Colombia: Farc schort verkiezingscampagnes op

De gedemobiliseerde Colombiaanse rebellengroep Farc heeft haar politieke campagnes voor de komende verkiezingen opgeschort na bedreigingen van haar kandidaten. De Farc heeft in 2016 een vredesakkoord met de regering ondertekend en heeft vorig jaar aangekondigd dat zij een politieke partij vormde.

Demonstranten hebben echter haar campagnes verstoord, vooral die van leider Rodrigo Londoño, bekend als Timochenko. Hij gaat voor het presidentschap. De partij heeft vrijdag “veiligheidsgaranties” geëist voor haar kandidaten.

Farc was eerder bekend als de revolutionaire strijdkrachten van Colombia en voert campagne voor congres- en presidentsverkiezingen onder de naam Revolutionary Alternative Force for the Common People, met hetzelfde acroniem.

Op basis van de voorwaarden van de vredesovereenkomst is de Farc verzekerd van vijf zetels in elk van de twee kamers van het parlement. Vicepresidentskandidaat Imelda Daza vertelde de Colombiaanse Blu Radio dat de partij eiste dat de regering betere beveiliging zou bieden om "mobs" die Timochenko en andere kandidaten aanvielen en bedreigden, te voorkomen.

De Farc klaagde dat Timochenko is geconfronteerd met agressieve protesten en ruzies in de steden Cali, Armenië en Pereira. Daza beschuldigde rivaliserende partijen van het aanzetten tot de protesten voorafgaand aan parlementsverkiezingen op 11 maart en de presidentsverkiezingen op 27 mei. "Het zijn geen spontane demonstraties, het zijn acties met voorbedachte rade," zei ze.

Een andere Farc-leider, Pablo Catatumbo, zei dat de gesprekken met de nationale politie zouden plaatsvinden. Hij zei dat de partijleiders elkaar maandag weer zouden ontmoeten om "strategieën te heroverwegen en de situatie te analyseren".
Timochenko (59) werd in 2011 de leider van de Farc-rebellen. Correspondenten zeggen dat zijn kansen om president te worden minimaal zijn, omdat veel Colombianen niet graag zien dat een voormalige rebel hen vertegenwoordigt. Veel Colombianen hebben kritiek geuit op het vredesproces omdat ze Farc-leden in staat stellen zich kandidaat te stellen zonder dat ze enige gevangenisstraf hebben uitgezeten.

In de meer dan vijf decennia van gewapende conflicten tussen de Farc, regeringstroepen en rechtse paramilitairen zijn meer dan 260.000 mensen gedood.