Aangeboden
5 oktober is
vanaf 1994 door de United Nations Educational,
Scientific and Cultural Organization (Unesco) uitgeroepen tot dag van de
leerkracht. Op deze dag werd door de Unesco en de International
Labour Organization (ILO) de aanbevelingen van 1966 betreffende de
status van de leerkrachten, ondertekend.
Het is een
speciale gelegenheid om het beroep van leraar te vieren. Enkele van de
aanbevelingen zijn:
- Initiële en continue training;
- Mogelijkheden voor groei en promotie;
- Werkzekerheid;
- Participatie bij besluiten die het onderwijs raken;
- Goede condities voor een effectieve onderwijsomgeving;
- Verantwoordelijk gedrag van docenten
Deze dag is
een moment om niet alleen het beroep van leraar te vieren, maar bovenal om als
“leerkrachten” te bezinnen over onze taak en verantwoordelijkheden in onze
huidige samenleving. Het beroep van leerkracht heeft niet meer de status van de
vorige eeuw.
Studenten,
ouders en beleidsmakers schijnen steeds minder respect te hebben voor de
beoefenaars en het beroep. Eerlijkheid gebiedt ook aan te geven dat enkelen van
ons ervoor hebben gezorgd dat het respect voor het beroep en de
beroepsbeoefenaar is gaan afnemen.
Wat echter
niet is veranderd, is de verantwoordelijkheid die wij beroepsbeoefenaars hebben
in onze samenleving. Immers vanaf de introductie van de Early Childhood Development standaarden (ECD-standaarden), zijn
burgers al vanaf 18 weken oud in de handen van professionele opvoeders. Wij
zijn het die een grote impact c.q. verandering teweeg kunnen brengen bij de
burger. Het is daarom ook een kritische reflectie die wij als leerkrachten
moeten hebben wanneer wij afkeurend kijken, wijzen en spreken over die burger,
verkoper, jurist, notaris, parlementariër, minister of president. Immers elk
van ons is door de handen gegaan van leerkrachten. Unesco heeft als thema 'Education Transforms Lives'. Op welke wijze
gaan wij om met die kracht c.q verantwoordelijkheid die wij, leerkrachten, hebben?
De
keerzijde van de medaille is natuurlijk ook de omstandigheden die ontbreken om
die positieve transformatie te realiseren. De aanbevelingen zoals verwoord in
het document van de ILO en de Unesco zijn niet allemaal overgenomen.
Beleidsmakers,
en ook ik, verwijzen vaak naar de successen die andere landen hebben op het
gebied van onderwijs en in het verlengde daarvan de successen die deze landen
hebben. Wat meestal niet wordt meegenomen in de vergelijkingen zijn de
instrumenten die ingezet worden om het onderwijs succesvol te laten zijn. Een
voorbeeld hiervan is de Duitse bondskanselier, Angela Merkel die het volgend
antwoord gaf over het salaris van de leerkracht: When
judges, doctors and engineers asked the chancellor for the same salary, she
told them: “How can I compare you to those who taught you”.
De
aanbevelingen van de ILO en de Unesco van 1966 en 1997 (voor het tertiaire
onderwijs) dienen als benchmarks voor de rechten en verantwoordelijkheden van
leraren en normen voor hun initiële voorbereiding, verdere opleiding, werving,
tewerkstelling en onderwijs – en leervoorwaarden. Op 7 oktober 2019 wordt op
het Unesco-hoofdkantoor in Parijs in samenwerking met Unicef, UNDP, de ILO en Education International een officieel
evenement georganiseerd. Daarbij zal de viering worden gekenmerkt door twee
paneldiscussies met als thema “Jonge leraren: de toekomst van het vak”. De eerste discussie zal gaan over hoe
jongeren aan te trekken tot het beroep van leerkracht en de tweede discussie
hoe jonge en beginnende leraren te behouden voor het beroep.
Aan eenieder
die zich werkelijk inzet voor duurzame vooruitgang van ons land, is de taak en
verantwoordelijkheid weggelegd om te werken aan het verbeteren cq. versterken
van het beroep van de leerkracht. Verder dienen de beroepsbeoefenaars zich
bewust te zijn van hun verantwoordelijkheid en dien ten gevolge te handelen.
Suriname zal inderdaad transformeren indien alle actoren hun taken naar behoren
uitvoeren.
Aan alle
leerkrachten wordt een bezinningsvolle dag toegewenst.
Robby G. Holband