Guyana: Bharat Jagdeo vreest vrijlating Roger Khan niet

De Guyanese oppositieleider Bharrat Jagdeo zegt dat noch hij, noch de People's Progressive Party (PPP) bang is voor de terugkeer van de veroordeelde drugsbaron Roger Khan naar Guyana. "We zijn niet bang voor de vrijlating van Roger Khan, omdat we niets met Roger Khan te maken hadden en als hij wordt vrijgelaten en misdaden heeft gepleegd in Guyana, moet hij ook de gevolgen onder ogen zien. Daar zijn we niet bang voor," zei Jagdeo aan Stabroek News.

Khan, die een gevangenisstraf van 15 jaar uitzit in de Verenigde Staten, wordt begin juli verwacht in Guyana. Reagerend op vragen tijdens zijn wekelijkse persconferentie vrijdag, zei Jagdeo dat als enige aanklacht tegen Khan zou kunnen worden bewezen, de Staat het recht en de bevoegdheid heeft om achter hem te gaan.

Hij was onvermurwbaar dat er geen verband bestaat tussen de veroordeelde en zijn voormalige PPP/C-regering, hoewel Khan, via krantenadvertenties, anders had gesteld. Jagdeo beweerde dat de kwestie van de advertenties niet eenzijdig zou moeten zijn, omdat er gevallen waren waarin sommigen spraken over een verband tussen de toenmalige oppositie PNCR en criminele elementen.

Voordat Khan in 2006 in Suriname werd aangehouden en overgedragen aan de Amerikaanse autoriteiten, had hij in een openbare advertentie verklaard dat hij de misdaad had bestreden in opdracht van de toenmalige regering onder leiding van Jagdeo. "Tijdens de misdaadgolf in 2002 heb ik nauw samengewerkt met de afdeling misdaadbestrijding van de politiemacht van Guyana en op eigen kosten assistentie en informatie verstrekt. Mijn deelname was instrumenteel in het terugdringen van criminaliteit in deze periode," stond in de advertentie, gepubliceerd in mei 2006.

Op de vraag waarom hij noch zijn veiligheidstroepen geen actie ondernamen toen de advertenties werden gepubliceerd, zei Jagdeo dat elke burger een advertentie kon plaatsen. Later zei hij dat een regering toegang heeft tot de "volledige macht van de staat" en merkte hij op dat in de tijd dat Khan sprak, hij goed opgeleide soldaten en politie tot zijn beschikking had. "We hebben geen 20, 100 of 25 fantomen nodig als we mannen hadden die geautoriseerd waren om wapens te dragen en gemachtigd door onze wetten en grondwet om bandieten te bestrijden", benadrukte hij.

Hij zei dat er geen behoefte was aan een phantom bende onder een PPP / C-regering. "Denk je dat ik last had van Roger Khan en een kleine groep anderen? We hadden de hele arsenalen tot onze beschikking ... Waarom heb je een kleine groep mensen nodig?"

Toen hij werd gevraagd of hij het gevoel had dat de veiligheidstroepen faalden, zei hij dat de effectiviteit van de veiligheidstroepen beperkt was door de politieke omgeving. "Als je elke dag een grote groep als de PNC hebt, elke keer dat je een gemeenschap binnengaat, krijgen ze mensen om naar buiten te komen en te protesteren ... dit zijn bandieten die rondlopen met zware wapens in een dorp ... en zodra de politie een van hen vangt, raad eens wie er opduikt om hen te verdedigen? Iemand uit de PNC ... Als iemand verantwoordelijk is voor de moorden van veel van die mensen, dan was het PNC en veel van zijn leiders. Waarom denkt u dat president Granger geen onderzoekscommissie in deze zaak wil? Toen hij in zijn eerste toespraak tot de Nationale Assemblee zei: 'Ik wil de onrustige periode onderzoeken', waarom denk je dan dat hij alleen naar Lindo Creek verwees? Omdat ik denk dat hij ervan af zag deze periode te onderzoeken, omdat inmiddels veel van diezelfde PNC-mensen ... de topambtenaren ... dat velen van hen nu voor de rechtbank zouden komen te staan," zei hij.

Jagdeo verwierp beschuldigingen dat zijn toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Ronald Gajraj en de voormalige minister van Volksgezondheid, Leslie Ramsammy, connecties hadden met Khan of leden van zijn bende. In het geval van Ramsammy, zei Jagdeo dat de bewering dat de voormalige minister toestemming gaf voor de invoer van spionageapparatuur die later bij Khan in beslag werd genomen "nooit met officiële getuigenissen is bewezen".

Tijdens de periode dat hij Khan vertegenwoordigde, had advocaat Robert Simels, Ramsammy geïdentificeerd in e-mails aan vertegenwoordigers van het Smyth Myers Communications-bedrijf als de minister van Buitenlandse Zaken die hielp bij de training van Khan in de bediening van spionage-apparatuur. Ramsammy heeft links naar Khan ontkend.

Beschuldigingen van een zelfverklaarde doodseskaderinformant, George Bacchus, leidden tot een presidentieel onderzoek dat resulteerde in de afzetting van Gajraj tijdens de ambtstermijn van Jagdeo als president. Het onderzoek maakte Gajraj echter vrij van enige betrokkenheid bij de activiteiten, hoewel het bezorgdheid wekte over zijn associaties. Er werd aangenomen dat de doodseskader werd gevormd in de nasleep van de gevangenisuitbraak in 2002 en dat die verantwoordelijk was voor de moorden op verdachte criminelen en anderen.

Khan werd gevangen gezet nadat hij schuldig pleitte aan drugs- en vuurwapenhandel.