Kanhai heeft op de vorige zitting zijn pleidooi gehouden, waarin hij zich afvraagt "welk belang gediend zal worden indien doorgegaan zal worden met een kwellende, vernietigende strafzaak wanneer we na meer dan 20 jaar niet verder konden komen dan een veroordeling van de verdachte wegens moord". Hij gaf aan dat het kennelijk beoogde doel van veroordeling van de verdachte kosten wat het kost, nimmer op een juridisch verantwoorde wijze zal kunnen worden bereikt. “En het kan niet anders dan dat wij thans met zijn allen tot de conclusie komen, dat deze gerechtelijke procedure voorbij is en dat het er nu om gaat om met de grootste spoed dit 8-december strafproces, dat ons volk nu meer dan 20 jaar in gijzeling heeft gehouden, tot een zinvol einde te brengen.”

Kanhai zei reeds dat het uitgangspunt van dit proces was het zeer tragische verlies van 15 levens van mensen die inderdaad hun sporen binnen de Surinaamse samenleving hadden verdiend en die mogelijk nog veel aan de verdere ontwikkeling van het land zouden kunnen bijdragen. “Daarvan uitgaande lijkt een strafproces te zijn opgezet dat mede op aansturing van de ex-kolonisator van ons land, zonder enig nader onderzoek voor 100% is uitgegaan van de absolute onschuld van de mensen die zijn omgekomen. Bijgevolg lijkt vervolgens voor 100% te zijn uitgegaan van de moorddadige schuld van de mensen onder wiens verantwoordelijkheid de betreffende personen in het Fort Zeelandia waren opgebracht, waar zij op of omstreeks 8 december 1982 zijn omgekomen.”