Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 55
24 Jul 2011, 17:10
foto
Minister Raymond Sapoen van Onderwijs en Volksontwikkeling.


“He Sjaak, die minister van je is onder curatele gesteld.”
“Welke? Geen enkele minister is bezit van me, goden-zij-dank, wat zou ik met ze moeten doen?”
“Die van Onwijs, je ‘Zuster-geld’.
“Ach, ze zoeken een zwart schaap voor de tegenvallende eindexamenresultaten bij het VOS.”
“Nu opeens is hij zwakjes, benoemt hij z’n partner op het ministerie, was de bijdrage van onderwijs aan de begrotingen beneden maat en heeft hij op de koop toe ruzie met z’n directeur.”
“Misschien a baar’a partner foe dati, want die is ook in een staffunctie op het ministerie benoemd.”
“Mijn neef zei altijd: Hou vrouw en werk gescheiden, anders wordt het scheiden van man en vrouw.”
“Tegenwoordig kunnen ook man en man scheiden.”
“En vrouw en vrouw.”
“Maar dat hele ministerie is al jaren ziek. Wat ze moeten doen, doen ze niet en wat ze niet moeten doen, doen ze wel.”
“Zeg geen zomaar dingen, kom met bewijzen. Wat moesten ze niet doen?”
“Die elfjarige school weer invoeren, dat is toch je reinste flauwekul.”
“Maar de IDB heeft dat project gesponsord.”
“Daarom is men het gaan doen; niet omdat het noodzakelijk was. De IDB had liever alle lagere-schooljuffen van de eerste, tweede en derde jonger dan veertig jaar verplicht moeten doen bijscholen, in Nederlands, in Rekenen...”
“Velen hebben nauwelijks een algemene ontwikkeling,maar ze pingen de hele dag en laten de kinderen maar overliggen.”
“Als je hoort wat voor ruwe taal velen tegen die kinderen gebruiken en als je hun handschrift ziet: ze zijn op dat punt doktoren gewoon.”
“Dat komt omdat al jaren de Kweekschool de dump is voor alles wat nergens anders toegelaten is of van het LBGO komt.””Maar gelukkig zijn er nog juffen en scholen die nog ietwat het vroegere niveau hebben.”
“En dat weten de ouders, daarom zijn ze bereid nachten voor zo een school te slapen om hun kind daar ingeschreven te krijgen. Ze kennen het belang van een stevig fundament.”
“Tja, als je een huis op drijfzand bouwt, gaat’ie verzakken. Vanaf de kleuterklas moet de zaak weer opgekrikt worden.”
“Dat hadden ze eerst moeten doen. Maar nee, daar kon geen njang mee gemaakt worden, daar viel niets aan te verdienen. Dan maar dat domme plan van die elfjarige basisschool gaan uitvoeren en al dat geld van de IDB vroegtijdig opmaken met dure commissies en peperdure consultants. Eindstand: een mismaakt elfjarig schoolplan in halve voorlopige uitvoering.”
“Maar waarom is dat elfjarig onderwijs niet goed?”
“Mijn hemel, denk toch nuchter, al zuip je een hoop rommel. Je kan toch niet toestaan dat er op één erf, wan djari, kinderen van zes jaar rondlopen met lummels van zestien?”
“No kaar dingt ptieng lummels.”
“Okee, sorry, maar dan heb je meisjes van elf, ze beginnen net hun vrouwelijke vormen te krijgen, en dan heb je die jongens van vijftien die dat likkebaardend aanschouwen.”
“En natuurlijk gaan ze die ontluikende bakvisjes verleiden, dat kan je die jongens ook niet kwalijk nemen.”
“En die jonge meisjes van tegenwoordig spelen daar mooi op in met hun uitdagend gedrag.”
“En omgekeerd heb je jongens van tien, elf die nog geen baard in de keel hebben, maar die oudere jonge meiden met alle uitstulpingen van achteren en van voren op het schoolerf aanschouwen, die met oudere jongens staan te zoenen en te wrijven achter de school of worden opgehaald door allerlei oudere figuren. Dat is toch geen goed voorbeeld voor die jonge jongens?”
“Juist wel. Ze worden ‘live’ voorgelicht.”
“De lagere-schoolkinderen krijgen nu toch onder het mom van voorlichting allerlei verkapte propaganda voor vrije seks toegediend?”
“Ach, jij leeft nog in de vorige eeuw.”
“En ik blijf erbij, dit elfjarig ding is een onding.”
“Inderdaad, de lagere school is de periode dat ze net de puberteit bereiken, net hun eerste zaadlozing of maandelijkse bloeding hebben gehad of net gaan krijgen, en dan gaan ze naar het mulo, waar ze het allemaal al hebben.”
“En waarom eindigt dat mulo na vier jaren?”
“Dan komen ze in de periode dat ze ‘het’ al beginnen te doen. Dan krijg je het VOS. Daar doen ze ‘het’ al, worden zwanger, gaan met man samenwonen en dat soort dingen.”
“Ach, nou overdrijf je; per school worden er misschien drie of vier per jaar zwanger.”
“En ook op het mulo worden ze tegenwoordig flink zwanger. Een paar jaar terug bleek toch zowat de helft van de meisjes in de mulo-examenklas te Brokopondo zwanger te zijn?”
“Ja, maar je zegt het zelf: Brokopondo...”
“Je stigmatiseert. Wat er hier in de stad op sommige muloscholen en LBGO-scholen gebeurt, is ook allesbehalve pluis.”
“En er wordt gerookt, gezopen, geslikt en dat soort dingen.”
“Orde en tucht zijn vervangen door Blekberrie en Pingen.”
“Dan ga jij minister ‘Zuster-geld’ verbeteren, nò, als je alles zo beter weet.”
“Ome Paul Pienter heeft gezegd dat juist die minister van uitblinkt.”
“Net zoals die andere die ruzie heeft met de vuilophalers van doodlopende wegen en nu halen die daar geen vuil meer op. Boi, if je sjie a morserij.”
“Dit volk weet niet met z’n eigen vuil om te gaan.”
“Oom Ramon is geworden Vader Abraham met de Koning Smurf.”
“Zeg weer nonsens.”
“Hij praat niet, is Essabee praat.”
“Gewoon op de hoek van elke doodlopende weg een vijftal van die metalen vuilniszakkenplatforms naast elkaar in de grond zetten, een paar lange afgekeurde planken erop, zodat er een soort lange tafel ontstaat, waarop men z’n vuilniszakken kwijt kan. Dus niet in die bak, want dan scheuren zwerfhonden de zakken van onderen open, maar erop. En is het niet genoeg, dan maakt men de rij langer. Hoeveel kosten die dingen?”
“Minder dan het pimpen van de ministerswagen en minder dan de vuilophalers van die doodlopende straten willen. Want met mijn systeem nemen die grote vuilophalers alles mee.”
“Ik hoorde bellers via de radio over oplossingen voor ons onveilig verkeer suggesties doen.”
“Ja, heel goed, en twee universiteitsstudenten zaten erbij en ze willen een vrijwilligersgroep voor veilig verkeer promoten.”
“Goeie zaak. Ons verkeer behoort tot de onveiligsten in de wereld.”
“Maar die oplossingen zijn al jaren duidelijk: voetpaden en fietspaden aanleggen, heb je de Lalla Rookhweg, de Franchepanestraat en de Coppenamestaat met die volbeplante bermen zodat je bij die hoeken geen uitzicht hebt, gezien? Weet je hoe gevaarlijk deze wegen vooral voor voetgangers, fietsers en bromfietsers zijn?”
“Dan swiengen en friengen de hosselbussen zich ertussen.”
“En bij de stoplichten komen allerlei vieze verslaafde en mismaakte wezens je dag bederven met hun gebedel, gretverderrie.”
“Dus dat van dit land, boi. Iedereen heeft op alles kritiek, wil de wereld verbeteren door bij de anderen, en niet bij zichzelf te beginnen en komt met de beste oplossingen van alle grote problemen waarmee we al jaren zitten, maar er gebeurt gewoon niets; alles blijft zo.”
“Hoe komt dat?”
“Omdat er geen geld is om die hoognodige plannen uit te voeren. Weet je hoeveel een redelijk goed fietspad per vierkante meter kost? En een trottoir? En een pot belijningsverf? Jullie komen zo gemakkelijk met oplossingen, maar waar moet dat geld vandaan komen?”
“Inderdaad, die overheid van ons is voor deze dingen zo failliet als een kale kikker.”
“Dus het zal uit meer belasting moeten komen. Maar dan gaan we weer met z’n allen hard gillen en snel tanken en de radio platbellen met de vraag:Hebben ze al gestort?”
“Maar er is wel geld om in nog geen jaar meer dan tweeduizend nieuwe ambtenaren in dienst te nemen.”
“En er was wel geld om dat gedeelte van de Drambrandersgracht links en rechts van de Wanicastraat...”
“Jopie Pengelstraat...”
“%$#^& me niet met die namen, Weidestraat moest ook snel veranderen, maar Surinamers die veertig jaar en langer keihard hebben gewerkt voor land en volk en hele instituten en diensten hebben achtergelaten, worden vergeten.”
“Paarden die de haver verdienen, krijgen die niet.”
“Daarom drinken wij onze ‘haver’ hier, met plezier en geen gemier.”

Rappa







Rappa

Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May