimaatsverandering en de zwakste mate van zelfredzaamheid. De index toont een zeer hoog rampenrisico voor vele Aziatische en Latijns-Amerikaanse landen, waaronder de Filippijnen, Bangladesh, Oost-Timor, Cambodja, Guatemala, Costa Rica en El Salvador. Samen met twee andere eilandstaten, Tonga en de Salomoneilanden, behoren deze staten tot de top 15 landen met het hoogste risico. Golfstaat Qatar loopt wereldwijd het minste gevaar op rampen.

Combinatie factoren
Birkmann zegt dat “de combinatie van factoren cruciaal is om na te gaan of een natuurramp al dan niet een ramp wordt”. Hij illustreert dat met de aardbevingen in Japan en Haïti. “De aardbeving in Japan had een kracht van 9.0, waarbij 28.000 mensen om het leven kwamen. Bij de aardbeving in Haïti vielen er 220.000 doden bij een kracht van 7.0.”

Japan en Nederland scoren hoog als het komt op blootstelling aan rampen, maar op het gebied van totale risico hebben ze lage cijfers. Hieruit blijkt dat deze landen goed zijn voorbereid op rampen (in het bijzonder het omgaan met rampen en deze op te vangen) en ze aanzienlijk minder schade zullen ondervinden bij eventuele rampen. Risico-reductie begint lang voor een natuurlijk gevaar optreedt.
Het World Risk Rapport 2011 is vrijdag gelanceerd in Brussel, België.