Seksueel molest op de werkvloer komt vaak voor

Seksueel molest of seksuele intimidatie op de werkvloer lijkt in sommige organisaties een cultuurpatroon. Het verschijnsel doet zich in elk geval vaak voor in Suriname. Zowel mannen als vrouwen zijn daar het slachtoffer van. Het overkomt vrouwen twee maal zo vaak als mannen.

Het recent uitgebrachte rapport ‘Seksueel molest op de werkvloer’ toont aan dat in sommige bedrijven het aantal gevallen minimaal 2,6 procent bedraagt, terwijl in andere bedrijven een zorgwekkend percentage van 57 procent wordt genoteerd.

“Het is geen nieuw onderwerp of fenomeen, maar het is wel een maatschappelijke bedreiging, waartegen wetgeving gemaakt moet worden”, zegt Julia Terborg van de Stichting Ilse Henar. Zij presenteerde vandaag de resultaten van dit onderzoek op de tweedaagse conferentie over seksueel molest op de werkvloer. Dat gebeurde in de conferentiezaal van de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF).

Het onderzoek is gedaan in tien organisaties bij de overheid en in het bedrijfsleven. In totaal werken 7500 personen bij deze bedrijven. Van de duizend geselecteerden hebben 750 personen meegedaan aan het onderzoek. Terborg zegt dat het algemeen beeld het probleem alleen maar bevestigt, maar dat het interessanter is te kijken naar de individuele bedrijven. “In sommige bedrijven komt het heel weinig voor, maar in andere bedrijven is seksueel molest een cultuurpatroon geworden”, zegt zij.

Terborg meldt dat dertien jaar terug al onderzoek is gedaan en het bewijs is geleverd. In de tussenliggende periode is echter niets gedaan om het verschijnsel tegen te gaan of slachtoffers enige bescherming te geven. “Daar moet verandering in komen. Bescherming moet bij wet geregeld worden op de werkvloer”, zegt Terborg.

Stichting Ilse Henar rechtshulp voor vrouwen die de conferentie organiseert vindt dat er nu wel condities aanwezig zijn om het probleem aan te pakken. Er is een conceptwet voorbereid. Daar is een voortraject aan vooraf gegaan waarin met de vakbeweging en de overheid van gedachten is gewisseld. “Er zijn nu cijfers en de betrokken bedrijven hebben aangegeven dat zij hun medewerking willen verlenen”, zegt Terborg. De conceptwet is intussen aangeboden aan de Nationale Assemblee.

DNA-voorziter Jennifer Geerlings-Simons was aanwezig op de eerste dag van de conferentie. Zij heeft zelf ook aandachtspunten aangedragen om de conceptwet te versterken. Volgens Simons moet de wet snel worden aangenomen.
Het onderzoek geeft aan dat seksueel molest het meest voorkomt in bedrijven met traditionele mannenberoepen en bedrijven met autoritair leiderschap. Daar wordt verwacht dat vooral vrouwen zich aanpassen en is er geen ruimte om molest bespreekbaar te maken. Ook daar waar de genderverhoudingen ongelijk zijn komt seksueel molest veel voor.

Het onderzoek maakt onderscheid tussen verbaal, non-verbaal en fysiek molest. Alledrie verschijningsvormen zijn in de bedrijven aangetroffen. Bij het non-verbale gaat het om bijvoorbeeld de manier van kijken, sms-jes, emails en pornoplaatjes op de muur. Bij verbaal molest komen schunnige opmerkingen en moppen het meest voor. Tot de fysieke soort behoren ongewenst lichamelijk contact.

Terborg zegt dat aanleiding bij beide seksen voorkomt. “Het gaat bij seksueel molest om hoe de gemolesteerde het ervaart. Als die meedoet en instemt is er geen sprake van molest. Dat is pas het geval wanneer de persoon aangeeft het niet te willen zonder dat de dader er mee stopt”. Het aantal slachtoffers dat een molest meldt is slechts 17 procent. “Sommige slachtoffers denken dat het zo hoort of denken dat het een persoonlijk probleem is en niet ernstig genoeg om door te geven”, zegt Terborg. Ook angst dat de persoon ervan beschuldigd wordt aanleiding te hebben gegeven of bang is voor geroddel kan een reden zijn om geen melding te maken van de molest. Terborg zegt dat vertrouwelijkheid belangrijk is, maar niet is gegarandeerd. Zij benadrukt dat slachtoffers zeker bij de stichting terecht kunnen.