Oppositie vraagt aandacht president voor criminaliteit

De oppositie (alle leden van het Nieuw Front en Carl Breeveld van DOE) stelt in een brief aan president Desi Bouterse indringende vragen over de aanpak van de criminaliteit. Volgens de oppositieleden is er duidelijk sprake van verruwing van het geweld tegen weerloze burgers. Aangezien de parlementariërs niet tevreden zijn met het antwoord van minister Martin Misiedjan van Justitie & Politie in het parlement dinsdag, richtten zij een brief aan het staatshoofd.

Het staatshoofd wordt gevraagd wat concreet het korte en middellange termijn beleid van de regering is om burgers te bescherming tegen heersende criminaliteit. Wat zal de regering doen om diensten die de criminaliteit moeten bestrijden, beter uit te rusten zodat tijdig en afdoend kan worden opgetreden. De oppositie wil weten wat het beleid van de regering is om het militaire apparaat onmiddellijk in te zetten ter ondersteuning van de politie ter bescherming van het volk. De president wordt gevraagd wat het beleid is om de strafmaat aan te scherpen.

Op 23 september vorig jaar deelden de ministers Misiedjan en Lamuré Latour van Defensie dat per onmiddellijke ingang politie en militairen gezamenlijke patrouilles zouden uitvoeren. Dit zou landelijk gebeuren. Misiedjan deelde dinsdag in het parlement mee dat de gezamenlijke patrouille op aangeven van het Nationaal Leger tijdelijk stopgezet is. Diverse parlementariërs wilden meer informatie hierover.

De oppositie is niet tevreden over dat de coalitie de regering ondersteund heeft om het beleid te continueren, terwijl de samenleving geconfronteerd wordt met roofovervallen, waarbij bruut geweld gepleegd wordt op kinderen, zwangere vrouwen en andere onschuldige burgers. De mensen worden niet ontzien en worden mishandeld en beroofd door goed bewapende roofovervallers. Volgens de oppositie leeft de samenleving in constante angst. Coalitieleden merken op dat mensen de burgers via de media bewust een angstgevoel aanpraten.