Minister Amafo: Vrije meningsuiting mag kinderrechten niet schaden

Minister Alice Amafo van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Sozavo) vindt dat vrije meningsuiting, informatieverstrekking en programmering via de media, naar kinderen toe, duidelijke grenzen moet kennen.

“Ik wens als de regeringscoördinator voor de uitvoering van het VN-verdrag Inzake de Rechten van het Kind vast te stellen dat de neus van ons kind compleet is stukgeslagen”, zei de minister vandaag op een interactieve media workshop, in de Ballroom van hotel Torarica. Amafo vindt dat de overheid veel meer moet doen om de rechten van het kind te beschermen.

Rechten waarborgen
De bewindsvrouw zei in haar openingsspeech dat het niet de kinderen zijn die volledig op de hoogte moeten zijn van hun rechten, maar volwassenen en vooral de overheid, die als taak hebben deze rechten te waarborgen. Volgens haar is het goed stil te staan bij de aspecten van het communiceren, het overbrengen van boodschappen, praten over kinderen. Amafo stelde in het algemeen de vraag of er bij het communiceren en het gebruik van het recht op vrije meningsuiting, er voor volwassenen andere normen gelden dan voor kinderen. De minister zegt jammer genoeg te moeten constateren dat in de praktijk het recht van spreken en communiceren boven op de rechten van het kind staat.

“Belevenis van de rechten van het kind, begint bij de volwassenen. Wij moeten zorgen voor de randvoorwaarden, zodat onze kinderen kunnen gedijen in een kindvriendelijke omgeving en milieu. Een milieu waarin alle fowru-doti’s zijn verwijderd, zodat onze kinderen hun potenties ten volle kunnen ontwikkelen. Niet de kinderen horen in de eerste plaats de rechten van het kind uit het hoofd te kennen, maar wij als volwassenen. Op de Surinaamse overheid rust daarom dan ook de plicht, opvoeders in alle soorten – waaronder dus ook de media -, kennis bij te brengen over de opvoeding van kinderen, waarbij kinderrechten niet geschaad worden”, zei Amafo

Eerbiediging privéleven
De Sozavo-minister herinnerde haar gehoor aan artikel 16 lid 1 van het kinderrechtenverdrag waar wordt gewezen op de bescherming van de privacy van het kind tegen willekeur of onrechtmatige inmenging in zijn of haar privé- of gezinsleven, thuis, correspondentie of een of andere onrechtmatige aantasting van zijn of haar goede naam of eer.

Artikel 40 van het verdrag spreekt over de eerbiediging van het privéleven van het kind tijdens alle stadia van een strafproces. Amafo zegt dat het geen zin heeft een beschuldigende vinger te wijzen, maar vindt wel dat de samenleving als geheel zich zal moeten buigen over deze materie en de verplichting heeft recht te doen aan het Surinaamse kind.