Zorgplicht van de banken: géén zorgelijke ontwikkeling
02 Sep 2019, 20:45
Prenobe Bissessur, civiel-fiscaal jurist.
Aangeboden
Het Hof van
Justitie (HvJ) heeft op 7 augustus 2019 een belangwekkend vonnis in kort geding
gewezen in de zaak van RCR Health Centre NV (RCR) contra de Hakrinbank NV, de
Nationale Ontwikkelingsbank van Suriname (NOB) en het Academisch Ziekenhuis
(AZ).
RCR
exploiteert sedert 2010 een medisch/zorgcentrum onder de naam Zorghotel. Nadat
het Zorghotel in de problemen kwam, is het, ondanks pogingen tot
herstructurering, op 1 februari 2019 in het openbaar op een executieveiling
verkocht aan AZ.
RCR betwist
dat de veiling rechtsgeldig is. Daarom heeft RCR na de veiling een procedure
aangespannen tegen de betrokken banken en het AZ waarin zij heeft gevorderd dat
het AZ wordt verboden om te beschikken over het Zorghotel totdat (in een
bodemprocedure) over de rechtsgeldigheid van de openbare verkoping is beslist.
Hoewel de
vorderingen door de Kantonrechter zijn afgewezen, heeft het Hof van Justitie in
hoger beroep de vorderingen van het RCR toegewezen en dat uitgebreid
gemotiveerd met een vonnis van maar liefst 23 pagina’s. Het Hof heeft onder andere geoordeeld dat de Banken hun zorgplicht naar RCR hebben geschonden, dat de
Banken misbruik hebben gemaakt van hun executierecht en dat het niet
aannemelijk is dat het bedrag dat de veiling heeft opgebracht, een reel bedrag
is.
Daarnaast
oordeelt het Hof dat ook AZ niet te goeder trouw is, omdat, volgens het Hof,
het aannemelijk is dat de Banken en AZ voorafgaan aan de veiling hebben
samengespannen zodat het AZ het Zorghotel tegen de bankschuld kon kopen op de
veiling.
Het Hof
stelt RCR op nagenoeg alle punten in het gelijk en beslist dat het AZ verboden
wordt om te beschikken over het Zorghotel, totdat in een bodemprocedure is
beslist over de rechtsgeldigheid van de veiling. In dit
vonnis is door het Hof voor het eerst een duidelijk standpunt ingenomen omtrent
de zorgplicht van de Surinaamse banken.
In het
bijgaand artikel gaat civiel en fiscaal-jurist mr. Prenobe Bissessur in een
voor de leek begrijpelijke taal in op wat er speelde, wat de standpunten van
het RCR en AZ zijn en hoe het Hof daarover heeft geoordeeld. In de conclusie
gaat hij in op wat de consequenties zijn voor het aannemen van de zorgplicht
voor de klanten en de banken.