Vierde monument 'Baba en Mai' in Commewijne
03 Jun 2019, 00:00
foto
Het vierde monument van Baba en Mai is zondag onthuld in Commewijne. Dit, met het oog op 146 jaar Hindostaanse immigratie. Hier hoort ook de Lalla Rookh bij. (Foto's: Leroy Troon)


Enthousiast begeeft een horde mensen zich zondag naar het Lallarookhplein, dat pal naast het commissariaat van Commewijne staat. Na twee lange en warme uren van toespraken is het eindelijk zover, de onthulling van de standbeelden van Baba en Mai. Ook de Lallarookh heeft hier een plek, het schip waarmee 146 jaar geleden de eerste contractarbeiders uit India naar Suriname zijn gekomen. Het monument van Baba en Mai is het vierde dat door de Stichting Hindostaanse Immigratie (SHI) is neergezet. 

Op 5 juni is het 146 jaar Hindostaanse immigratie. Een rij van sprekers, onder wie vicepresident Ashwin Adhin en Chan Santokhi, voorzitter van de VHP, en Soewarto Moestadja, voorzitter van stichting Djamoe, hebben aangegeven hoe belangrijk het is om de geschiedenis te kennen. De eenheid onder de contractarbeiders en hun nazaten is ook vaker het onderwerp van gesprek geweest. “Het is er nog steeds, het komt door de goede leiders. Ik hoef niet naar het binnenland te gaan om een eenheid te vormen,” roept SHI-voorzitter Shabier Ishaak.  
 
Maar het kan nog beter met de groep gaan, wordt er opgemerkt. Hoewel de nazaten van de contractarbeiders vandaag de dag in alle sectoren zijn vertegenwoordigd, verliezen zij terrein op het gebied van bijvoorbeeld landbouw, veeteelt en transport merkt Dharm Mungra, voorzitter van stichting Gevallen Helden Mariënburg, op. Hij stelt voor dat er daar een beleid voor komt, zodat vandaar uit weer een bijdrage geleverd kan worden aan het land. Andere sprekers pleiten voor cultuurbehoud. Ze merken op dat de tradities en cultuur aan het verwateren zijn, zij vrezen dat daarmee de identiteit verloren gaat. Adhin denkt daar anders over. “Onze identiteit is diversiteit,” merkt hij op. Al de sprekers zijn het erover eens dat de groep slechts een onderdeel is van de grote ‘bromki dyari’ en als eenheid met de andere etnische groepen in het land opgetrokken moet worden. 

Na de toespraken is, in verband met 146 jaar Hindostaanse immigratie, een aantal personen voor zijn verdiensten gehuldigd. Daarna was het hoogtijd voor het grote moment. Het is superdruk op het pleintje. Voor enkelen een emotioneel moment om zo dichtbij Baba en Mai, die de voorouders uitbeelden, te staan. Het Lallarookhplein is 300 vierkante meters groot. “We zijn een jaar geleden begonnen,” deelt Ramon Jwalapersad, ondervoorzitter van SHI, mee. “Er is een niemboom geplant toen door de vicepresident. Vandaag heeft hij de onthulling gedaan. Maar we zijn nog niet klaar. Er moeten nog banken komen en een paar kleine dingen.” 

Ondertussen is de niemboom hoger dan 2 meters geworden. Niem is een van de planten die door de voorouders naar Suriname is gebracht. Het kan wel 15 meters hoog worden. De boom is onderdeel van het plein en zal Baba en Mai van schaduw voorzien als deze groter geworden is. Het project heeft SRD 150.000 gekost en is met donaties gefinancierd, deelt Jwalapersad mee. SHI heeft ervoor gezorgd dat Baba en Mai ook te zien zijn in Paramaribo, Saramacca, en Calcutta in India. Dat is de plek van waaruit de eerste contractanten zijn gebracht. 

René Gompers

Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May