Wetgeving nodig om militaire dienstplicht opnieuw te activeren

Vicepresident Robert Ameerali geeft toe dat na bestudering van de grondwet er een wet nodig is om de militaire dienstplicht opnieuw in te voeren. Er zal wetgeving geproduceerd worden, voordat hiertoe zal worden overgegaan.

Ameerali gaf hiermee de assembleeleden Asiskumar Gajadien (Nieuw Front/VHP) en Ronald Venetiaan (Nieuw Front/NPS) vrijdagavond gelijk. Gajadien kaartte dit vraagstuk als eerste aan in het parlement in tweede ronde. Minister Lamuré Latour van Defensie had bij beantwoording van vragen in de eerste ronde gesteld dat het noodzakelijk is om de dienstplicht weer in te voeren. Volgens hem was daarvoor geen speciale wet nodig omdat dienstplicht niet was afgeschaft bij de grondwetswijziging. De regering wilde dit jaar de dienstplicht opnieuw invoeren.

Niet in landsbelang
“Juridisch is het zo dat het parlement dient te beslissingen of militaire dienstplicht wederom ingevoerd zal moeten worden. In de memorie van toelichting van de grondwetswijziging in 1992 is duidelijk opgenomen dat de herinvoering afhankelijk gesteld wordt van het oordeel van De Nationale Assemblee op grond van eventueel zich voordoende bijzondere omstandigheden. De minister verwart artikel 177 met artikel 180 lid 1 en 2. In art 177 staat dat het Nationaal Leger tot taak heeft de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Suriname tegen buitenlandse gewapende militaire agressie te verdedigen. Artikel 180 geeft aan dat het verdedigingsbeleid berust bij de regering en de verdediging van de staat een fundamentele plicht van elke burger is”, aldus Gajadien. Hij vindt dat er geen bijzondere omstandigheden hiervoor zijn.

Venetiaan zei dat ook hij gekant is tegen reactiveren van de militaire dienstplicht nu. De minister van Defensie heeft het parlement volgens Venetiaan op een verkeerd been gezet. “Wij hebben u veel krediet gegeven, maakt u dit niet op”, aldus Venetiaan zich richtend tot de minister van Defensie , die op dienstreis is in Brazilië. Venetiaan wees erop dat dienstplicht bevroren is en niet zonder meer kan worden ingevoerd.

Jongerenorganisaties betrekken
Melvin Bouva (Mega Combinatie/NDP) zei dat hij niet tegen dienstplicht is, maar dit is niet onvoorwaardelijk. Bouva zei dat er doelgericht te werk dient te worden gegaan. In eerste instantie wilde de regering een ondergrens van 16 jaar, maar dit is tegen het Kinderrechtenverdrag. Nu is het gesteld op 18 maar. Bouva zei dat ook rekening gehouden moet worden van studie van jongeren. Hij heeft de grens liever op 21 jaar.

Bouva vindt een bovengrens van 35 jaar ook te hoog. Tot jongeren worden mensen tot 30 jaar gerekend. Bouva vindt dat met jongerenorganisaties en het Nationaal Jeugd Parlement ook van gedachten gewisseld moet worden over deze kwestie.