Kensenhuis: ‘Kinderarbeid mondt uit in drop-outs’

Patrick Kensenhuis (NDP) heeft in De Nationale Assemblee (DNA) de kinderarbeidsproblematiek, die volgens hem kan uitmonden in drop-outs, uitputtend besproken. Kensenhuis heeft als voorzitter van de commissie van rapporteurs de wet 'Arbeid Kinderen en Jeugdigen', voorbereid voor de openbare behandeling. In deze wet zijn regels opgenomen waarmee kinderarbeid en arbeid verricht door jeugdigen, worden tegengegaan.

Kensenhuis haalt als voorbeeld aan de situatie in Albina aan, waarbij jongens tegen een vergoeding met kruiwagens arbeid verrichten. Deze jongens vervoeren met een kruiwagen de producten die mensen hebben gekocht naar hun auto’s of naar de boten waarmee de mensen de oversteek naar Frans-Guyana doen. Dit gebeurt meestal tijdens schooltijden en dat baart Kensenhuis zorgen. “We krijgen dan een situatie van kinderarbeid dat uiteindelijk uitmondt in drop-outs. En dat is wat wij absoluut niet moeten hebben in Suriname”, betoogt Kensenhuis. “Wij als land hebben de jonge mensen zeer dringend nodig, om na een gedegen studie, dit land te helpen opbouwen”.

Het Assembleelid wilt van de regering weten hoeveel kinderen die werken, uiteindelijk drop-outs worden. “De jonge generatie, is de generatie waarin we moeten investeren. De jonge generatie zal van ons, van de ouderen moeten overnemen om uiteindelijk zolang als mogelijk door te gaan van de opbouw van dit land”, benadrukt Kensenhuis.

Ruchsana Ilahibaks (NDP) voegt hieraan toe dat veel kinderen uit bijvoorbeeld de marrongemeenschap, die verhuisd zijn naar Paramaribo om te studeren, problemen hebben. Deze kinderen willen studeren, maar hebben geen geld dus gaan zij volgens Ilahibaks hosselen om op school te blijven. “Ik vraag ondersteuning voor deze leerlingen. Onze kinderen moeten kunnen spelen, aandacht krijgen en gelukkig zijn. Maar zij moeten ook leren werken en hun school afmaken”, beklemtoont het lid commissielid.

Mahinder Jogi (VHP) én Patricia Etnel (NPS) hebben hun misnoegen geuit over het plan van aanpak, dat volgens hen niet duidelijk genoeg is. “Willen we het probleem oplossen of willen we in het parlement een wet behandelen zodat wij op onze credit hebben als regering dat wij een wet succesvol hebben geloosd in DNA”, vraagt Jogi. Hij stelt nogmaals de vraag wat de impact van deze wet zal zijn. “Wij willen iets bereiken, we streven ernaar om kinderarbeid te beëindigen. Ik mag daarom terecht vragen wat er gaat gebeuren”. Ook Etnel wilt concreet weten wat de regering gaat doen om kinderarbeid daadwerkelijk aan te pakken. Het plan van aanpak, zoals dat gepresenteerd is, is volgens Etnel geen plan, want hierin staat er geen begin- en einddoelen, en wat de uitvoering het land zal kosten.

Amzad Abdoel (NDP) stelt dat er altijd al kinderarbeid is geweest en dat nooit is gewerkt aan een structurele oplossing. “Wat er nu gebeurt, is dat er wel gewerkt wordt aan een stukje regularisatie om dit probleem op te lossen. Middels wet en regelgeving zet de regering een heel belangrijke stap richting het oplossen van het probleem”. Een interdepartementale samenwerking is volgens Abdoel niet voldoende om dit probleem op te lossen. “Dit probleem kan alleen worden opgelost wanneer de totale samenleving het wilt oplossen. Alleen zal het geen enkele regering lukken om het op te lossen. Ik druk eenieder op het hart om eraan te werken zodat dit probleem niet verergert”.

Minister Soewarto Moestadja van Arbeid zegt geen verwijten te maken, maar te beschrijven wat in het verleden heeft plaatsgevonden. “Wij willen dat gebruiken om te voorkomen dat wij blijven steken in de tekortkomingen van het verleden. Wij zijn serieus bezig met het aanpakken van ontwikkeling”, zegt Moestadja. De wet is donderdag aangenomen met (34) algemene stemmen.

Yvanka Ozir-Awailame