Surinaamse economie blijft groeien, maar inflatie baart zorgen
02 Mar 2011, 04:00
foto


De Surinaamse economie heeft een gunstig jaar achter de rug. De welvaartsgroei, uitgedrukt in de toename van het bruto binnenlands product, bedroeg in 2010 naar schatting 4,5 procent, tegen 3 procent een jaar eerder. De belangrijkste oorzaak waren hogere prijzen voor belangrijke exportproducten als goud, oliederivaten en aluminium. Een tweede motor achter de bbp-groei waren meer overheidsuitgaven.

Dat schrijft het IMF in de dinsdag vrijgegeven evaluatie van de Surinaamse economie. Het IMF verwacht voor 2011 een nog hogere groei van 5 procent, gevoed door nog hogere grondstoffenprijzen en grote investeringen in mijnbouw en energie.
De keerzijde van deze groei is hoge inflatie, die in december 2010 uitkwam op 10 procent over het hele jaar, tegen 1,3 procent een jaar eerder. Dezelfde factoren die de economie voortdreven spelen hier een rol: duurdere grondstoffen en meer uitgaven door de overheid.
Ondanks de robuuste economische groei schat de IMF-delegatie dat het overheidstekort is gegroeid van 3 procent van het bbp in 2009 naar 3,5 procent in 2010.

De overheidsinkomsten zijn gedaald. Dit komt vooral doordat Staatsolie vorig jaar minder dividend heeft betaald, vanwege de lagere olieprijs in 2009 (het dividend wordt berekend over de winst uit het voorafgaande jaar). Bovendien waren er minder buitenlandse giften, vanwege het aflopen van de Nederlandse Verdragsmiddelen.
Aan de andere kant bleef de belastingopbrengst stabiel; Suralco betaalde weliswaar minder belasting, maar uit de goudsector kwam meer belasting binnen.
De overheid bleef veel geld uitgeven. Met name Fiso II heeft de overheidsuitgaven flink opgestuwd.
De staatsschuld is gestegen van 18 procent van het bbp in 2008 naar 21,5 procent eind 2010.

Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May