G7 beschuldigt Iran voor aanval op Mercer Street tanker

Ministers van Buitenlandse Zaken van de Groep van Zeven rijke economieën zeggen dat Iran de internationale vrede en veiligheid bedreigt en dat al het beschikbare bewijsmateriaal aantoont dat Teheran achter een aanval zat op de tanker Mercer Street vorige week. "Al het beschikbare bewijs wijst duidelijk naar Iran. Er is geen rechtvaardiging voor deze aanval", aldus de verklaring van de huidige G7-voorzitter, Groot-Brittannië.

Het schip was een onder Liberiaanse vlag varende petroleumproducttanker in Japanse handen, beheerd door Zodiac Maritime, eigendom van Israël.

Teheran ontkent elke betrokkenheid bij de vermoedelijke drone-aanval waarbij twee bemanningsleden - een Brit en een Roemeen - zijn omgekomen.

In een afzonderlijke verklaring zei het Amerikaanse leger dat explosievenexperts van het Ronald Reagan-vliegdekschip - dat werd ingezet om de Mercer Street te assisteren - tot de conclusie kwamen dat de drone in Iran was geproduceerd. Het zei dat de explosievenexperts in staat waren om verschillende delen van een drone te herstellen, waaronder een deel van de vleugel en interne componenten waarvan het zei dat ze bijna identiek waren aan eerder verzamelde monsters van Iraanse aanvalsdrones.

Het Amerikaanse leger suggereerde ook dat de aanval mogelijk vanaf de Iraanse kust was gelanceerd. De afstand tot de locaties van de aanvallen zouden volgens de Amerikanen "binnen het bereik liggen van gedocumenteerde Iraanse eenrichtingsaanval"-drones.

"Een deel van het materiaal is overgebracht naar het Amerikaanse hoofdkantoor van de Vijfde Vloot in Manama, Bahrein en vervolgens naar een Amerikaans nationaal laboratorium voor verdere tests en verificatie", zei het Central Command, dat toezicht houdt op de Amerikaanse troepen in de regio, in de verklaring.

Ondanks de ontkenningen van Teheran hebben Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en anderen Iran bekritiseerd voor de aanval. "Het gedrag van Iran vormt, naast zijn steun aan proxy-troepen en niet-statelijke gewapende actoren, een bedreiging voor de internationale vrede en veiligheid", aldus de verklaring van de G7.

"We roepen Iran op om te stoppen met alle activiteiten die in strijd zijn met de relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad en roepen alle partijen op een constructieve rol te spelen bij het bevorderen van regionale stabiliteit en vrede."

Groot-Brittannië bracht de kwestie vrijdag aan de orde tijdens een vergadering achter gesloten deuren van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. De 15 leden tellende instantie zal naar verwachting geen actie ondernemen.

"Iran was verantwoordelijk voor deze aanval. We weten dat het opzettelijk en doelgericht was. Er is geen rechtvaardiging voor wat er is gebeurd - een door de staat gesanctioneerde aanval op een burgerschip dat vreedzaam door internationale wateren voer", vertelde de Britse VN-ambassadeur Barbara Woodward na de ontmoeting aan verslaggevers.

De plaatsvervangend VN-ambassadeur van Iran, Zahra Ershadi, verwierp de beschuldigingen dat Teheran achter de aanval zat en waarschuwde voor represailles: "Iran zal niet aarzelen om zichzelf te verdedigen en zijn nationale belangen veilig te stellen."