Onderwijsvernieuwing in breed perspectief
26 Jul 2018, 08:22
foto


Veel Surinamers weten dat er in de afgelopen decennia nagedacht is over de vernieuwing van het onderwijs op alle drie de niveaus (primair, secundair en tertiair). Er is na diverse consultaties, workshops/seminars veel denkwerk verzet. Dit alles heeft geresulteerd in het ontwikkelen van het Surinaamse Educatief Plan, verder te noemen, het SEP. Voorafgaand aan dit goede document (SEP), heeft een commissie van 19 leden gewerkt aan onder ander het voorbereiden van het nationaal onderwijs congres.

Het SEP is enkele meerjaren onderwijs strategisch plan (2002 -2015). Er zijn quick scans van alle onderwijsniveau als ook van het ministerie van onderwijs gemaakt. Uitgaande van onder ander deze quick scans, zijn er vernieuwende beleidsmaatregelen in het SEP aangegeven. Het onderhavige onderwijs strategisch plan heeft te maken met de Dakar commitments om vernieuwingen door te voeren in Basic Education.

Het SEP handelt echter niet alleen over primair en secundair onderwijs, maar ook over hoger onderwijs. In 2010 is het SEP welk uitgaande van het brede basis consultatie principe tot stand is gekomen, zonder evaluatie voor een groot deel terzijde gelegd. Voor wat mij betreft is hier sprake van discontinuïteit van beleid. Een nadere kritische kijk op het onderwijsbeleid dat daarna volgde, laat een teleurstellend beeld zien. Er is geen alternatieve beleidsdocument geproduceerd (tot nu toe niet), hetgeen erg jammer is.

Ik heb aan zeker één minister voorgesteld om het SEP te (laten) actualiseren, waarbij minimale adaptaties zouden moeten worden doorgevoerd. In elk geval bestaat er momenteel geen ander uitgewerkt lang termijn onderwijs strategisch document. Ik ben wel bekend met de pogingen tot actualisering van het sectorplan (een mesoplan). In geen jaren is er een nader gekwantificeerd onderwijs micro plan (beleidsnota) geproduceerd. De laatste beleidsnota dateert van 2005.

Om u een beeld te geven zal ik enkele beleidsmaatregelen, die in het SEP vervat zijn citeren, in casu over de hervormingen op het IOL Op het IOL zijn reeds enkele belangrijke stappen gedaan om te geraken tot vernieuwingen. Het hierna volgende is een bijdrage van het IOL, waarin de nieuwe koers wordt aangegeven.

De missie van het Instituut voor de Opleiding van Leraren luidt: Voldoende bekwame leraren voor voortgezet en hoger onderwijs. Voor het bereiken van die doelstelling is het IOL aan een omvangrijk en ingrijpend vernieuwingstraject begonnen. Hieronder worden enkele institutionele en structurele vernieuwingsplannen van het IOL in hoofdlijnen weergegeven. Die plannen moeten gezien worden tegen de achtergrond van de volgende gegevens en ontwikkelingen:

• De onderwijsinhoudelijke en didactische vernieuwing van de opleidingen, zoals die bijvoorbeeld vorm krijgt in de integratie van vak- en beroepsvorming of het werken met portfolio’s
• De behoefte aan verantwoording van kwaliteit (accreditatie) en rendement (opbrengsten in verhouding met investeringen en kosten)
• De behoefte aan afstemming op de wensen van de directe en indirecte afnemers van ons onderwijs (marktonderzoek)
• De in gang gezette en steeds sneller verlopende procedure voor het integreren van IOL en universiteit en de groeiende samenwerking met andere hbo-instellingen
• De wens spoedig met het Bachelor/Masterstelsel te werken, als onderdeel van de globalisering en van het toegankelijk maken van meer onderwijs voor meer mensen
• De missie en de onderwijsvisie van het IOL op het onderwijs in het algemeen en het eigen onderwijs in het bijzonder, zoals uiteengezet in de nota’s Op nieuwe wegen en IOL op koers, aangevuld in de docentenweken van 2000 en 2001 en op het seminar bij het 30-jarig bestaan van het instituut
• De noodzaak IOL-docenten te behouden en te kunnen aantrekken onder aanvaardbare condities
• De aanhoudende groei van de behoefte aan meer, ander en beter hoger onderwijs in Suriname
• De ernstige en wijdverbreide problemen van het onderwijs (leerlinguitval, studievertraging, lage slagingspercentages, docententekorten, achterhaalde curricula en ondoelmatige didactische praktijken)
• De inspanningen van de afgelopen jaren om de voorzieningen, de onderwijsinhouden, de didactiek en het studieklimaat van het IOL te verbeteren

Wat is er nieuw?
De volgende veranderingen zijn in voorbereiding of in uitvoering:
• De opleidingen voor de akten LO en MO-A worden geleidelijk, te beginnen met het collegejaar 2002-2003, omgezet in opleidingen voor leraar voj (126 stp, Bachelor of Education).
• De opleidingen voor de akte MO-B worden geleidelijk, te beginnen met het collegejaar 2002-2003, omgezet in opleidingen voor leraar vos (63-84 stp, Master of Education).
• Qua inhoud is de hierbij gevolgde werkwijze: beroepsprofielen - opleidingsprofielen - nieuwe curricula met aandacht voor beroepsvorming, vakvorming en stages.
• Qua didactiek gaat het IOL van geleid via begeleid naar zelfstandig leren. Hiermee strookt de voorkeur voor andere werkvormen dan frontaal en klassikaal onderwijs en voor een ontwikkeling van leerstofgericht en docentgestuurde onderwijs naar competentiegericht en studentgestuurde onderwijs.
• Qua vorm gaat het IOL van leerstofjaarklassensysteem naar modulaire programmering en van jaar- of semesterprogramma’s naar perioden van 10 weken.
• De opleiding voor het pedagogisch getuigschrift is ingaande het lopende collegejaar vervangen door geïntegreerde beroepsvorming. Voor 'buitenstaanders' is er een opleiding PG-extern.
• Nog niet uitgewerkt: het IOL dient op flexibele wijze brede en goede na- en bijscholing aan te bieden, zowel voor het onderwijsveld als voor de eigen docentenstaf.

Voor de niet-ingewijden zal opgevallen zijn, dat er reeds maatregelen bedacht en geïmplementeerd worden op het IOL. Voor het correct uitvoeren van de vernieuwingsideeën, is het zeker aan te bevelen wettelijke regeling vooraf in place te brengen. Er liggen al langer dan 10 jaar conceptwetten (Donner en De Vries, als ook van AdeKUS) op het Hoger Onderwijs op het ministerie van Onderwijs Wetenschap en Cultuur.

Verder moeten de volgende maatregelen genomen worden: Kwaliteitscontrole en evaluatie (inspectie), Management en controle (bewaking van onder ander de autonomie), Financiering van het instituut, Studiefinanciering, toelating en interne efficiëntie, internationalisatie, curriculumplanning, doceren en beoordeling. Al deze componenten dienen mijns inziens vooraf wettelijk vastgelegd te worden.

Bert Eersteling
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May