Suriname op weg naar een betere politieke orde
31 Dec 2020, 06:41
foto


President Santokhi heeft een failliete staat overgenomen. In 2021 zal hij al zijn stuurmanskunst nodig hebben om Suriname uit de verraderlijke wateren naar rustig vaarwater te navigeren. De financiële calamiteit die hij moet beheersen is ook nog verdubbeld door de coronacrisis. Ofschoon hij is begonnen met een lege kas, hoge schulden en geen inkomsten, heeft hij zo te zien al wat stappen gezet op weg naar herstel van de economie. Hij is in elk geval vlijtig, zuinig, eerlijk, openhartig en capabel, zeker in vergelijking met zijn voorganger.

De president geeft er blijk van dat hij weet wat de drie belangrijkste ingrediënten zijn van goed bestuur: een sterke staat, de ondergeschiktheid van de staat aan de rechtsstaat en verantwoordingsplicht. Dit moet worden waargemaakt. In een sterke staat kunnen ondernemers makkelijk zakendoen, op basis van glasheldere en bekende regels, en handhaving ervan. Er is geen traagheid, rompslomp, papierenlast, loperij en tjoekoe-tjoekoe om je zaken te regelen. Niemand staat boven de wet. En overheidsuitgaven worden behoorlijk toegelicht.

De meningen over de aanpak van de economische crisis zijn verdeeld. De economisten zijn van meet af aan voor een harde aanpak: een shocktherapie, om de economie snel te herstellen. Dus onmiddellijk afschaffen van alle subsidies, flinke bezuinigingen et cetera; een amputatie zonder verdoving. Morgen word je wakker, je ziet de verandering, maar er is geen weg meer terug; het is een fait accompli. Dan heb je de pijn in een keer gehad, daarna kan het alleen maar beter gaan. Maar de president is een politicus en kiest blijkbaar voor wat verdoving en een minder bittere pil. Hij moet geven en nemen, water bij de wijn doen, draagvlak metselen, want dat is nou eenmaal de kern van de democratie. Draagvlak en uitvoerbaarheid moet hij eerst achter gesloten deuren met de sociale partners zien te bereiken. Vervolgens moet hij het verkopen aan het volk. Hoe het ook zij, goede communicatie is belangrijk. Om gehoorzaamd te worden, heeft de president meer aan een half dozijn goed gebekte mensen dan aan een machtig leger.

Een probleem dat Suriname achtervolgt en blijft achtervolgen is de etnische verdeling van het land. Minister Blok had gelijk toen hij zei dat de etnische opdeling zorgt voor mislukking van de staat. De zogenoemde bromtji djari is een advertentie voor het land, maar het is ook een rem op ontwikkeling. Er wordt nu gezegd dat de VHP etnisch bezig is met de invulling van posten. Het kan zo zijn. Maar in deze kritiek zijn hypocrisie en stommiteit in het huwelijk getreden.

Hypocrisie, omdat in Suriname elke politieke partij eerst zorgt voor de eigen achterban en het eigen kader. Dat gebeurt ook bij de ABOP, de PL, de NPS, de NDP en de BEP. Stommiteit, omdat elke Surinaamse president tenminste personen kiest op basis van loyaliteit en vertrouwen, zodat zijn beleid niet stiekem zal worden gedwarsboomd. Zo gaat het in Suriname. Nu wordt er op de sociale media flink gekakeld dat de president alleen Hindostanen benoemt. Er lijkt sprake te zijn van een bewuste vertekening van de realiteit. Etniciteit is niet de issue, het gaat om prestatie. Bij de vorige regering was er een gebrek aan prestatie vanwege incompetentie. Dat had ook niets te maken met etniciteit.

Het probleem van de etnische ontevredenheid is representatie. Mensen denken dat alleen iemand die op ze lijkt, ze goed kan vertegenwoordigen. Maar het moet niet gaan om gelijkenis, maar om het scheppen van iets beters. De president ziet de mogelijkheid om het land uit de diepe crisis te halen door dingen anders te doen, en als het goed afloopt, zal iedereen daar beter van worden. Op wie hij lijkt is bijzaak. De hoofdzaak is of hij vorm kan geven aan het idee van goed bestuur. Dit zou ook de wil van het volk moeten zijn. Maar delen van het volk kijken er anders naar. Zij willen hun eigen mensen zien, of die nu capabel zijn of niet. Dit heeft met een lagere ontwikkeling te maken. In de finale van de 100 meter mannen op de Olympische spelen stonden alleen 'blakamans'. Niemand had er moeite mee, want het waren op dat moment de beste atleten. Dat begrijpt men wel. Maar om grotere ideeën van goed bestuur te begrijpen, is meer kennis en inzicht nodig. Het gaat er niet om op wie de 'schepper' lijkt, maar om de belichaming van een groots idee; 'fu set’ a kondre bun'.

De president heeft in nog geen zes maanden al vooruitgang geboekt. De financiële huishouding van de overheid is redelijk onder controle (door de tering naar de nering te zetten, corruptie te bestrijden en de unificatie van de wisselkoers). De schuldsanering is goed op weg. De rechtstaat is versterkt. Met weinig middelen, en wat handigheidjes, is al wat bereikt. En dat alles zonder de boeverij en de oplichterij van de vorige regering. Ook heeft de president aangekondigd dat er projecten worden voorbereid die zullen bijdragen aan de economische bedrijvigheid. Deze projecten moeten dan vooral gericht zijn op de opbouw van een stevige middenklasse, want daar zijn de mensen die initiatief nemen, die voor zichzelf zorgen, ondernemersgeest hebben en de handen uit de mouwen steken. Het is ook goed om te horen dat de overheid van plan is om veel projecten samen met bedrijven uit te voeren, de zogeheten publiek-private samenwerking (PPS). De overheid kan op die manier overtollige ambtenaren overhevelen naar de private sector.

Het hart van een functionerende democratische rechtsstaat klopt sinds 25 mei 2020 weer sterker in Suriname. Het is nog veel te vroeg voor applaus, want de problemen zijn levensgroot. De president heeft nog vele soela’s te doorkruisen om het volk uit de penarie te helpen. De uitdagingen blijven een gezond financieel evenwicht, beheersing van de coronacrisis en ondersteuning van de meest behoeftigen. Verder is het de taak van de 'executive' van Suriname, om het land, het bestuur en het volk tot een harmonieus geheel te maken.
Een verantwoordelijk en solidair 2021 toegewenst!

D. Balraadjsing
Advertenties

Saturday 20 April
Friday 19 April
Thursday 18 April