Op zaterdag 25 mei 2019 hebben de politici
Ronnie Brunswijk (ABOP) en Gregory Rusland (NPS) de aanzet gegeven voor een
initiatief tot wederzijdse acceptatie, harmonie en saamhorigheid onder alle
Afro-Surinamers. De Eenheidsbeweging Surinamers van Afrikaanse Roots wil zich
samen met “alle positief georiënteerde nazaten” ook inzetten voor duurzame
economische en sociale ontwikkeling van nazaten, individueel of als groep.
Ik zie het nut niet in van zo’n verklaring. Dit
initiatief bood aan velen de mogelijkheid een uitstapje te maken naar dat
gebied. Meer dan dat heeft het samenkomen daar niet opgeleverd, want de vlag
dekte de lading niet. De taferelen die zich aldaar voltrokken hadden meer weg
van een politieke show. Getracht is op slinkse wijze zielen te winnen met het oog
op de verkiezingen van 25 mei 2020.
De marrons hadden de weg voor de nazaten al
geplaveid. Gevangen genomen in Afrika en onder mensonterende omstandigheden
naar Suriname verscheept, verkocht en als slaaf op de verschillende plantages
tewerkgesteld. Die werkzaamheden waren langdurig en uitputtend van aard. De
voeding was éénzijdig en slecht. Marteling en doodstraf kwamen vaak voor dus
was dat ook aanleiding voor veel slaven om een vluchtpoging te ondernemen. Diep
in het bos achter de stroomversnellingen (soela’s) zonder overlevingskans. Met
een uitzichtloze toekomst waar de bloeddorstige jaguar, gif- of wurgslang voor
altijd op de loer ligt. De aannemelijke kans gepakt en gedood te worden door
soldaten van het gouvernement was een uitdaging die de dapperheid alleen maar
aanwakkerde.
De keuze om te vluchten om in vrijheid te kunnen leven werd bewust gemaakt met
in het vooruitzicht dat in het bijzonder de nakomelingen voor altijd in
vrijheid zouden geboren worden en leven. Dankzij de moedige strijd van de
marrons zijn wij nu als nazaten begunstigd met een rijke diversiteit aan
cultuur en zijn wij instaat gronden te beheren en beheersen in Marowijne,
Brokopondo en Sipaliwini.
Anno 2019? Wat is overgebleven van de verschillende vredestraktaten en van de
idealen in de strijd van de marron? En vooral het traktaat van 10 oktober 1760?
Is de strijd van onze voorouders voor niets geweest?
Als nazaten van marrons moeten wij ons afvragen of wij energie, tijd en geld niet beter kunnen gebruiken:
- Wat
gebeurt er met de opbrengst van goud afkomstig uit Brokopondo en Sipaliwini?
Wordt een deel gebruikt om daar bijvoorbeeld kleine stadjes te bouwen zoals
Radio Kankantri het dagelijks zegt? Waarom wordt het nu gebruikt om jonge
meisjes en jongens en alleenstaande vrouwen die het economisch moeilijk hebben
te misbruiken?
- Moeten de vooruitgeschovenen van de marron- nazaten niet het voortouw nemen
om voorlichting en training te brengen voor anderen die op weg geholpen moeten
worden in plaats van uitbundig mee te doen met het zich blijven verschaffen van
weelde en van achter donkere ruiten allerlei misdaden uit te halen?
- Waarom maken wij geen plannen om drop-outs
en sociaal zwakkeren op te vangen, die de maatschappelijke ontwikkeling niet
kunnen bijbenen. Die worden thans juist misbruikt in het crimineel circuit, drugs
en prostitutie in de goudvelden.
- Moet er geen ondersteuningsgroep komen die gezagdragers van nazaten in
Marowijne, Sipaliwini en Brokopondo kan bijstaan in het uitoefenen van gezag (in
deze moderne digitale tijd) ter bestrijding van vele misstanden en ongewenste
gedragingen aldaar?
- Is het geen tijd om als vader en opvoeder onze verantwoordelijkheid te nemen
en niet aan de lopende band kinderen te verwekken die wij niet kunnen
verzorgen. Waar zijn de vaders van kinderen die zich kris-kras bewegen op straat
langs rijdende auto’s om knippa’s et cetera aan de man te brengen met alle
gevaar voor eigen leven?
- Waarom komt er nog geen orgaan dat muziek door marron-nazaten geproduceerd
grondig kan screenen alvorens het luisterpubliek hieraan bloot te stellen?
- Kan het overmatig organiseren van shows en andere niet worden terug gebracht en de nadruk juist meer leggen op efficiente besteding.
- Heeft de politiek niet tot taak marron-nazaten
bij te brengen dat occupatie van gronden niet thuis hoort in een geordende samenleving?
- Is het geen tijd om zieke familieleden te helpen in hun strijd naar beterschap
in plaats van te wachten tot ze zijn overleden om dan veel geld te stoppen in
het kopen van allerlei spullen en het organiseren van verschillende rituelen
die vooral zijn gericht op de belevingswereld van nabestaanden?
Dit zijn onder andere vragen waarop wij antwoorden moeten formuleren om het nalatenschap van onze voorouders te kunnen verzilveren en om de groei van de marron-nazaten in goede banen te leiden. Surinamers zitten niet te wachten op een zogenaamde eenheidsbeweging van toevallige politici. We zijn God dankbaar dat we mogen leven in een land met een multiculturele samenleving. Als marron-nazaten moeten wij zorgen dat wij in onze inhaalslag het verstand optimaal gebruiken en de juiste dingen doen niet slechts ter verheffing van de groep, maar vooral voor positieve contributies aan de multiculturele samenleving van ons land.
De groei van de marron-nazaten neemt gestaag toe en logischerwijs komt daaruit voort een leidende rol in Surinaamse politiek. De roep om deskundige leiders is intens hoorbaar. De tijd dringt, de oogst moet worden binnengehaald, maar gegadigde leiders bieden zich nauwelijks aan om het zware en moeilijke werk te komen doen, geen goed teken. Ik ben dagelijks in de rechtszaal en maak mee hoe deze nazaten, vooral jongeren met justitie in aanraking komen. Laten wij voorkomen dat onze voorouders zich keren in hun graf. Laat zien dat hun strijd niet voor niks is gevoerd. Neen! Moge de de Marron-nazaten voortleven!
Noot: Marrons zijn al lang dood in de bossen van
Suriname. De nakomelingen zijn dus nazaten van marrons. Er bestaat hieromtrent
een ernstige taalkundige misvatting in de samenleving, zelfs onder neerlandici.
De echte betekenis van marron is: “een mens die in vrijheid leefde in het oerwoud van Suriname
nadat hij/zij was gevlucht van de plantage waar hij/zij vroeger werd gehouden
als slaaf”.
Robby
Amain