De overheid mist door dit beleid de inkomsten die broodnodig zijn voor herstel van de economie. Het is duidelijk een kwestie van politieke keuzen welke groepen moeten (mee)betalen aan het herstel. Het verschil zal door andere (groepen) burgers moeten worden opgebracht.

De hoge internationale grondstoffenprijzen leveren zowel de grote goudmultinationals, de kleingoudmijnbouwers als Staatsolie aanzienlijke extra inkomsten op. Ook de Staat kan profiteren van de extra inkomsten uit de productie en export van olie en goud. In het Herstelplan 2020-2022 welke is goedgekeurd door de Regeringsraad en door De Nationale Assemblee tot wet verheven, is opgenomen een verhoging van de royalty's van 6% naar 7.5% voor de grote goudbedrijven en op de kleinschalige goudwinning van 2,75% naar 7,5%.

"Eenieder weet dat je als Staat een overeenkomst met een multinational niet eenzijdig kan veranderen. Desondanks heeft de regering dit onderdeel pontificaal in het Herstelprogramma opgenomen. Ook de goud multinationals Newmont en IamGold zouden middels een verhoging van 6% naar 7,5% mee moeten betalen. Onderhandelingen van de regering met deze bedrijven hebben blijkbaar niet geleidt tot een bevredigend resultaat. Suriname heeft kennelijk bakzeil gehaald bij gesprekken met de twee multinationals. De bedrijven houden zich aan de overeenkomst die ze hebben gesloten met de overheid," stelt de VES secretaris.

Nu blijkt dat deze bedrijven zich niet geroepen voelen om mee te betalen aan het herstel, wil de regering het bedrag geraamd op minimaal US$ 10 miljoen (0,4% van BBP) per jaar, verhalen op de ondernemers die nu vrijstelling van invoerrechten hebben op kapitaalgoederen en grond- en hulpstoffen. Deze maatregel heeft de regering niet gecommuniceerd met de samenleving en de lokale ondernemers zijn niet betrokken hierbij. In plaats van zelf de samenleving te informeren, laat de regering het aan het IMF over om in zijn country report van eind maart 2022 mee te delen dat de regering van plan is om de geplande royalty verhoging voor grootschalige goudexporteurs te vervangen door een verlaging van de belasting vrijstelling voor lokale bedrijven. De regering wil dezelfde 0.4% van BBP aan inkomsten (minimaal US$ 10 mln per jaar) genereren door het verlagen van de ontheffingen op importgoederen (w.o. kapitaalgoederen en grondstoffen).

Juist in de post Covid-19 periode is het noodzakelijk om maatregelen te treffen om de lokale productie extra te ondersteunen, zodat deze waar nodig opgestart kan worden en/of verhoogd dient te worden, benadrukt Girdhari. "Deze maatregel is verwerpelijk en schaadt de productie door onze lokale ondernemers en zal de nationale productie  verlammen en de verwachtte groei van het BBP verder vertragen."

De regering heeft aangegeven dat 2022 kan worden getypeerd als het 'doe-jaar''. "Hoe denkt de regering invulling te geven aan het 'doe-jaar'? Met deze maatregel toont de regering geen gevoel te hebben voor de lokale ondernemers, voornamelijk het lokale midden- en kleinbedrijf, welke juist gekoesterd moet worden en een belangrijke rol vervult in de economische dynamiek en het waarborgen van werkgelegenheid. Kortom: de onwil van de twee 'sterke' goudmultinationals moet de regering niet verhalen op de lokale producenten die hierdoor nog verder 'verzwakt' worden", betoogt het VES-bestuurslid.