Het grootste deel van de verdachten valt onder de sociale rechtsbijstand. Deze groep vraagt naar kosteloze rechtsbijstand. “Wil je praten over een goede rechtspleging in strafzaken, dan is het van belang dat een verdachte rechtsbijstand geniet. Het wordt tijd dat gekeken wordt naar de verhoging van de vergoeding voor deze advocaten.” Er zijn weinig advocaten die toegevoegde zaken willen doen vanwege de lage vergoeding. Lalji zegt dat indien gesproken wordt over een gedegen rechtsbijstand, dan moet die in de praktijk tot uiting komen.

Bij kosteloze rechtsbijstand worden bepaalde wettelijke mogelijkheden niet benut terwijl bij een betalende advocaat dat wel geschied. Daarbij onderstreept Lalji dat verzoeken op basis van artikel 54a en 61 van het Wetboek van Strafvordering bij kosteloze rechtsbijstand niet op de juiste wijze worden benut omdat voor alles tijd en geld nodig is. Bij een betalende advocaat gebeurt dat wel. “Je krijgt een scheve ongelijkheid tussen verdachten die wel een advocaat kunnen betalen en zij die het niet kunnen.”