Adequate geschiedschrijving blijft essentieel
05 Feb 2021, 05:16
foto


Roy Khemradj stelt in zijn recensie dat Gowricharn heeft berekend dat slechts een derde van de Hindostaanse contractarbeiders in Suriname is gebleven. Gowricharn heeft het over: “Het deel dat het potentieel gered zou kunnen hebben, is dus een fractie van dit derde deel. Kortom: het grootste deel van de immigranten heeft het niet gered"(p. 28).

Deze vreemde conclusie is gebaseerd op een onjuiste berekening.  
1. Er zijn tussen 1873 en 1916 in Suriname 5.404 van 34.304 Hindostaanse immigranten gestorven. Maar het betreft een periode van 44 jaar! In 1873-1874 zijn bijna 4.000 Hindostaanse immigranten overgebracht; de meesten waren tussen 20-30 jaar. Een 20-jarige uit1873 was na 40 jaar 60 jaar en 30-jarige was 70 jaar. Velen zijn in Suriname vanwege ouderdom gestorven. Mag je er van uitgaan dat deze personen het niet beter hadden in Suriname en mag je het totaal van 5.404 personen aftrekken van 34.304 immigranten en stellen dat zij niet in Suriname zijn gebleven? Nee!

2. Er zijn in deze periode liefst 6.399 personen geboren. Veel overledenen hebben nakomelingen voortgebracht die stamouders zijn geweest van families in Suriname. Je kunt ook in dit verband 5.404 niet aftrekken van 34.304 om pas daarna te berekenen hoeveel personen nakomelingen hebben voortgebracht. Deze stamouders worden dus niet meegeteld en dat is fout!

3. Vervolgens trekt Gowricharn 11.333 terugkeerders af van de 34.304 aangekomenen. Er waren onder de terugkeerders echter ook stamouders die in Suriname zijn achtergelaten; meestal als jong kind of baby bij familie of bij personen die graag een kind wilden adopteren.

4. Van de 11.333 terugkeerders moet 20% worden afgetrokken. Dat waren personen die in Suriname waren geboren, onder wie ook volwassenen. Zij zijn dus geen terugkeerders. Dat wordt het aantal: 11.333 - 2.267 = 9.066 terugkeerders. Dat betekent dat niet een derde van de 34.304 Hindostaanse contractarbeiders is teruggekeerd, maar ruim kwart! En 34.304 – 9.066 is 24.238. Stel dat je ook nog daarvan is 5.404 overledenen aftrekt, dan blijven 19.834 personen over. Dan is ruim meer dan de helft (58%) in Suriname gebleven.

5. Gowricharn stelt dat van de in Suriname gevestigden ongeveer een derde vrouw was. Dat klopt niet. Onder de aangekomenen was ongeveer een derde vrouw, maar onder de terugkeerders was dat slechts 20%. Er zijn dus verhoudingsgewijs meer vrouwen gebleven in Suriname.

6. Vervolgens stelt Gowricharn dat 17.563 personen (51%) in Suriname zijn gebleven. Hij stelt dat in gezinsverband geleefd hebben11.709 en 5.854 niet in gezinsverband en dat deze groep 'geen nazaten heeft voortgebracht.' Dit klopt niet, want veel alleenstaanden hebben toentertijd relaties gehad en kinderen voortgebracht. Gowricharn beweert dat slechts een derde deel (11.300) alleen nakomelingen kan hebben voortgebracht en hij stelt dat velen uit deze groep ook nog ziek waren of zullen geen partner hebben gehad. Hoe de enorme bevolkingsgroei onder Hindostanen ondanks zijn vermeende lage aantallen zich heeft voltrokken, verklaart hij echter niet!

7. Gowricharn beweert dat men het niet zo goed had in Suriname. Tijdens de contracttijd hebben zich echter 3.000 Hindostanen uit het Caribisch gebied gevestigd in Suriname, omdat het veel beter was dan in de omringende koloniën. Ook zij zijn stamouders geworden.

8. Veel terugkeerders hebben spijt gehad en geprobeerd terug te keren naar Suriname. Het is slechts 10% gelukt om terug te keren naar Suriname. In mijn boek Hindostaanse contractarbeiders is een apart hoofdstuk gewijd aan terugkeer. Hij heeft dit boek bestudeerd, maar willens en wetens deze gegevens genegeerd. Dat is niet zuiver.

9. Ongeveer 10% van de Surinaamse terugkeerders lukte het om in andere koloniën terecht te komen. Er zijn Hindostanen van andere koloniën naar Suriname gekomen, omdat men hoorde dat het beter was in Suriname.

10. Het aantal terugkeerders als bewijs aanvoeren dat het niet veel beter was in Suriname dan in het toenmalige India is ook onjuist. De meeste Hindostaanse contractarbeiders waren als tijdelijke arbeidskrachten gemigreerd om geld te verdienen en te sparen om daarna terug te gaan. Velen zijn in hun opzet geslaagd en hebben heel zuinig geleefd en zijn met gespaard geld teruggekeerd.

Gowricharn wilde bewijzen dat het niet zoveel beter was in Suriname dan in het toenmalige India. Daarom heeft hij bepaalde gegevens genegeerd of verzwegen. Dat getuigt niet van wetenschappelijke integriteit.

Chan E.S. Choenni
Advertenties