Gemiste kans door marginale bijdrage op COP26
08 Nov 2021, 02:52
foto
Assembleelid Jennifer Vreedzaam


(Ingezonden)

De recente VN Klimaat Conferentie van 2021 kortweg COP26 was een belangrijk moment voor wereldleiders om de ontwikkelingen en doelen met betrekking tot klimaatsverandering te bespreken, maar vooral hun standpunten kenbaar te maken. Dergelijke multilaterale ontmoetingsmomenten gaan vaak gepaard met drukke agenda's van bilaterale gesprekken, en worden goed voorbereid. President Santokhi lijkt het wel voor elkaar te krijgen steeds negatief in de publiciteit te komen. Een illustratie van een bijna lege zaal tijdens de spreekbeurt van het staatshoofd, zegt veel over de participatie van ons land op de COP 26. Staande tete-a tete's (lees: tori praten), zijn niet hetzelfde als bilaterale gesprekken in de marge van een multilaterale conferentie. 

Guyana heeft bijvoorbeeld goed gebruik gemaakt van de gelegenheid om in een bilaterale ontmoeting met premier Modi van India, de covid samenwerking te bevorderen. Vele ministers van buitenlandse zaken van de verschillende landen hebben hun bilaterale gesprekken met agendapunten afgewerkt. Het is triest dat een investeringsmagnaat genaamd Suriname National Foreign Investment N.V. dat met alle haast is opgericht door de staat waarvan twee ministers aandeelhouders zijn, tot nu toe niet in staat is gebleken om potentiële investeerders evenals buitenlandskapitaal aan te trekken noch duidelijke bilaterale gesprekken heeft kunnen voeren op de dienstreizen.

Voorts is er geen nieuw nationaal plan voor beleid, strategieën en actiepunten met betrekking tot klimaatsverandering gepresenteerd in 2021, ook niet in De Nationale Assemblée. Het ad hoc en onsamenhangend beleid van deze regering spreekt boekdelen. Denk daarbij aan het uitgeven van Surinaamse visgronden aan ons buurland Guyana. Suriname ontbeert nog steeds de ontwikkeling voor verduurzaming van de visserijsector, een gedegen oceanenbeleid en mariene hulpbronnen. Maar ook een carbon emissie overeenkomst met HPSG ontbreekt, voor een 1.2 miljard dollar investering ten behoeve van een op te zetten waterstof industrie die in Suriname.

Tevens bekruipt mij het gevoel dat ook het grondenrechten vraagstuk van inheemsen en tribale volken niet serieus wordt genomen, doordat de regering en delen van de coalitie wijzigingen wensen door te voeren in het decreet uitgifte domeingrond en decreet beginselen grondbeleid die grootgrondbezit als gevolg zal hebben. Verandering van grondgebruik heeft ook ingrijpende consequenties voor klimaatsverandering. 

Dat het vertrouwen in en de geloofwaardigheid van de president met de dag geminimaliseerd wordt, behoeft geen betoog. De vele wo set’ ing beloftes gedaan voor de verkiezingen van 2020 om een goede toekomst met betere perspectieven voor Suriname te realiseren, zijn teniet gedaan door vriendjespolitiek en vele andere corruptieve praktijken. Het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu heeft een levensduur van 15 maanden, doch heeft zij nog geen enkel tastbaar resultaat kunnen neerzetten. Er zijn nog geen plannen hoe dit ministerie ervoor zal zorgen om de ernstige bedreigingen van klimaatsverandering te mitigeren. 

De president heeft in zijn betoog op de COP26 wereldleiders opgeroepen, om de handen in elkaar te slaan en de wereld te helpen redden. Mooie oproep overigens die meteen zijn waarde verliest, omdat diens eigen beleid niet gestoeld is op een nationaal klimaatsplan en er veel economische onzekerheden heersen. De kapitalistische benadering van deze regering geeft de indruk dat er weinig animositeit aanwezig is om klimaatsdoelen duidelijk vast te stellen in relatie tot de verdere ontwikkeling van Suriname, daarbij de opkomende gas en olie industrie in ogenschouw nemend. 

In mijn optiek en kennelijk vele anderen stond het bezoek in het licht ‘to pretend taking our future seriously’, waarbij zelf vraagtekens geplaatst kunnen worden over de aanwezigheid van de first lady op de conferentie. Was zij daar als waarnemend kabinetsdirecteur of als adviseur van de President, vandaar dat zij vlak achter de president plaatsnam? Was de plek niet crucialer geweest voor de Minister van Ruimtelijke Ordening en Milieu? 

We moeten ons afvragen wat de rol van Suriname daadwerkelijk was op deze klimaatconferentie. De Guyanese vicepresident heeft in september jl. een bliksembezoek gebracht aan Suriname en gedicteerd hoe Suriname en Guyana een gezamenlijke agenda voor klimaatsverandering zouden moeten hebben en heeft de president het derhalve niet noodzakelijk gevonden om deze agenda voor te leggen aan De Nationale Assemblée.

COP 26 had een uitstekende gelegenheid moeten zijn om goed voorbereide gesprekken te voeren over het te voeren strategische beleid gericht op klimaatsverandering, Suriname haar geografische ligging in het Amazone Regenwoud en ons standpunt terzake 'renewable energy'. Zulks is niet gebleken uit de gezamenlijke agenda met Guyana. 

Opmerkelijk is dat China en Rusland virtueel hebben deelgenomen aan de COP26, meer om politieke redenen dan om financiële redenen. Virtuele deelname was een optie en zeker een kans om het land geld te besparen, maar daarvoor is bewust niet gekozen door onze regering. Kampt het land niet meer met een financiële crisis, of omdat Staatsolie $90 miljoen zal storten in de staatskas wordt er maar raak gereisd?

Klimaatsverandering is juist nu het moeilijk politiseerbaar is, een goed instrument voor landen zoals de onze om zich te profileren en deze profilering zou misschien meer investeerders aantrekken dan een zogenaamd Bollywood filmbedrijf dat door de minister van Buitenlandse Zaken in hoogst eigen persoon is gepresenteerd als investeerder, zonder een due dilligence en zelfs riekend naar mensenhandel. COP 26 is door een marginale bijdrage van Suriname een mooie gemiste kans geweest! 

Jennifer Vreedzaam 
NDP Lid van De Nationale Assemblée 

Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May