Ageïsm: Vooroordelen tegen ouderen
29 Sep 2018, 10:17
foto
Carlo Jadnanansing


In het zojuist verschenen nummer van het Surinaams Juristenblad (SJB 2018 nummer 2) hebben drie schrijvers een gezamenlijk artikel geschreven over ageïsm, een term die velen onbekend in de oren zal klinken. De eerste auteur is mr. dr. Monique Veira, lector aan de Juridische Faculteit van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, de tweede is dr. Antoon W. Grünberg MPH, oud-medisch directeur van de Stichting Lobi en de derde is de heer Etienne Joemai MSc, algemeen docent aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Onder ageïsme wordt doorgaans verstaan de discriminatie van ouderen, bijvoorbeeld bij indienstneming. De term is uit Amerika afkomstig en wordt onvertaald ook in het Nederlands op dezelfde wijze geschreven. De vraag die direct rijst is hoe de correcte uitspraak moet zijn.

door: Carlo Jadnanansing

Volgens de auteurs is de levensverwachting van een persoon bij de geboorte in Suriname in 2017 vastgesteld op 72,5 jaar. Levensverwachting wordt door de auteurs omschreven als de gebruikelijke maat die het gemiddelde aantal te leven jaren van een groep mensen vergelijkt die in hetzelfde jaar is geboren, als de mortaliteit op elke leeftijd in de toekomst constant blijft. Bij een natuurlijk verloop van het leven doorloopt iedereen een aantal fasen waarvan de ouderdom de laatste is. Vooral in deze periode van het leven nemen zowel de lichamelijke als geestelijke vermogens van een mens af. Vanwege deze natuurlijke achteruitgang ontstaan er veelal vooroordelen tegen ouderen zodanig dat er zelfs gesproken kan worden van discriminatie.

De vragen die de auteurs in het artikel aan de orde stellen zijn onder andere wat de vooroordelen inhouden en of er indicaties zijn dat er in Suriname negatieve vooroordelen bestaan tegen ouderen. Verder op welke leeftijd in Suriname het begin van de ouderdom is vastgesteld en wat de relatie is tussen het begin van de ouderdom, de levensverwachting en het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Ook komt de vraag aan de orde wat de stand van zaken is van de Surinaamse regelgeving met betrekking tot de specifieke behoeften van ouderen in onze gemeenschap.

Vooroordelen tegen ouderen
De wetenschap die het ouder worden van de mens vanuit verschillende disciplines bestudeert, wordt gerontologie of ouderdomskunde genoemd. Niet te verwarren met geriatrie, een medisch specialisme dat zich bezig houdt met ouderdomsziekten. Bij veroudering treden veranderingen op bij de mens die dikwijls met functionele achteruitgang gepaard gaan en uiteindelijk ertoe leiden dat de mens sterft. Vanwege de achteruitgang van de levensfuncties worden ouderen soms anders behandeld dan mensen die jonger zijn.
Ageïsm kan volgens de auteurs worden gezien als een positieve en of negatieve houding tegen een leeftijdsgroep die zowel impliciet als expliciet kan worden uitgeoefend.

Indicaties van negatieve vooroordelen tegen ouderen in Suriname
Om een indicatie te krijgen van de negatieve vooroordelen tegen de ouderen hebben de auteurs een interview afgenomen van de voorzitter van de Bond Belangen Behartiging Gepensioneerden in Overheidsdienst (BBGO). In Suriname is de overheid de grootste werkgever met naar schatting ongeveer de helft van de beroepsbevolking. (Schrijver dezes: CJ) merkt op dat dit niet als een compliment voor Suriname gezien moet worden. Internationaal worden er teneinde een samenleving op (economisch) verantwoorde wijze te doen functioneren, indicaties gegeven voor een overheidsapparaat van ongeveer 10 procent tot maximaal 25 procent van de beroepsbevolking.

Er mag vanuit gegaan worden dat de overheid het grootste aantal Surinaamse gepensioneerden in haar bestand heeft. Bij het interviewen heeft de voorzitter van de BBGO aangegeven dat de ouderen vaker klagen over discriminatie die zij ondervinden vanwege een veronderstelde mindere geestelijke bekwaamheid. Bij dienstverlenende instanties zouden zij worden aangesproken op een wijze alsof zij geestelijk beperkt zijn. De benamingen 'oudje' of 'bejaarde' ervaren zij als onheus en wensen liever 'seniore burger' genoemd te worden.

Op welke leeftijd is in Suriname het begin van de ouderdom vastgesteld?
Personen die de laatste fase van het leven bereikt hebben worden met ouderen, bejaarden of senioren aangeduid. Artikel 50 van onze Grondwet geeft aan dat het beleid betreffende sociale zekerheid voor weduwen, wezen, bejaarden, invaliden en arbeidsongeschikten bij wet wordt aangegeven. In de overwegingen van de Wet Algemeen Pensioen 2014, SB 2014 nummer 113, is opgenomen dat met deze wet uitvoering wordt gegeven aan artikel 50 van de Grondwet. In laatstgenoemde wet en in de Wet Algemeen Oudedags Voorzieningsfonds (SB 1981 nummer 30) is opgenomen dat de gerechtigde de leeftijd van 60 jaar moet hebben bereikt.

Opgemerkt kan worden dat de leeftijdsgrens van 60 jaar ook gelijk is aan de door de Verenigde Naties gestelde leeftijdsgrens. Interessant is te vermelden dat Japan het land is met het grootste aantal personen boven de 60 jaar (bijna 32%). In het VN rapport van 2013 staat Suriname op de 91ste plaats met een percentage van 9,5%. Aangezien het onvermijdelijk is dat het verouderingsproces gepaard gaat met lichamelijke en geestelijke achteruitgang, hebben de meeste landen een moment vastgesteld waarop de ouderen niet meer hoeven te werken: de pensioengerechtigde leeftijd.

Begin van ouderdom, levensverwachting en pensioengerechtigde leeftijd
De VN hanteert de leeftijd van 60 jaar als het moment van het intreden van de ouderdom. Het moment waarop de pensioengerechtigde leeftijd bereikt wordt verschilt van land tot land. De pensioengerechtigde leeftijd wordt veelal gerelateerd aan de levensverwachting van het desbetreffende land en het aantal jaren waarvan verwacht mag worden dat de mensen in dat land van het opgebouwde pensioen kunnen genieten. Volgens de door de auteurs geraadpleegde bronnen is de levensverwachting in Nederland voor 2017 gesteld op 81.4 jaar terwijl de pensioengerechtigde leeftijd in dat land in 2017 bijgesteld is van 65 jaar en 6 maanden in 2016 naar 67 jaar en 3 maanden in 2022.

Het uitgangspunt in Nederland is dat een Nederlander gemiddeld 16 jaar van zijn pensioen moet kunnen genieten. De auteurs zijn van mening dat indien dezelfde indicatoren als Nederland voor Suriname zouden worden toegepast, dit betekent dat met een levensverwachting in Suriname zoals vermeld van 72.5 jaar in 2017, de pensioengerechtigde leeftijd in Suriname in hetzelfde jaar op 56.5 jaar gesteld zou moeten worden.

Geldende regelgeving specifiek op ouderen gericht
In het ontwikkelingsplan van Suriname van 2017-2021 is een sociaal beschermingssysteem ingebouwd van samenhangende publieke maatregelen ter bescherming van personen die als gevolg van sociale en economische nood een aanmerkelijke vermindering van hun inkomen ondergaan. Als één van de oorzaken van verarming wordt ouderdom genoemd.

De Wet Algemeen Pensioen 2014, de Wet Nationale Basiszorgverzekering en de Wet Minimum Uurloon zijn drie sociale zekerheidswetten die naar het oordeel van de auteurs mede betrekking hebben op het ouderenbeleid. Zij trachten namelijk de waarborg te geven dat een basis pensioen en een vergoeding van de basisziektekosten van ook ouderen gedekt kunnen worden. De Wet Minimum Uurloon zou een basis moeten bieden om de minimale kosten van levensonderhoud te kunnen dekken. Volgens de schrijvers heeft Suriname op dit moment geen andere specifieke wetgeving met betrekking tot het ouderenbeleid.

Conclusies
De auteurs wijzen erop dat een ander behandeling van een mens, alleen omdat hij de laatste fase van zijn leven is ingetreden een positief of negatief vooroordeel is.
Het lijkt er volgens hen op dat ouderen in Suriname moeite hebben met de negatieve vooroordelen die slechts door hun gevorderde leeftijd ontstaan.
Hoewel deze conclusie voornamelijk gebaseerd is op het interview met de BBGO lijkt de conclusie van de auteurs ondersteund te worden door de dagelijkse realiteit. Het lijkt erop dat ouderen ook tot hun levenseinde in hun eigen omgeving willen blijven wonen.
De auteurs geven het advies dat de overheid ondersteuning in de zelfredzaamheid van de ouderen kan reguleren door aanname van een Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

Ook een Wet Langdurige Zorg zou langer durende zorg mogelijk kunnen maken.
De voorgestelde wetten zijn geïnspireerd door wetgeving in welvaartsstaten. Hoewel de voorstellen moeten worden toegejuicht, lijkt het zeker in deze crisisperiode niet waarschijnlijk dat de overheid op korte termijn tot aanname van dergelijke wetgeving zal overgaan. De benodigde financiële middelen lijken momenteel niet voorhanden.
Ook het feit dat de president (evenals schrijver dezes) onder de hier besproken categorie valt, geeft geen garantie voor het implementeren van dergelijke wetten!
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May