Opmerkelijk bliksembezoek van Ramdin aan Brazilië

Woensdag 11 augustus vertrok minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking voor een tweedaags ‘bliksembezoek’ naar Brazilië. De CDS die dit op diezelfde dag meldde, sprak over een ‘uitgestelde meeting’ vanwege Covid-19 om over enkele strategische onderwerpen te praten, zoals ‘samenwerking op het gebied van technologie, defensie en veiligheid, energie en luchtvaart’. Sinds de Covid-19 pandemie uitbrak in maart 2020 zijn regeringsleiders en ministers inmiddels vertrouwd met virtuele Zoom en Teams-vergaderingen voor het bespreken van hun internationale zaken.
Als echter sprake is van een bezoek dat met spoed plaatsvindt, en minister Ramdin neemt niet eens een collega mee, bijvoorbeeld van Defensie of van Justitie en Politie – gezien de gespreksonderwerpen – , dan is er werkelijk iets aan de hand. Ik werd hierin gesterkt door de mededeling dat de Braziliaanse regering een ‘eigen toestel’ naar Suriname stuurde om Ramdin op te halen. Naderhand ontdekte ik toevallig dat ‘het toestel’, een vliegtuig was van de Força Aérea Brasileira, de Braziliaanse luchtmacht.  
Het is weliswaar 38 jaar geleden, maar ik zie dit bliksembezoek in het verlengde van de Braziliaanse interventie in Suriname, toen in het voorjaar van 1983, nauwelijks 3 maanden na de 8-decembermoorden, landmachtgeneraal Danilo Venturini op Zanderij landde, naar Paramaribo reed en legerbevelhebber Desi Bouterse te verstaan gaf dat Brazilië geen Cubaanse vrijage op het Zuid-Amerikaanse continent duldde en zeker niet in een buurland. Kort hierna gelastte Bouterse alle Cubanen Suriname te verlaten en verbrak hij de diplomatieke betrekkingen met Havanna.
Wat er nu naar mijn bescheiden mening speelt, gaat curieus genoeg weer om Bouterse, maar dan in relatie tot het 8-december strafproces, waaraan op 30 augustus een eind komt, als de Krijgsraad, nu de behandeling in verzet is afgewikkeld, de gevangenisstraf van 20 jaar hopelijk zal bekrachtigen met – het kan haast niet anders – gevangenneming van de veroordeelde te gelasten.

Ik breng hierbij ook in herinnering de uitspraak van Bouterse zelf op de zitting van de Krijgsraad van 30 juli, toen hij in zijn overigens teleurstellende ‘laatste woord’ opmerkte dat hij de uitspraak van de Krijgsraad niet zo belangrijk vindt. Belangrijker vindt hij hoe verder wordt gegaan met het land na 30 augustus. Een uitspraak die van alles kan betekenen.

Ondertussen verschenen op Starnieuws na het bliksembezoek twee berichten over de Surinaams-Braziliaanse samenwerking: Suriname verdiept relatie met Brazilië, luidde de kop van het persbericht dat uitkwam nadat minister Ramdin op vrijdagmiddag 13 augustus terug was in Suriname. Daags na het weekend, verscheen: Brazilië mikt op oliesuccessen Suriname en Guyana. Beide berichten – en vooral de laatste, want ik heb nooit enige belangstelling geuit gezien van Brazilië voor de Surinaamse offshore oliezaken – beschouw ik als een Surinaams-Braziliaanse bliksemafleider op weg naar 30 augustus en, zoals Bouterse het zei, wat er daarna met Suriname gaat gebeuren.

Roy.khemradj@gmail.com