Onderwijs is partijpolitiek overstijgend, heeft geen enkele baat bij politieke willekeur en zou doorweven moeten zijn in alle beleidsmaatregelen van de verschillende ministeries. Wat Suriname nu mist, is dat er een duidelijke langetermijnvisie wordt geformuleerd waaraan alle ministeries zich moeten committeren. En dat er interdepartementaal partij politiek

overstijgend wordt gewerkt aan de realisatie ervan.

Bijvoorbeeld. Suriname wil zijn economie diversificeren. De minister van Buitenlandse Zaken reist met deze doelstelling af naar Marokko. Marokko tekent een bereidheidsverklaring om per jaar 400 ton cashew uit Suriname te importeren. Vervolgens komt de minister terug. Het Kabinet van de President moet er op toezien dat elk ministerie zijn deel krijgt om die 400 ton cashew te produceren en exporteren. LVV ziet toe op het aanbieden van kwalitatief plant materiaal en adviseert welke grond soort het beste geschikt is. Het ministerie van GBB geeft aan waar deze grond beschikbaar is, etc. En het MinOCW gaat kijken hoe kader opgeleid kan worden om arbeidsproductiviteit te leveren.

Dit is een voorbeeld van totaalbeleid. Iets wat anno 2022 nog niet wordt gevoerd en idem voor de olie en gasontwikkelingen gevoerd zou moeten worden. Stel nou dat we 15.000 jong professionals nodig hebben om tegemoet te komen aan de arbeidsvraag door de ontwikkelingen in de olie en gassector. Dan zal het MinOWC nu al betrokken moeten worden in hoeverre welke beroepen en dus opleidingen noodzakelijk zijn voor het Surinaamse volk. Er moet een inventarisatie gemaakt worden welke basisopleidingen wij hiervoor beschikbaar hebben. Er zal ook een inventarisatie gemaakt moeten worden welke curricula we beschikbaar hebben en welke doorontwikkeld moeten worden. Ook zal er gekeken moeten worden naar de staat van ons leerkrachten bestand.

En in hoeverre we gedemotiveerde leerkrachten kunnen omscholen en kunnen laten participeren in het ontwikkelen van kader. Dit om onze economie weerbaar te maken voor de toekomst. Ik zie dat ministeries anno 2022 als eilandjes langs mekaar heen werken.

Dat de NPS nu als kleine speler binnen deze regering onderwijs in haar portefeuille heeft, is wat dit betreft een kans waar de partij zich van bewust dient te zijn. Het MinOWC is een sleutelspeler die het volk van Suriname moet voorbereiden op de toekomst met de enorme kansen die in het verschiet liggen. Daarnaast heeft dit ministerie evenzo de kans om MKB bedrijven kwaliteitsmanagement opleidingen aan te bieden. Dit om in aanmerking te komen voor certificeringen, die nodig zullen zijn om internationale spelers, die zich hier komen vestigen, diensten aan te kunnen bieden. Een gedegen kwaliteitsmanagement studie voor het Midden en Klein bedrijf, met voor Surinaamse kleine bedrijven betaalbare kwaliteitscertificeringen, is geen overbodige luxe.

Nu kost een standaard certificering minimaal 4.000 euro per jaar. Surinaamse ondernemers willen dit doorgaans niet uitgeven. Echter, als de internationale spelers komen, dan moeten deze bedrijven een dergelijke internationale certificering hebben. Anders no deal. Onderwijs kan hierop inspelen. En er zijn genoeg leerkrachten die wat willen bijverdienen door deze trainingen aan te bieden, dus pak je kans.

Drop-outs is al decennia een groot probleem. Ik zie hier een kans en noodzaak waar onderwijs op kan  inspringen om drop-outs die wellicht talent hebben voor andere ambachten te begeleiden met opleidingen zodat deze toch kunnen meedoen. Drop-outs is een wereldwijd probleem ook hier zijn grote internationale fondsen voor aan te wenden en ook hier zal het ministerie genoeg leerkrachten voor kunnen vinden die wat willen bijverdienen.

Het MinOCW heeft een enorme taak dat een minister niet in een paar jaartjes kan oplossen. Dit moet partij en politiek overstijgend worden aangepakt. Want uiteindelijk gaat het om het structureel ordenen van Suriname als het gaat om

educatie van het volk en duurzame ontwikkeling van onze economie. Dit is een prioriteit en ik dring aan op de partij, haar leden en alle Surinamers die onderwijs en duurzame ontwikkeling van onze mensen een warm hart toedragen.

Ik roep u allen op om erop aan te dringen bij onze bestuurders binnen welk departement dan ook om het MinOCW mee te nemen in de beleidsvoering. Dit zodat het volk goed wordt voorbereid op de toekomst. En dat eenieder ongeacht ras, geslacht, geloof of politiekevoorkeur kan genieten van wat gaat komen. Een Suriname voorwaarts.