Eindelijk heeft de president de gewijzigde Wet op Politieke Partijen en
wijziging van de Kiesregeling afgekondigd, zie artikel 'Kiesregeling en
verbod blokvorming hebben nu rechtskracht' op Starnieuws. De afkondiging
is geschied op een moment waarbij twee belangrijke zaken op één dag
zouden plaatsvinden. Ten eerste is 25 mei 2019 precies een jaar
verwijderd van de komende verkiezingen. Ten tweede is op deze dag de
Eenheidsbeweging van Afro-Surinamers geproclameerd te Mapane. Daarnaast
zitten de huidige machthebbers ook met het ‘Diitabiki Akkoord’ en de
resultaten van de NIKOS-peilingen in hun maag. Bepaalde zien hun
‘politieke dood’ langzaam maar zeker steeds dichterbij komen. Vooral
voor de overlopers wordt het steeds duidelijker met de NIKOS-peilingen
dat ze doodlopers zijn.
Ik ben het resoluut niet eens met de
gewijzigde Wet op Politieke Partijen. In de Grondwet Artikel 20 staat
duidelijk aangegeven dat eenieder recht heeft op vrijheid van vreedzame
vereniging en vergadering, met inachtneming van bij wet vast te stellen
bepalingen in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en
goede zeden. Op basis van dit artikel is het ondemocratisch en
non-eerbiediging van onze grondwet om pre-electorale combinaties te
verbieden. Alleen zogenaamde democraten met een dictatoriale inborst
zijn tot zulke handelingen in staat. Het ligt nu aan de politieke
partijen om op basis van vertrouwen, objectiviteit en realistische
cijfers gezamenlijk de verkiezingen in te gaan, waarbij de kandidaten
worden geplaatst op lijst van de sterkste partijen in de specifieke
districten.
Ik vind dat de huidige machthebbers duidelijk gebruik
en/of misbruik maken van de mazen in onze wetgeving om zaken door te
drukken. Onze Grondwet is voor verschillende interpretaties vatbaar, wat
feitelijk onmogelijk moet zijn. Iedereen moet hetzelfde inzicht en
begrip hebben voor elk Grondwetsartikel. Ik zal de Grondwetsartikelen
60, 83 en 92 onder de loep nemen.
Ik ben het eens met
DNA-voorzitter Jennifer Simons, die stelt dat er niets aan de hand is
met de wijziging van de Kiesregeling, zie bericht 'Simons: Niks aan de
hand met wijziging Kiesregeling' op Starnieuws. Ik zeg dit duidelijk
naar aanleiding van de volgende artikelen uit onze Grondwet t.w.:
Artikel 60
Alles
wat verder het kiesrecht betreft, de instelling van een Onafhankelijk
Kiesbureau (OKB) en zijn bevoegdheden, de indeling van Suriname in
kiesdistricten, de verdeling van de zetels van De Nationale Assemblee
per kiesdistrict en de methoden, volgens welke de regeling van de
zeteltoewijzing plaatsvindt, worden geregeld bij wet. Deze wet dient met
2/3 meerderheid te worden aangenomen.
Artikel 83 Lid 3
Een
meerderheid van ten minste 2/3 deel van het grondwettelijk aantal leden
van De Nationale Assemblee is vereist voor het nemen van een besluit
betreffende o.a. het wijzigen van de Grondwet en het wijzigen van de
Kiesregeling, voor zover het de in artikel 60 aangegeven onderwerpen
betreft.
Er is duidelijk aangegeven dat de wijzigingen van instelling
en bevoegdheden van het OKB een 2/3 meerderheid vereisten. Over de
leeftijd van de OKB-voorzitter is niets aangegeven in Artikel 60.
Artikel 92 Lid 1
Om tot president of vicepresident te kunnen worden gekozen, moet een kandidaat o.a. de Surinaamse nationaliteit bezitten.
Bij
de presidentsverkiezing van 2005 was er discussie uitgebroken over de
status van de heer Rabin Parmessar. Er werd aangehaald dat hij een dubbele
nationaliteit heeft. Gezien de bepaling in onze Grondwet mag een ieder
zich kandidaat stellen, ook al heeft de persoon alle nationaliteiten ter
wereld. Belangrijk is wel dat de persoon in het bezit moet zijn van de
Surinaamse nationaliteit. Wanneer wij willen dat de kandidaat alleen de
Surinaamse nationaliteit moet bezitten, dan moeten wij de bepaling in de
wet veranderen naar “Uitsluitend in het bezit zijn van de Surinaamse
nationaliteit”.
Wel vind ik dat de DNA zich momenteel
duidelijk laat schofferen door de president. Er staat duidelijk in
Artikel 90 Lid 2 dat de president verantwoording verschuldigd is aan
DNA. We zien nu in de praktijk dat het meer de huidige vicepresident is
die verantwoording aflegt aan DNA. Dit is politiek bestuurlijk
onacceptabel, omdat er duidelijk geen ontsteltenis van de president
heeft plaatsgevonden. De president stelt letterlijk andere prioriteiten
boven DNA.
Ik hoop dat de oppositionele partijen de
wijzigingen van deze twee artikelen internationaal gaan aanvechten.
Helaas moet ik wel stellen dat gezien de laatste uitspraken van mw.
Jennifer Van Dijk-Silos bij haar ontheffing als minister van Justitie
& Politie, ik nooit had verwacht dat zij wederom zou werken onder de
huidige president. Ze gaf in duidelijke bewoordingen aan dat de
president haar tot in haar ziel heeft getrapt. Walk the talk is one of
the most important bases of trust and respect!
Ruben Ravenberg, PhD, MBA
rub_rav@yahoo.com