138 jaar Hindostaanse immigratie herdacht met bloemenhulde

Weeskinderen, nakomelingen van Hindostaanse immigranten, de Indiase ambassadeur, minister Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken, zijn collega van Financiën, Wonnie Boedhoe, en culturele groepen legden kransen bij het monument van 'Baba en Mai'. Vandaag wordt 138 jaar Hindostaanse immigratie met verschillende activiteiten herdacht.

Ashwin Adhin, voorzitter van de Culturele Unie Suriname (CUS), zegt dat de voorouders van Hindostanen 138 jaar geleden uit India zijn vertrokken. Zij dachten dat ze naar het land van Ram gingen. "Maar ze hebben Ram in hun hart meegenomen. Daar waar Ram is, daar is ook hun land. Ook de cultuur is meegenomen en behouden gebleven", memoreert Adhin.

Nakomelingen van de immigranten zeggen dat ze alle reden hebben om trots te zijn op wat bereikt is sinds de immigratie. De nakomelingen hebben een nieuw vaderland gevonden. "Daar waar het mij goed gaat, daar is mijn vaderland", staat gegraveerd op het monument van 'Baba en Mai'.

Adhin zegt dat het hem heel goed heeft gedaan om te zien dat het beeld van 'Mama Sranan' naar het monument van 'Baba en Mai' werd schoongemaakt vandaag. "Moeder Suriname houdt haar kinderen vast. Dit monument symboliseert de verschillende culturen in het land. De verschillende bloemen die in de tuin bloeien. Wij zijn trots op ons land en hoe wij met elkaar leven", zegt Adhin.