Minister Polak: Lanti kan niet iedereen helpen

“Lanti helpt alleen de medeburger die buiten zijn of haar schuld om niet in staat is om geheel of gedeeltelijk in zijn/haar eigen levensonderhoud kunnen voorzien”. Dit heeft minister Cristien Polak van Sociale Zaken en Volkshuisvesting gezegd in De Nationale Assemblee tijdens de begrotingsbehandeling dinsdag. Zij benadrukt dat burgers allemaal hun eigen verantwoordelijkheid hebben en dat ze die ook moeten dragen.

Minister Polak ging in op vragen van Assembleeleden over de Basiszorgverzekering. Dagelijks worden bij de unit in Paramaribo gemiddeld 250 aanvragen voor deze medische verzekering behandeld. “Om zeker te zijn dat de verzekering daadwerkelijk toegekend wordt aan burgers die het nodig hebben, is het van belang dat er onderzoek wordt gedaan naar de financiële situatie van de aanvrager”, stelt Polak. Dit onderzoek bestaat uit vier onderdelen: registratie, interview, indien nodig stelt het ministerie nog een onderzoek in en als laatst wordt het volledige dossier beoordeeld. Wanneer dit alles heeft plaatsgevonden, krijgt de aanvrager te horen of die wel of niet in aanmerking komt voor de Basiszorgverzekering gesubsidieerd door de Staat. De voorziening is uitsluitend bedoeld voor degene die de premie niet zelf kunnen opbrengen.

Op de opmerking van Assembleelid Raymond Sapoen (coalitie) dat de vraag over urgente aanvragen niet is beantwoord, verschilt Polak van mening over het begrip urgentie. Sapoen haalt aan dat er onder andere zwangere vrouwen zijn die nog steeds wachten op de Basiszorgverzekering. De minister antwoordt hierop dat de vrouwen al eerder weten dat ze zwanger zijn en dus tijdig hun aanvraag moeten doen. Het is wel zo dat ook zij door de beoordeling moeten. Het ministerie onderzoekt ook bij hen hun financieel-economische situatie en dat van het gezin, alvorens de medische verzekering toe te wijzen.

Minister Polak zegt ook dat het ministerie niet wacht op wetgeving, maar ondertussen bezig is om daad bij woord te voegen als het gaat om het verlichten van het leed van de mensen met een beperking. Zo is het ministerie bezig om enkele van de volkswoningen zodanig aan te passen, zodat die toegewezen kunnen worden aan personen met een beperking. Over het eventueel verhogen van de uitkering zegt de minister dat die zeker de aandacht heeft van de regering. En dan niet alleen voor mensen met een beperking maar voor iedereen die de uitkering nodig heeft. Wel merkt Polak op dat het bestand vervuild is en dat het eerst opgeschoond moet worden. Het ministerie gaat daarom na, wat de ernst van de beperking is en of de betrokkene wel of niet in staat is om te werken. “We moeten beseffen dat we als burger een eigen verantwoordelijkheid hebben en we moeten deze verantwoordelijkheid ook dragen”, meent Polak.

Yvanka Ozir-Awailame