De Hofpresident heeft in zijn toespraak drie punten benadrukt die hij het komende jaar gerealiseerd wil zien. Een daarvan is dat het Hof de bevoegdheid krijgt om de rechterlijke organisatie zelfstandig te sturen wanneer het gaat om personeel, informatie, organisatie, financiën, automatisering, communicatie en huisvesting. Deze taken zijn formeel in handen van het ministerie van Justitie en Politie. “Zonder een zelfstandige en efficiënte bedrijfsvoering in handen van het Hof, zal er  steeds stagnatie in de productie van vonnissen en beschikkingen bestaan; deze stagnatie moet niemand willen!”, benadrukt Rasoelbaks. 

Een ander punt gaat over de huisvesting. Hoewel er drie gerechtsgebouwen zijn is het onderhoud en ruimte maken voor nog aan te trekken personeel, een uitdaging. Rasoelbaks is blij met de renovatie van de zittingszaal in Nickerie, maar hij hoopt dat een nieuw gerechtsgebouw dit zittingsjaar een feit zal zijn. “De bouw van dit gebouw is enkele jaren terug gestart en liggen de activiteiten vanwege financiële redenen sedert enige tijd stil,” geeft hij aan. 

De derde speerpunt gaat over het verbeteren en transparantie van de rechtspraak. Rasoelbaks somt de totale cijfers van de afgelopen zittingsjaren op. “In het zittingsjaar 2017-2018 zijn er rechtspraak-breed ongeveer 20.473 nieuwe zaken ingediend en waren er ongeveer 20.433 uitspraken, terwijl het afgelopen zittingsjaar, dus 2018-2019, rechtspraak breed ongeveer 31.157 nieuwe zaken telde en 29.303 uitspraken,” toont de Hofpresident aan. “Ten opzichte van het zittingsjaar 2017-2018 zijn er in het afgelopen zittingsjaar 2018-2019, dus ongeveer 10.684 meer nieuwe zaken ingediend, terwijl er ongeveer 8.870 meer uitspraken zijn gedaan.” 

Maar er zijn ook meer achterstanden ontstaan, het wegwerken is een zware uitdaging, geeft Rasoelbaks aan. “Om deze uitdaging aan te gaan heeft de rechtspraak de ondersteuning en medewerking nodig van in het bijzonder de regering, de Orde van Advocaten en de Vereniging van Deurwaarders,” drukt de Hofpresident de aanwezigen op het hart. Er zijn bijlange na ook niet genoeg rechters en ander ondersteunend personeel, haalt Rasoelbaks wederom aan. Met trainingen en opleidingen moet het gat gedicht kunnen worden. Rasoelbaks hoopt dat dit jaar nog het Nieuw Surinaams Burgerlijk Wetboek door De Nationale Assemblee komt en in werking treedt. Het Wetboek dateert van 1869 en zorgt voor problemen bij de hedendaagse rechtspraak. Ook bij de opleidingen is het een probleem. 

Rasoelbaks benadrukt dat de statistieken die hij heeft getoond 'voorlopige' cijfers zijn. Niet alle informatie was nog binnen, omdat zaken nog handmatig worden verwerkt. Maar dat zal binnenkort tot het verleden behoren deelt hij mee. Deze maand nog worden de eerste stappen naar digitale verwerking gezet. “De tijd van handmatig registreren van rechtszaken, de stand waarin deze zich bevinden en het zoeken naar hard copy dossiers en kwijtraken van dossiers en stukken, met alle nare gevolgen van dien, zal hiermede voorgoed tot het verleden behoren,” kondigt Rasoelbaks aan. 

Ondertussen is www.rechtspraak.sr up and running. Op de site kan men terecht voor uitspraken en andere informatie. “Dit zittingsjaar zal de unit die de website beheert verder worden uitgebouwd met een functionaris die een journalistieke achtergrond heeft, zodat gedegen en actuele informatie beschikbaar is voor de gemeenschap,” deelt Rasoelbaks mee. Ook hebben twee rechters van het Hof een training ondergaan als persrechter. Zij zullen deels worden vrijgemaakt van hun primaire taak  “teneinde de media en de samenleving van de gewenste procedurele informatie te voorzien en waar nodig en mogelijk ook informatie te verstrekken over de inhoudelijke kant van een rechterlijke beslissing.” 

René Gompers