SBF-voorzitter: Zakendoen moet sneller

Zakendoen in Suriname, het opzetten van naamloze vennootschappen en het oprichten van productiebedrijven zal in snel tempo gebracht moeten worden naar een verkorte procedure. Henk Naarendorp, de nieuwe voorzitter van het Suriname Business Forum (SBF) zegt dat er nog teveel onnodige drempels liggen.

Suriname zal met het wegwerken van die drempels zijn plaats op de internationale ranking van de Wereldbank moeten verbeteren. Het land staat nu op de 171ste plaats van de iets meer dan 180 landen in de reeks. “Het SBF zal nu na de opstartfase meer dan ooit als platform dienen om alles wat met business te maken heeft, te bespreken met de overheid”, zegt Naarendorp.

Cruciale aspecten bespreken
De nieuwe voorzitter wil in dialoog met de overheid cruciale aspecten van het zakendoen in Suriname wederom bespreken en benadrukken. Het opzetten van een naamloze vennootschap, de voorwaarden om te investeren, het vergunningenbeleid, toegang voor opkomende bedrijven tot nutsvoorzieningen, de ontslagprocedure, het afwikkelen van arbeidsgeschillen en andere drempels moeten worden aangepakt.

Naarendorp noemt voorbeelden als de veranderde situatie waar het verlenen van een vergunning nu alleen aan het ministerie van Handel en Industrie is toegewezen. “Daar ligt zoveel onduidelijkheid. Ik ben bang dat je het probleem verschuift van de ene naar de andere plaats”, zegt hij. Ook als het gaat om de oprichting van een naamloze vennootschap, zegt Naarendorp dat er nog te veel bureaucratie bij is.

SBF als platform
De SBF-voorman heeft vertrouwen in de huidige regering, omdat nu meer gesproken en gedaan wordt om het zakendoen in Suriname te vergemakkelijken. “Maar met het SBF als platform waar al dit soort zaken besproken kunnen worden, kunnen we sneller en efficiënter te werk gaan. Wij willen al die hordes identificeren en bespreekbaar maken. “Als er teveel drempels zijn voor een persoon om een zuurgoedbedrijf te starten, gaat die in de informele sector, maar is het de Staat die daardoor gelden misloopt om zijn staatshuishouding te doen.

Volgens Naarendorp staan er te veel mogelijkheden open voor het land om zich te ontwikkelen. De belangstelling van lokale en buitenlandse investeerders ontbreekt er niet. “Maar de condities en procedures moeten dan ook aanwezig zijn om de investeringen zonder veel rompslomp gedaan te krijgen. Het SBF wil daarom overal waar de mogelijkheid is om zaken te doen, die bespreekbaar maken met de overheid”. Hij vindt het een goede stap dat door de Centrale Bank van Suriname het land is aangesloten bij de International Finance Corporation. Anderzijds is de weg open voor productiebedrijven om leningen te doen bij de Wereldbank. En zo zijn er nog tal van opties”, zegt Naarendorp.

Het SBF is na een opstartfase van 3 jaar met gelden van de Europese Unie en andere donoren zoals het eigen bedrijfsleven nu klaar om daadwerkelijk te doen waarvoor het in het leven is geroepen. “Een platform voor dialoog, zonder moeilijke procedures om het bedrijfsleven en de productiesector als motor van de economie te laten werken”, zegt Naarendorp. Er zal gewerkt worden vanuit het strategisch en het actieplan van het SBF. Die plannen noemt Naarendorp enorme verdiensten van het vorige bestuur onder leiding van Sieglien Burleson. “Daar zijn zaken goed en scherp geformuleerd. De potentiële en economische gebieden zoals ordening van de kleine mijnbouw, het toerisme, de agro-industrie en andere duurzame sectoren zijn goed omschreven.”

Wilfred Leeuwin