(Ingezonden) 

Diverse burgers en organisaties hebben de afgelopen periode hun bezorgdheden inzake het vroegtijdig beëindigen van de Brokopondo Overeenkomst geuit. De vrees van velen is helaas waarheid geworden, zowel de regering als het parlement hebben in strijd gehandeld met de belangen van het Surinaamse volk. 

Zoals alom bekend, heeft de regering bij de onderhandeling met Alcoa enorm gefaald. De concrete gevolgen hiervan beginnen zich nu te manifesteren. Wij, het volk van Suriname, moeten nu aan Suralco US$120 miljoen betalen. Hiervoor wil de regering een woekerlening afsluiten; de beruchte Bridge Loan van US$ 150 miljoen.

De regering heeft een Investor Presentation samengesteld waarmee investeerders worden verleid met woekerrentes van 10%. Daarbij wordt als officiële 'Republic of Suriname Representative' vermeld Vice President Corporate Development van Alcoa, Mr. Marc Pereira. Zijn foto prijkt prominent met minister G. Hoefdraad, adviseur B. Fritz-Krockow, en directeur van Staatsolie R. Elias op de presentatie. 

Het is zeer ongebruikelijk dat een internationaal bedrijf samen met het land dat hem moet betalen op zoek gaat naar geld. Dit is niet alleen immoreel en onethisch maar mogelijk ook strafbaar in de Verenigde Staten. In de Code of Conduct van Alcoa wordt zelfs expliciet vermeld dat een dergelijke handeling onder de noemer steekpenning valt. (Code of Conduct, Leading with Integrity”, Alcoa, December 2018, p.15. Online publication).

Gegeven het bovenstaande is het Ethics & Compliance Programma van Alcoa aangeschreven. De vraag was hoe het kan dat dhr. Pereira als vertegenwoordiger van Suriname wordt opgevoerd. Het antwoord luidde als volgt: …“In connection with raising funds, Alcoa was asked (by the government), if an employee could be available to answer questions at meetings with prospective investors, organized by bankers working for the government. We declined to participate in those meetings and have asked that our employee’s name and title not be included in any offering materials related to the government’s independent work with its potential investors. 

Het is hiermee duidelijk dat de regering ondanks weigering van Alcoa, dhr. Marc Pereira toch gewoon als officiële vertegenwoordiger van Suriname heeft opgevoerd! Dit is misleiding, immoreel en zelfs mogelijk crimineel. De regering zet hiermee ons land voor de zoveelste keer internationaal te schande. De geloofwaardigheid van de regering is, voor zover dat niet al zo was, helemaal weg.

Het hoeft geen betoog, dat als de presidentiële commissie Sardjoe, Waaldijk, en Hoefdraad hun werk beter hadden gedaan en/of onze parlementariërs naar eer en geweten en bovenal kundig hadden gehandeld, we niet in deze situatie zouden verkeren.