Het gaat nu
eens niet over bizarre krantenkoppen en bizarre verhalen, maar over bizarre
reclameboodschappen en bekendmakingen. Om met het
eerste te beginnen, reclameboodschappen zijn een vorm
van communicatie met het doel potentiële klanten over te halen tot
aanschaf van producten en diensten. Reclameboodschappen
moeten, juridisch gezegd, in overeenstemming zijn met de wet, de waarheid, de
goede smaak en het fatsoen.
Agressieve
reclame maken of de consument misleiden mag niet. Een adverteerder mag echter
wel flink overdrijven in zijn reclameboodschappen. Hij mag bijvoorbeeld zeggen
dat hij de beste keukens, of meubels, of ledlampen, of projectoren of wat dan
ook verkoopt, zolang het maar bij overdrijven blijft en hij geen belangrijke
informatie voor de consument achterhoudt. Ook eigenschappen aan zijn producten
toeschrijven die niet bewezen zijn, zijn uit den boze.
Communicatie
is een proces van informatie-uitwisseling. Bij communicatie is er altijd sprake
van een zender, een boodschap met informatie en een ontvanger. De zender in het
communicatieproces probeert informatie over te dragen naar de ontvanger door de boodschap. Maar de
boodschap moet wel duidelijk en helder zijn anders heeft communicatie geen zin.
Een
reclameboodschap waarin gesproken wordt over kwalitatieve
meubels, kwalitatieve keukens, kwalitatieve LED bulbs, kwalitatieve LED lampen, kwalitatieve projectoren en kwalitatieve wat dies meer zij, is van nul en
generlei waarde, omdat niets gezegd wordt over de kwaliteit: of die goed of
slecht is. Dat is belangrijke informatie die de consument wordt onthouden!
Morgen,
zondag 8 september, is Wereldalfabetiseringsdag,
de Internationale Dag tegen Ongeletterdheid, ingesteld om over de gehele
wereld aandacht te schenken aan analfabetisme. Analfabeten
zijn personen die de vaardigheid in lezen, spellen en schrijven niet of in
onvoldoende mate beheersen. We maken in het Nederlands taalgebied, waaronder
dus ook Suriname, onderscheid tussen analfabeten en laaggeletterden.
Laaggeletterden kunnen wel lezen en schrijven, maar beheersen deze vaardigheden
niet goed genoeg om te kunnen functioneren in de samenleving.
Volgens een
bericht uit Starnieuws van 8 september 2011, is al langer dan dertig jaar niet
bekend hoeveel procent van de bevolking van Suriname analfabeet is.. De laatste
rapportage dateert van 1980; toen bleken 33.054 landgenoten niet te kunnen
lezen en schrijven. In 1984 is
de afdeling Alfabetisering en Volwasseneducatie van het (toenmalige) Minov
begonnen met het leren lezen en schrijven aan volwassenen, de zogenaamde ‘Bigi
Sma Skoro’ of ‘Alfa 84’. In eerste instantie is begonnen mensen te onderrichten
in hun eigen moedertaal. Later is op verzoek van de cursisten overgestapt naar
het Nederlands. De meeste mensen gaven toen toch de voorkeur aan het Nederlands,
omdat dat de voertaal is en zij er meer aan hebben.
De laatste
tijd komt het vaker voor dat berichten en/of bekendmakingen van de overheid in
het Sranan, het Surinaams dus, vooral op de Radio te horen zijn. Voorbeelden
zijn informatie over lepra en tegenwoordig over het Burgerlijk Pensioenfonds,
waarvan delen van de tekst in gewoon Standaard Nederlands worden
weergegeven.
Op zich een
goede zaak, zeker wanneer het erom gaat zoveel mogelijke mensen, zo niet alle,
te bereiken en omdat erkend wordt dat niet iedereen in dit land de Nederlandse
taal goed verstaat. Curieus is
wel dat aan het eind van het bericht in het Sranan, de luisteraars wordt
geadviseerd om voor meer informatie ‘ie kan go
tapoe computer if noso senior wan e-mail’.
Dat is pas
bizar! Want zelfs als het bericht in het Sranan
op een of andere website zou staan, wat natuurlijk onbestaanbaar is, dan nog is
het boter aan de galg gesmeerd; de mensen kunnen immers niet lezen. Stel dat ze
al met moeite zouden kunnen lezen dan wordt het helemaal bizar wanneer
laaggeletterden ook nog eens digibeten, mensen die niets van computers weten,
blijken te zijn.
George Orie