Verdachte vrijgesproken door gebrek aan bewijs

In de strafzaak van Ulrick S. heeft rechter Robert Praag vonnis geveld op de rechtszitting van woensdag. De verdachte is vrijgesproken door gebrek aan wettig en overtuigend bewijs in deze strafzaak. De man werd verweten dat hij zich schuldig had gemaakt aan diefstal tezamen en in vereniging met een zekere ‘Boeroe’.

Het strafbare feit vond plaats tussen 31 juli en 3 oktober 2017. ‘Boeroe’ bleef onbekend bij de politie. De verdachten stalen zakken zout, trays champignons, trays gepelde tomaten, dozen hoofddoekjes, dozen barbecueklemmen en enkele fryers uit een loods.

De officier van justitie, Roline Gravenbreek, eiste een celstraf van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht en een proeftijd van drie jaar. Zij achtte opzettelijke heling wettig en overtuigend bewezen. Eerder op de rechtszitting deed raadsman Harold Belfor twee keren het verzoek om zijn cliënt voorlopig in vrijheid te stellen. Dit verzoek werd beide keren afgewezen.

Uit getuigenverklaringen die bij de politie afgelegd waren, bleek dat de goederen uit de woning van de verdachte getransporteerd waren naar de heler. Toen de heler ontdekte dat de spullen van misdrijf afkomstig waren, schakelde hij een tussenpersoon in om deze af te laten voeren. Hij werd aangehouden en de fryers zijn intussen afgestaan aan de benadeelde.

Ulrick S. verklaarde dat hij niets van die fryers afwist. Hij noemde twee namen en legde uit dat die mannen een deal gesloten hadden. Hij zou wel bij een andere getuige geweest zijn om SRD 7.000 te ontvangen. Volgens de verdachte hebben vier andere personen de diefstal gepleegd. Hij had slechts de goederen vervoerd.