College van Arbeidszaken door nieuwe Ontslagwet

“In de vernieuwing van de Ontslagwet wordt het permanente college van arbeidszaken geïntroduceerd, een rechterlijk instituut dat de wettelijke bevoegdheid zal hebben om besluiten van de ontslagcommissie en het hoofd van de Arbeidsinspectie te herzien. Dit is een van de meest ingrijpende vernieuwingen die in het ontslagrecht wordt doorgevoerd”. Dit heeft minister Soewarto Moestadja van Arbeid aangedikt tijdens de behandeling van de Ontslagwet 2018 in De Nationale Assemblee donderdag. Deze wet is met 27 algemene stemmen aangenomen.

“Bij de rechtssubjecten is er een behoefte aan meer rechtsmogelijkheden tegen besluiten die door de ontslagcommissie en de Arbeidsinspectie zijn genomen, in het kader van opzeggingen en ontslagen wegens dringende redenen. Er is ook een roep naar minder administratieve betrokkenheid bij de ontslagprocedures”, verduidelijkt de minister de keuze voor het in het leven roepen van het nieuwe rechtsfiguur. Het besluit van de ontslagcommissie is volgens Moestadja in het huidige systeem niet bindend. De werknemer moet dan de groene tafel opzoeken. “Bij het nieuwe systeem is in de wet opgenomen, na afstemming met het Hof van Justitie, een college van arbeidszaken. Dit college kan volgens de waarnemend president van het Hof op zijn vroegst in 2019 beginnen met het werk”, legt de bewindsman uit.

Assembleelid Mahinder Jogi (VHP) stelt opnieuw de vraag of door de Ontslagwet werkgelegenheid wordt gecreëerd en of ondernemerschap hierdoor zal worden gestimuleerd. “ Ik begrijp de bedoeling van die vraag. De Ontslagwet is niet bedoeld om werkgelegenheid en ondernemerschap te ondersteunen, maar er is wel een verband daartussen. Het is noodzakelijk om steeds weer betere regels te maken om ervoor te zorgen dat er zekerheid komt. Dat is de essentie van de Ontslagwet”, luidt het antwoord van Moestadja. “Het is noodzakelijk, maar niet voldoende dat een bijdrage zoals u verwacht, wordt geleverd aan de werkgelegenheid en aan stimuleren van ondernemerschap. Het betekent dat ook andere departementen die zich primair daarmee bezighouden, zoals het ministerie van Financiën of de minister van Handel, Industrie en Toerisme om de incentives te geven aan de ondernemers. Ze zullen ervoor moeten zorgen dat inderdaad de zaken geregeld worden, zodat overall met de ontslagwet ervoor kan zorgen dat de productie tot stand komt”, zegt de minister.

DNA-lid Krishna Mathoera (VHP) pleit voor een bestuursrechtelijke aanpak bij overtredingen in plaats vaan een strafrechtelijke aanpak. “Als je kijkt naar de last op de rechterlijke macht en het Openbaar Ministerie (OM), vind ik niet dat we extra werk moeten gaan creëren en extra belasting van ons gevangenissysteem. Ik vind dat we dit bestuursrechtelijk moeten afhandelen. Een strafrechtelijke aanpak betekent alleen maar dat de druk op de rechterlijke macht en het OM groter wordt. We hebben de taak en de plicht om lage complexe processen te vereenvoudigen en flexibel te maken, zodat iedereen ermee kan leven, want dat is de bedoeling van die wet”, is het standpunt van Mathoera. Moestadja antwoordt hierop dat voor deze werkwijze is gekozen, omdat dat de werkwijze is geweest bij de vorige arbeidswetten. “Hechtenis of boete willen we in de wetstekst handhaven anders moeten wij alles weer gaan herzien. In de wereld van ondernemen willen wij ook zekerheden voor de werknemers en voor de werkgevers scheppen”, zegt hij.

“We praten hier over een verduidelijking, een verandering, maar we praten ook heel duidelijk over de aanpassing van dit wetsontwerp aan wat op dit moment speelt in de wereld. We kijken ook naar de verdragen van de organisaties waarin we zitten. Op dit moment doet er geen enkele noodsituatie zich voor, waarbij gezegd zou moeten worden dat we de wetten moeten aanscherpen, want er is geen sprake van dat een massaontslag op komst is. Er is daarvoor geen enkele aanwijzing. Wat je wel hebt, is dat we moeten meegaan met de veranderingen in de wereld”, luidt de stelling van Patrick Kensenhuis (NDP), voorzitter van de commissie die de wet heeft voorbereid voor openbare behandeling.

Samen met de Ontslagwet 2018 is ook de wet ‘Omzetting van de Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd’ behandeld. Deze wet biedt de mogelijk aan werkgevers en werknemers om arbeidsovereenkomsten aan te gaan voor onbepaalde tijd, waardoor werknemers een betere zekerheid hebben over hun baan. De wet is aangenomen met 26 algemene stemmen.

Yvanka Ozir-Awailame