Monorath: Tuchtcollege stap dichterbij verbeteren kwaliteit rechsstaat

Harish Monorath (Nieuw Suriname) is ingenomen met de wijziging van de Advocatenwet. Hierdoor kan het tuchtcollege, dat sinds 2008 is ingesteld, eindelijk functioneren. Door de wijziging wordt het wettelijk kader geschapen. "Hiermee hebben wij Suriname nog niet gemaakt tot de rechtsstaat die wij willen hebben, maar wij zijn in elk geval een stap dichterbij in het verbeteren en garanderen van juridische bijstand voor burgers", zei Monorath dinsdag in De Nationale Assemblee. Hij is lid van de commissie van rapporteurs.

De wetswijziging geeft mogelijkheden tot het tuchtrechtelijk optreden tegen advocaten van wie een ernstig vermoeden bestaat dat zij beroepsmatig ontsporen of dreigen te ontsporen. Als het de deken van de Orde van Advocaten niet lukt te bemiddelen tussen de cliënt en zijn advocaat, moet de klacht voorgelegd worden aan het tuchtcollege. Als iemand toch niet eens is met de uitspraak, is beroep bij het Hof van Justitie nog altijd mogelijk.

Aanscherpen
Monorath pleitte voor verdere aanscherping van het ontwerp. Hierin heeft de deken drie maanden de tijd om te bemiddelen. Monorath wil deze periode terugbrengen tot twee maanden. Advocaten die vijf jaar het beroep uitoefenen, mogen lid worden van het tuchtcollege. De parlementariër kiest liever voor tien jaar ervaring.
"Het duurt ongeveer acht jaar voordat een advocaat helemaal zelfstandig kan procederen", zei Monorath. Tien jaar geeft een betere basis geeft om een gedegen oordeel te vellen over een klacht.

Monorath wil van de regering weten of een griffier verbonden zal zijn aan het tuchtcollege. Ook over de procedure die gevolgd moet worden bij het indienen van klachten kwam aan de orde. Voorgesteld werd om de klacht in te dienen bij de secretaris van het tuchtcollege in plaats van de deken. Dit om schijn van partijdigheid te voorkomen.
Ganeshkoemar Kandhai (Nieuw Front/VHP) vindt dat het Hof van Justitie de twee leden voor het tuchtcollege moet voordragen. Het moet niet aan de minister van Justitie en Politie overgelaten worden om zelf een keuze te maken.
Zijn fractiegenoot Asiskumar Gajadien wil van de regering weten of de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter per definitie leden moeten zijn van het Hof van Justitie. Hij wees op de onderbezetting van de rechterlijke macht.