Rudi Dwarkasing, medisch directeur PCS, zegt dat hij meer vaart in de aanpak van het probleem van suïcide wil. (Foto's: Raoul Lith)
Gemiddeld
stappen jaarlijks 150 Surinamers uit het leven. “Elk één is er één te
veel,” zegt Rudi Dwarkasing, medisch directeur van het Psychiatrisch Centrum
Suriname (PCS). Er zijn jaarlijks gemiddeld 26 gevallen van zelfmoord op
elke 100.000 personen in Suriname. Dit is aanzienlijk hoger dan het
wereldwijde gemiddelde van 16 gevallen per 100.000 inwoners.
Het
gaat voornamelijk om mensen in de beroepsfase, zegt Dwarkasing,
“mensen die moeten werken om vooruit te komen en het land vooruit te
helpen."Dan heb je nog de andere
groep van de pogers, mensen die een poging ondernemen, dat is een behoorlijke
groep. Alleen op de SEH van het AZP komen er gemiddeld 600 mensen binnen,
bijkans twee per dag, deelt hij de informatie. Hij legt uit dat als dit
wordt gekapitaliseerd, het om zeker 3.000 ligdagen gaat, en dat dit veel geld
kost als het vanuit een commercieel oogpunt bekeken wordt. “Dan heb ik het niet
eens over het emotioneel leed en verlies van arbeidsdagen.”
In
aansluiting op het thema van World Mental
Health Day, “zelfmoord preventie”, op 10 oktober 2019 is door het PCS
samen met het Ministerie van Volksgezondheid en de Pan American Health Organization (PAHO) een congres
georganiseerd. Het congres, 'Op weg naar een
werkplan voor zelfmoordpreventie', heeft als doel het in 2016 nationaal
plan voor suïcide preventie verder uit te werken. De directie van PCS heeft in
overleg met het ministerie van Volksgezondheid besloten om dit thema naar zich
toe te trekken, “omdat we willen dat er wat meer snelheid in komt,” legt
Dwarkasing uit. Hij stelt dat tijdens het congres het de bedoeling is dat het
nationaal plan in verdere details uitgewerkt wordt tot een uitvoeringsplan.
Hier is iedereen bij betrokken, benadrukt hij. De medisch directeur zegt dat
het PCS het werk niet alleen kan, maar wel de lead wil nemen. In het nationaal
plan komen vijf onderdelen aan de orde welke weer verder zijn uitgesplitst in
deelacties. Tijdens het congres wordt afgesproken welke van deze
deelinterventies door wie zal worden gedaan en binnen welke tijdsperiode. In
het hierdoor ontstane werkplan zullen dan de afgesproken acties staan die
tussen 2020 en 2025 zullen worden ondernomen door de verschillende
actoren.
“Aan het
plan verandert er niets. Het plan is al goed uit bedacht.” Het gaat eigenlijk
over hoeveel suïcide gevallen er per jaar zijn geweest en wat de oorzaken zijn
geweest dat mensen suïcide hebben gepleegd of een poging hiertoe hebben gedaan,
legt Radj Jadnanansing, algemeen directeur van het PCS uit. Als je dat al weet,
weet je ook hoe er beleid gemaakt zal moeten worden om de suïcide trend terug
te gaan dringen, zegt hij. De algemeen directeur noemt als voorbeeld het
terugdringen van de toegang tot spullen die gebruikt worden om suïcide te
plegen, het weerbaarder maken van mensen om om te gaan met problemen en het
belang van beschikken over actuele data over suïcide. Zonder data kan er
namelijk geen beleid worden gemaakt. “De situatie is zorgwekkend, ernstig
zorgwekkend.” PCS is het behandel- en kenniscentrum in de geestelijke
gezondheidszorg, we kijken ernaar en weten hoe ernstig het is omdat we ook de
pogers en familieleden verder behandelen.
Volgens Jadnanansing kan het centrum niet toelaten dat er weinig aan
gedaan wordt en daarom zal het PCS voorop lopen. Tijdens het congres is in
groepen nagedacht door de verschillende stakeholders hoe hun rol zal zijn bij
het tot stand komen van preventieve maatregelen. Begin 2020 zal het PCS een
concreet plan voorleggen aan het ministerie van Volksgezondheid. “Natuurlijk
gaan we het ook kapitaliseren, want het kost allemaal geld om dit uit te
voeren.” Hij benadrukt het belang van commitment en teamwork van iedereen.
Vanuit de overheid is het nodig dat een deel van het budget van Volksgezondheid
moeten worden gereserveerd voor de preventieve zorg. Jadnanansing zegt verder
dat de geestelijke gezondheidszorg niet los gezien kan worden van de algemene
gezondheidszorg en dat deze niet minder belangrijk is. Ook het stigma dat nog
heerst rondom mensen met een psychische belasting moet worden teruggedrongen.
Als maatschappij dienen we te stappen uit de taboesfeer die er heerst rond alle
issues die betrekking hebben om de geestelijke gezondheidszorg.
Yitades
Gibre, PAHO/WHO vertegenwoordiger in Suriname heeft de deelnemers van het
congres voorafgaand aan de werkgroepen harde feiten over suïcide voorgehouden.
Elke 40 seconden overlijdt er in de wereld iemand ten gevolge van suïcide. Het
is de tweede meest voorkomende doodsoorzaak in de leeftijdsgroep tussen de 15
en 29 jaar wereldwijd. 79% van de suïcide gevallen in 2016 kwamen voor in
middel- en lagere inkomenslanden. Hij benadrukt dat iedereen een belangrijke
rol te vervullen heeft in het helpen tegengaan van suïcide en dat iedereen
daadwerkelijk het verschil uit kan maken voor een ander. Echter is samenwerking
op dit gebied erg belangrijk en moet er gecoördineerd en multidisciplinair te
werk worden gegaan.
Gibre is ook ingegaan op de risicofactoren voor
suïcide, waaronder geen toegang tot (geestelijke) gezondheidszorg, toegang tot
middelen, ondoordachte media rapportages over suïcide-gevallen en stigma. Ook rampen, oorlog, stress, discriminatie, trauma
of mishandeling zijn risico factoren. Op het niveau van het individu zijn de
risico’s geestelijke gezondheid, chronische pijn, genetische en biologische
factoren, het eerder een zelfmoordpoging hebben gedaan of dat hier in de
familie sprake van is geweest in het verleden. De vertegenwoordiger heeft het
publiek enkele “evidence based” interventies voorgehouden, waaronder vroegtijdige detectie, het
trainen van gezondheidswerkers, beleidsmaatregelen en het beperken van toegang
tot middelen om suïcide te plegen.