Column: Stré poti?
21 Feb 2011, 08:30
foto


Afgelopen vrijdag hield Dr. Rajinder Bhagwanbali op uitnodiging van het NiNsee een lezing in Amsterdam over De nieuwe awatar van slavernij, het systeem van de Hindostaanse contractarbeid in Suriname.
Ik was enkele uren tevoren op bezoek bij mijn vrienden van NiNsee en hoorde van een telefoontje van een Afro-Surinaamse beller die NiNsee vroeg waarom zij deze lezing heeft georganiseerd.
Ik heb me niet met het telefoontje bemoeid, maar het zette mij wel aan het denken over etnische verhoudingen binnen de Surinaamse gemeenschap, een gevoelig maar belangrijk thema voor openbare discussies.

De meest positieve gedachte is dat de beller door nieuwsgierigheid is gemotiveerd en zich verwonderd afvraagt wat de relatie is tussen slavernij – het domein van NiNsee – en contractarbeid. Het antwoord is dan simpel: beiden systemen waren onderdeel van het kolonialisme; contractarbeid was een systeem van uitbuiting en onderdrukking dat begonnen is met slavernij en op andere manieren is voortgezet in contractarbeid. Als je slavernij loskoppelt van kolonialisme, dan begrijp je niet goed hoe slavernij in elkaar steekt. Door contractarbeid te bestuderen leer je ook hoe het systeem van slavernij heeft gewerkt, namelijk dat dezelfde economische en politieke structuren in beide systemen hebben gefunctioneerd.

Een simpele uitleg op een relevante vraag. Niets aan de hand.

Je kunt ook de andere kant uitgaan met zo’n telefoontje. Dat is de weg van etnische concurrentie. Slavernij is het domein van de Afro-Surinamers en contractarbeid is het domein van de Hindostaanse Surinamers. Etnische concurrentie houdt in dat je die twee domeinen strikt gescheiden moet houden. Sommige Hindostanen willen die concurrentie brengen op het niveau van: “wij hebben net zoveel geleden als jullie, dus klets niet over slavernij.”

Dat doet me denken aan mijn studententijd in Rotterdam, enkele decennia geleden. ’s Avonds laat zaten mijn Surinaamse vrienden en ik te kaarten in de gemeenschappelijke keuken van het studentenhuis. Soms hadden we van die bere-foeroe gesprekken, zoals deze.
Roy: “Mang, we hadden het echt moeilijk in Suriname hôr. We waren arm! We sliepen op houten bedden.”
Dew: “Oh, jij had het moeilijk nô? Wel, wij waren nog armer. We hadden geen bedden. We sliepen op de grond!”
Loyd: “Sang, jullie sliepen nô? Wij moesten 's avonds altijd De Ware Tijd verkopen op straat.”

Stré poti, noemden we dat.

Het staat buiten kijf dat slavernij de grootste misdaad was tegen de menselijkheid en aanzienlijk meer verwoesting heeft aangericht in Afrika en de Afrikaanse gemeenschappen in de wereld dan bij welke andere gemeenschap dan ook. Dr. Bhagwanbali heeft dat in zijn inleiding heel treffend geschetst. Maar het kolonialisme is niet opgehouden met slavernij. Indentured labour, contractarbeid, zo laat Bhagwanbali zien, was een voortzetting in een andere vorm van datzelfde systeem van onderdrukking en uitbuiting.


Sandew Hira

p.s. Aanstaande zondag 27 februari ga ik in debat met Dr. Francio Guadeloupe over de vraag hoe je moet aankijken tegen etnische verhoudingen in de Caraïbische gemeenschappen. Francio is een goede vriend en een scherpe denker met nieuwe inzichten over dit onderwerp. Ik verschil van mening met hem over zijn opvattingen. Ons debat vindt plaats in Ons Suriname, Zeeburgerdijk 19-21 in Amsterdam. Aanvang 15.00 uur.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May