Een grote groep mensen uit Brokopondo heeft zich vandaag aangemeld bij De Nationale Assemblee. Zij vragen aandacht voor de geëscaleerde situatie. (Foto's: René Gompers)
Familieleden, vrienden en collega's van Furgill Aloeboetoe (25), zijn
vanmorgen naar De Nationale Assemblee getogen. De goudzoeker,
Aloeboetoe, is zondag op een concessie van Rosebel Gold Mines, doodgeschoten.
De familie eist dat het goudbedrijf de kosten betaalt van zijn begrafenis en de
zorg van zijn kinderen. De mensen zijn zeer verhit.
“Unu no hab’ moni fu ber’ a
dede,” zegt Whitney Aloeboetoe, zus van de overledene. “Unu no hab’ a moni fu sorgoe den sma sang mi brada
ben sorgoe. Unu wani meki a bedrijf beri a boi. Tap wan bun fasi tu. Op
een nette manier. Lek fa den b’o beri wan man
fu a bedrijf. Tap’ so wan manierie mi wani mek den ber’ mi p’kin brada.”
De zus vertelt dat hun moeder, die voor meerdere kleinkinderen zorgde, in
februari is overleden. Furgill heeft daarna de zorg van allemaal op zich
genomen. Hij laat zelf ook kinderen achter.
Er zijn vaker ongeregeldheden bij de Roma pit geweest. Ondanks
afspraken tussen de illegale goudzoekers,
de overheid en IamGold, blijven de kleine goudzoekers komen en houden heel vaak
geen rekening met hun gezondheid en veiligheid. Zondag is de situatie uit de
hand gelopen: er is een dode gevallen en een ander is gewond geraakt. Uit wraak
hebben de porknokkers graafmachines en een bus in brand gestoken. Een groot
deel van de Iamgold werkers zijn ondertussen geëvacueerd. De productie ligt stil, terwijl de
raffinaderij op een laag pitje draait.
Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons spreekt de mensen toe.
Whitney is met haar entourage door Assembleevoorzitter Jennifer
Geerlings-Simons in de foyer ontvangen. Het ging er luidruchtig aan toe. De
mensen voelen zich niet vrij en beschermd in hun woongebied waar de goudmijn
ook staat. Ze willen gerechtigheid en een oplossing, geven ze aan. Simons deelt
mee dat er al een wet gemaakt is om juist deze gevallen te voorkomen en dat ze
de punten van de familie, en ontstane situatie gaat bespreken in de Assemblee.
Terwijl er met Simons van gedachten werd gewisseld in de foyer, stond er nog
een groep buiten. Ook daar ging het er verhit aan toe.
Luid en emotioneel deden de mensen hun relaas bij enkele
Assembleeleden. “Waarom geven ze ons het lichaam niet? Sort' onderzoek, dem
sutu a man na eng ede!” Anderen geven aan dat wanneer ze gepakt worden bij de
mijn, ze langs de Brownsweg worden vrijgelaten. Er moet eerst SRD 1.000 worden
neergeteld. Ook het meegenomen goud moet worden afgestaan, vertellen ze aan
parlementariër Edward Belfort. “Den man no mag
sutu tra man, toch den tek a eigen recht. Toch den sut a man,” wordt er
geroepen.