Alles heeft een prijs
02 Aug 2021, 08:30
foto


1. Twee onvermijdelijke beleidskeuzen
Er wordt al enige tijd een maatschappelijke discussie gevoerd over de invloed van de in het kader van het Herstelplan 2020-2021 ingevoerde en nog in te voeren maatregelen. Zij zijn gericht op onder meer het bereiken van evenwichtige verhoudingen in de overheidsfinanciën door middel van verhoging van de inkomsten en het drukken van de uitgaven. Uitvoering van een herstelplan in welke vorm dan ook is onvermijdelijk geworden, omdat de ontsporing van de overheidsfinanciën heeft bijgedragen tot buitensporige geldschepping, schaarste aan deviezen en uitputting van de leencapaciteit van de Staat met averechtse macro-economische effecten.

De vervolgens getroffen maatregelen, waaronder vooral de depreciaties van de Surinaamse munt en tariefaanpassingen, hebben (vaak diepingrijpende en uiteenlopende) uitstralingseffecten op onder meer de koopkracht van de bevolking en op de inkomens- en vermogensverhoudingen tussen bezitters van Surinaamse dollars ten opzichte van bezitters van vreemde valuta. De herstelmaatregelen doen op korte termijn pijn en vergroten de armoede onder delen van de bevolking. Juist om deze reden wordt het sociaal vangnet fors verstevigd.

Een behoorlijk deel van de door uitvoering van het Herstelplan te genereren extra middelen wordt al benut voor financiering van de kosten van het sociaal vangnet. Hiermee is in eerste instantie een bedrag van SRD 3,5 miljard gemoeid. Het vangnet draagt bij tot een zekere inkomensherverdeling. Niettemin biedt de versteviging van het vangnet onvoldoende soelaas, gelet op de hoge noden en de tekortschietende kaspositie van de overheid.

Uitvoering van het Herstelplan vergt echter niet alleen minder offers van de bevolking dan in het geval van een minder stringent beleid, maar biedt ook uitzicht op herstel van evenwichtige en houdbare overheidsfinanciën. Gerealiseerde begrotingscijfers over de eerste zes maanden van 2021 laten al een duidelijke verbetering zien. Als deze tendens zich voortzet, is het niet nodig dat de Staat een overmatig beroep doet op geldschepping. Tegen deze achtergrond is het voeren van een beheerst loonbeleid evenzeer essentieel voor het ondersteunen van het herstel.

Een en ander verkleint het risico van betalingsbalansproblemen, verder waardeverlies van de nationale munteenheid en aanwakkering van het inflatietempo. Er ontstaat dan geleidelijk een klimaat van wisselkoers-, financiële en monetaire stabiliteit. Dit klimaat is een noodzakelijke voorwaarde voor bevordering van de productie en export, voor stopzetting van het lopende proces van aantasting van het gemiddelde reële SRD loon en voor extra creatie van werkgelegenheid. Deze vorm van beleidsvoering vergt echter eensgezinde discipline.

Indien de maatregelen opgesomd in het Herstelplan niet of in onvoldoende mate worden doorgevoerd en aangedragen beleidsalternatieven eveneens onvoldoende soelaas opleveren, zal het risico van het voortduren van een structureel onevenwichtige en kwetsbare toestand van de overheidsfinanciën relatief groter zijn. De druk om beleidsmaatregelen af te blazen dan wel uit te stellen, zal in dat geval toenemen. Een en ander zal welhaast onvermijdelijk gepaard gaan met het weer doen van een onoordeelkundig beroep op geldschepping en schuldvergroting. De ervaring leert dat het risico van het weer op gang komen van een vicieuze cirkel groter wordt.

Geldschepping gaat immers gepaard met stijging van de invoer van goederen en diensten, wat al snel de internationale reserves van de Centrale Bank aantast, met gevolgen voor de wisselkoers, het inflatietempo, de reële inkomens en onze welvaart. De weerstand om beleidsoffers te brengen heeft aldus ook een prijs.

2. Enkele uitkomsten van onze exercities
Wij illustreren het eerder geschetste beeld met enkele cijfers over het beloop van het gemiddelde reële SRD loon. In januari 2021 verrichte exercities met het Marco abc model indiceren dat, uitgaande van behoedzame aannames, er ook in 2020 en 2021 sprake is van dalingen van het reële SRD loon. Dit loon volgt immers met een tijdsvertraging en slechts deels het inflatietempo. In het laatstgenoemde jaar daalt dit loon tot slechts ongeveer 71% ten opzichte van het in 2019 bereikte niveau. Bezitters van vreemde valuta zien anderzijds de reële waarde van hun bezit toenemen door de depreciatie van de SRD.

Door het voortzetten van het terughoudend financieel en monetair gedrag van de Staat en van een voorzichtig loonbeleid, blijft ook de gemiddelde wisselkoers ten opzichte van de Amerikaanse dollar rond het eerder door ons berekende niveau van SRD 21. In dit scenario zien wij geen verdere achteruitgang van het reële SRD-loon. Er is echter geen herstel ten opzichte van 2019. Een noemenswaardig herstel mogen wij, uitgaande van de door ons gemaakte vooronderstellingen, pas in 2025 verwachten. Versterking van het sociale vangnet moet intussen wel een zeker soelaas brengen. Onze berekeningen bevestigen verder dat het niet dan wel onvoldoende verrichten van inspanningen uiteindelijk leidt tot een groter inkomens- en welvaartsverlies.

Zo heeft elke economische beleidsstrategie een prijs: there is no free lunch. De kunst is nu om de prijs die het doorvoeren van aanpassingen vergt, zo laag mogelijk te houden en aanvaardbaar te maken voor de bevolking.

Marein van Schaaijk, Gerard Lau en Tony Caram.
1 augustus 2021

Tot zover een samenvatting. De complete paper staat op: Dropbox link naar STUSECO:

pdf-icon.gif Paper_Macro_Monitor_01_augustus_2021_Alles_heeft_een_prijs.pdf                
Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April