De devaluatie van de Surinaamse munt sinds 1975
28 Jun 2019, 00:58
foto


Na de onafhankelijkheid in 1975 was de verwachting dat Suriname door een meerjaren-ontwikkelingsplan (MOP) binnen vijftien jaar een economisch zelfstandige natie zou zijn. Nederland zette hiervoor een bedrag van 3,5 miljard gulden opzij. De jaren 1975–1980 staan dan ook te boek als de 'gouden jaren' van Suriname.

Achteraf bleek echter dat de regering Arron niet in staat is geweest om Suriname tot duurzame ontwikkeling te brengen. Miljarden aan Nederlandse ontwikkelingshulp werden in grote ondoordachte projecten geïnvesteerd, waar uiteindelijk voornamelijk Nederlandse bedrijven voordeel aan hebben gehad. Dat er van de ontwikkelingshulp weinig terechtkwam, had grotendeels te maken met het feit dat Surinaamse politici en ambtenaren lak hadden aan het MOP. Men beschouwde de 3,5 miljard gulden als 'een afkoopsom voor het leed en de eenzijdige economische verrijking waarmee de koloniale verhouding gepaard is gegaan.


Jaarlijkse groeipercentages Suriname sinds 1980

 Op 25 februari 1980 zetten Desi Bouterse en vijftien andere onderofficieren hun revolutie in. De koers van de Surinaamse gulden bedroeg vlak voor de staatsgreep 1 USD = Sf 1,80. In Suriname en Nederland oordeelden velen in het begin enthousiast over het militaire bewind. De militairen leken Suriname zelfvertrouwen te geven en er leek een frisse wind te waaien door het weinig slagvaardige overheidsapparaat. Na 8 december 1982 veranderde de welwillende houding resoluut en Suriname raakte geïsoleerd van de rest van de wereld, en vooral van Nederland. Op die dag werden in Fort Zeelandia vijftien critici van het regime Bouterse doodgeschoten. Nederland schortte na deze Decembermoorden de ontwikkelingshulp op en tijden van economische terugval braken aan. De revolutionaire periode duurde van 1980–1987 en ging gepaard met veel schaarste aan primaire goederen en hoge inflaties. De koers van de Surinaamse gulden bedroeg in mei 1987 1 USD = Sf 12 op de zwarte markt.

In 1987 werden er weer vrije en geheime verkiezingen gehouden in Suriname en in 1988 trad de regering Shankar aan. Langzaam werd economisch herstel zichtbaar en de economie begon weer te groeien. In december 1990 kwam het onverhoopt tot een botsing tussen president Shankar en legerleider Bouterse, vanwege een incident tijdens een tussenlanding op Schiphol. Een daar ervaren vermeend gebrek aan steun voor Bouterse -Bouterse werd niet in staat gesteld om een toespraak te houden voor in Nederland woonachtige Surinamers- was voor Bouterse aanleiding om op 24 december 1990 rond middernacht een tweede coup te plegen: de telefooncoup. De wereld reageerde heftig op deze tweede staatsgreep en Suriname raakte opnieuw economisch geïsoleerd.

 In 1991 werd Ronald Venetiaan president van Suriname, na een grote overwinning van de Nieuw Front-combinatie. In november 1992 nam De Nationale Assemblee het Structureel Aanpassingsprogramma (SAP) aan om de economie te herstellen. Er vond een devaluatie plaats om economische rust te creëren en Suriname weer concurrerend te maken met het buitenland. Die periode was voor veel Surinamers een zware tijd, omdat er ook diverse overheidssubsidies werden afgeschaft en het volk hierdoor rechtstreeks werd geraakt in zijn primaire levensbehoeften. Met André Telting als president van de CBvS en Humphrey Hildenberg als minister van Financiën lukte het de regering Venetiaan echter toch om de economie te stabiliseren. Totdat er in 1996 weer verkiezingen werden gehouden.

 In september 1996 trad Jules Wijdenbosch aan als president en Desi Bouterse werd adviseur van staat. In deze regeerperiode ging het vrijwel vanaf het begin fout: corruptie, vriendjespolitiek, ondeskundig bestuur, fraude en diefstal van overheidsgelden vierden hoogtij. De geldpers draaide ongehinderd en de ongecontroleerde uitgaven namen fors toe. Twee jaar nadat president Venetiaan een redelijk gesaneerde economie achterliet, doemde het spookbeeld van arbeidsonrust, geldontwaarding en prijsstijgingen weer op. De staatsschuld ontplofte en mede door de twee prestigeprojecten van president Wijdenbosch ('Bosjebrug' en de Coppenamebrug) raakte Suriname in een diep economisch dal. Zelden was er zo onbeschaamd in de staatskas gegraaid. Het overgrote deel van de goudvoorraad van de CBvS bleek zelfs te zijn verkocht. Begin 2000 was 1 USD ongeveer Sf 1.600 waard.

 Op 25 mei 2000 won het Nieuw Front opnieuw de verkiezingen en Ronald Venetiaan trad weer aan als president. De Sf-koers was inmiddels gedevalueerd naar 1 USD = Sf 2.800. In januari 2004 schakelde Suriname over op een nieuwe munt: de Surinaamse dollar (SRD). Drie nullen werden geschrapt en de koers werd gesteld op 1 USD = SRD 2,80. Tijden van economische voorspoed braken aan: de staatsschuld werd teruggedrongen, de rente daalde, de inflatie bleef stabiel en de burger kon weer zonder angst sparen en plannen. Met André Telting aan het roer bij de Centrale bank werd een monetaire reserve van USD 1,2 miljard opgebouwd. Suriname kreeg in 2012 zelfs een BB Stable Credit Rating en was hard op weg om Investment Grade Rating Triple B (BBB) te krijgen. Landen met een BBB Credit-status krijgen makkelijk toegang tot de internationale kapitaalmarkt en kunnen tegen lagere rentes geld lenen. 

 

Gemiddelde koopkrachtontwikkeling per hoofd van de Surinaamse bevolking in $

De grafiek hierboven laat zien hoe onze koopkracht de afgelopen jaren is gekelderd. Na de overwinning van de Megacombinatie in 2010 kon de regering onder leiding van president Bouterse meeliften op de uitstekende economische omstandigheden die door de regering Venetiaan II waren achtergelaten. Direct na de verkiezingsoverwinning van 2015 gaf Bouterse echter aan dat de Surinamers de broekriem weer strak moesten trekken. Het geld was namelijk op, Suriname begon te lenen en de inflatie nam weer toe. En zie hier het resultaat: USD 1 = SRD 8,25.

 Met dit artikel wil STREI! alle geïnteresseerden en met name de jongeren, niet-stemmers en zwevende kiezers laten zien hoe de politiek sinds de onafhankelijkheid met de belangen van de Surinaamse burger is omgegaan. Laat u niet voor de gek houden en ken uw monetaire geschiedenis.

Peter M. Wolff

#STREI!

Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May