OM evalueert ‘artikel 100 buiten proces afhandelen’
15 Nov 2021, 02:48
foto


Het Openbaar Ministerie (OM) evalueert de toepassing van artikel 100 wetboek van Strafrecht. “We gaan de kinderziektes na en zullen waar nodig aanpassingen doen”, geeft persofficier Ruth Nunes in gesprek met Starnieuws aan. Het OM garandeert dat er “checks and balances” zijn bij de strafafhandeling conform de interne richtlijnen en neemt in overweging om in de toekomst de boete- en sanctielijst openbaar te maken. 

Op 4 oktober 2021 startte het vervolgingsinstituut formeel met de buiten processuele afhandeling volgens artikel 100. In tegenstelling tot eerdere berichten vanuit het OM, gaat het om een pilot project - de duur hiervan is evenwel niet bekend - bevestigt Nunes. Verdachten die een ‘lichte’ overtreding begaan waarop een gevangenisstraf van zes jaar of minder staat, krijgen de optie om hun zaak buiten de rechtszaal en strafrechter af te handelen. “We passen dit toe om recidive te voorkomen”, licht de persofficier toe. Als er een boete wordt opgelegd dan snapt de verdachte ook ‘ik kom er niet zo makkelijk van af. En zal de persoon de volgende keer tenminste twee keer nadenken, voordat hij het strafbaar feit weer begaat.” 

Op dit moment geldt de strafafhandeling alleen voor deze minder ernstige strafbare feiten: bedreiging, vernieling, diefstal, eenvoudige mishandeling, verduistering, oplichting en opzetheling. “We sluiten het niet uit dat er na de evaluatie meerdere artikelen hieraan worden toegevoegd.” De afhandeling buiten proces is vanaf 2015 opgenomen in het wetboek van Strafrecht, en “werd indirect al toegepast”. De afgelopen jaren werkte het OM verder aan de “implementatie en structuur van het geheel”. De regeling geldt nu officieel voor verdachten die vanaf 4 oktober zijn aangehouden.

OvJ beslist
Bij deze aanpak van strafafhandeling gelden er voorwaarden. De hulpofficier kan al een afweging hebben gemaakt dat een zaak zich leent voor een artikel 100 afhandeling. Dan kan hij alvast bij de benadeelde informeren naar de schade en aftasten hoe die over de strafafhandeling denkt. De hulpofficier houdt de verdachte de optie van buiten processuele afhandeling voor. “Er is een terugkoppeling met het OM, de officier die in de weekdienst is ingedeeld, die de beslissing neemt. De hulpofficier doet de administratieve afhandeling.”

“Binnen de zes uren van aanhouding moet een beslissing vallen voordat de inverzekeringstelling volgt”, geeft Nunes aan. Het kan ook gebeuren dat voorafgaand aan de houding er al onderzoek is verricht. “Indien het een recidivist betreft, iemand die al eerder in aanraking is gekomen met de politie, dan kan er afhankelijk van de zaak toch artikel 100 worden aangeboden. Uiteraard niet oneindig.” De verdachte moet het strafbaar feit bekennen, akkoord gaan met de boete en/of schadevergoeding en afstand doen van de inbeslaggenomen goederen afkomstig uit het strafbaar feit.

Boete en/of schadevergoeding
Bij eventuele schade wordt die eerst nagetrokken. “Bij een mishandeling kijk je onder andere naar de gemaakte medische kosten.” En bijvoorbeeld bij diefstal van een 100 lbs gasbom, beveiligd door een traliewerk: wat is de waarde van de gasbom en de offerte voor herstel van het geforceerde dievenijzer. De benadeelde geeft de schade op middels een kwitantie en/of offerte. “Er wordt niet zonder meer aangenomen als de aangever zegt ‘dit is van mij weggenomen en ik wens SRD 10.000’. Elke case staat op zich en wordt apart beoordeeld.” 

Hoogte boete
Op basis van de interne richtlijnen bepaalt de Officier van Justitie (OvJ) de hoogte van de boete. Die richtlijnen zijn alleen bestemd voor het OM, de vervolgingsambtenaren en hulpofficier. Volgens de richtlijnen, staat er voor een bepaald feit een maximaal bedrag, “maar elke case wordt apart bekeken”. Ook wordt bij de hoogtebepaling gekeken naar de verdachte als persoon. “Neem een zwerver, dakloze, persoon met kleine baan, dan ga je die geen hoge boete opleggen waarvan je weet dat het geldbedrag niet betaald kan worden. Want het lijkt alsof je de persoon weer drijft om nog een strafbaar feit te begaan om die boete te kunnen betalen. En dat willen wij niet.”
Tweede moment
Het tweede moment dat de beslissing voor de strafafhandeling kan vallen, is op het parket, legt Nunes uit. De OvJ moet beslissen over de inverzekeringstelling van de verdachte. Als de case voldoet aan de voorwaarden van artikel 100, dan wordt de verdachte de optie voorgehouden. Over een derde moment - na de inverzekeringstelling en verlenging, zegt Nunes, “ik sluit niets uit. Elke case is op zich en er kunnen gevallen zijn. Er wordt dan weer teruggekoppeld met de benadeelde en misschien dat er alsnog buiten proces wordt afgehandeld.”

Transactieformulier met zittingsdag
Indien de verdachte en diens advocaat akkoord gaan, dan is er een transactieformulier voor de afdoening. Hierop staan de gegevens van de OvJ en hulpofficier belast met de zaak, de personalia van de verdachte, omschrijving van het strafbaar feit, boete, etc. De verdachte krijgt een betalingstermijn. “We hanteren geen lange termijn; afhankelijk van de aard, twee weken tot een maand.” De boete wordt voldaan bij de parketwacht en de schade aan de benadeelde. 
Op het transactieformulier krijgt de verdachte ook gelijk een datum mee voor een zittingsdag om voor de rechter te verschijnen. Dit in geval de boete en/of schade niet binnen de betalingstermijn is betaald. “In goed vertrouwen ga je ervan uit dat hij boete betaalt, anders wordt de zaak voorgelegd aan de kantonrechter. Daarom gaat het om eenvoudige strafbare zaken.”

Laatste woord
De benadeelde wordt zoveel als mogelijk op de hoogte gesteld door de hulpofficier. “Indien de benadeelde niet akkoord gaat met de buiten processuele afhandeling, dan wordt de zaak afgehandeld als een normale strafzaak.” Dit gebeurt ook wanneer de verdachte niet bereid is om de zaak buiten proces af te handelen. Hoewel de benadeelde een sterke stem heeft, ligt het laatste woord bij het OM. “De vervolging beslist welke zaken het voorbrengt.” Indien het OM beslist en de benadeelde het niet hiermee eens is, staat de weg naar het hof open. “Dan mag de benadeelde op basis van artikel 4 Strafvordering naar het Hof van Justitie stappen met het verzoek het OM te bevelen de zaak toch strafrechtelijk te vervolgen. De betaalde boete wordt teruggegeven, want de zaak begint gewoon van voren af aan.”

Checks and balances
Vooralsnog is de boete- en sanctielijst alleen intern bekend, maar het OM overweegt die in het kader van transparantie te publiceren. “Het OM houdt toezicht op het geheel en heeft ‘checks and balances’ ingebouwd bij de buiten processuele afhandeling”, verzekert Nunes. Partijen zijn op de hoogte van wat er is afgesproken en krijgen de beschikking – de benadeelde krijgt de mededeling ook op schrift. “Die wordt niet publiekelijk gemaakt.” En de verdachte behoudt zijn wettelijk recht om voor de afdoening de bijstand van de advocaat in te roepen.

Verder krijgt het OM het volledige dossier opgestuurd. “Er wordt nagetrokken of de zaak is afgehandeld zoals is afgesproken. Alles wordt in het dossier gezet, zoals de kwitanties, offerte, betaling, transactieforumlier, etc.” Het vervolgingsinstituut vraagt de samenleving om vertrouwen te stellen in deze aanpak, teneinde verdachten een financiële tik uit te delen met het doel om ook de lichtere vormen van criminaliteit en recidive tegen te gaan. “Het is een pilot project en we moeten de kinderziektes nagaan.” 
pdf-icon.gif TRANSACTIE_FORMULIER_(SPECIMEN).pdf                
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May