Welzijn: Suriname kan veel leren van Nicaragua
30 Aug 2017, 06:22
foto
De Surinaamse delegatie die een bezoek bracht aan Nicaragua. Van l-r: Raymond Hasnoe, Sigmund Proeve, minister Ferdinand Welzijn, Marita Lautan-Wijnerman en Armand Zunder. (Foto: René Gompers)


Een hechte samenwerking tussen de overheid, het bedrijfsleven en de vakbeweging. Meer bronnen voor het nationale inkomen dan de mijnbouw alleen, fiscale voorzieningen voor lokale en buitenlandse ondernemers, toenemende exporten en een lange termijn ontwikkelingsplan waar het volk van op de hoogte is. Dit zijn enkele van de redenen voor het opbloeien van Nicaragua, een van de armste landen op het westelijk halfrond. Zaken waar Suriname veel van kan leren, stelt minister Ferdinand Welzijn van Handel, Industrie en Toerisme.

Welzijn heeft van 21 tot 25 augustus met een delegatie bestaande uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, ministerie van Financiën en de vakbeweging, deelgenomen aan een Exploratory Best Practices Mission in Nicaragua. De bewindsman heeft op een persconferentie de bevindingen van deze ‘business studie tour’ op een rijtje gezet. Dit deed hij samen met delegatieleden Raymond Hasnoe, voorzitter van de Vereniging van Surinaamse Winkeliers, Sigmund Proeve, namens het Bedrijfsleven vertegenwoordigd in de Sociaal Economische Raad, Marita Lautan-Wijnerman voor Financiën en Armand Zunder, namens de vakbeweging vertegenwoordigd in de Sociaal Economische Raad.

Nicaragua, een van de armste landen van Zuid-Amerika, maakt goede tijden door. Het land ervaart de laatste vier jaar een opleving, economisch, sociaal maatschappelijk, politiek en infrastructureel. Het land stijgt op de wereldranglijsten van onder andere veiligheid, economische groei en landen waar het goed investeren is. De economie is flink gediversifieerd; toerisme, textiel, diensten, vlees, kaas, goud, hout, olie zijn enkele van de producten die het land miljarden aan Amerikaanse dollars opbrengt. Het Midden-Amerikaanse land heeft hierdoor geen last van dalende wereldmarktprijzen van goud en aardolie. Tot 2009 leefde 43 procent van de bevolking nog onder de armoedegrens. In 2014 was het reeds teruggebracht beneden de 30 procent.

De delegatie is onder de indruk van het systeem, waarbij de overheid een faciliterende rol vervult en de particuliere sector op hoog niveau produceert. Voor buitenlandse investeerders worden er speciale voorzieningen getroffen. De arbeidsmarkt bestaat uit gericht getrainde krachten terwijl een minimumloon in samenspraak met het bedrijfsleven en de vakbeweging is vastgesteld en het volk “weet wat de visie op lange termijn is.”

Veel van de aangehaalde zaken zijn echter ook punten die hier te lande al eerder en vaker door verschillende groepen aan de overheid zijn voorgelegd. Zij hebben nu weinig vertrouwen in dialoog voeren met de huidige regering. Dialoog is de basis van het succes in Nicaragua, benadrukt de minister. Hij geeft aan dat er kansen zijn blijven liggen, maar dat er wel vooruitgang wordt geboekt. “Soms denken we dat we geen stap vooruit maken, maar we zijn misschien trager. Het traag zijn kan waarschijnlijk liggen aan de bevolkingssamenstelling, de politieke samenstelling, onze recente geschiedenis en wat we nu meemaken. Bevolkingssamenstelling neem ik ruim; hoeveel mensen hebben we, hoeveel resources hebben we, wat is ons ontwikkelingsniveau?”

“Wat wij nu zullen moeten doen is daadwerkelijk die stap vooruit maken, ook al is het een kleine stap,” roept Welzijn op. “Je ziet het al aan de samenstelling van de delegatie. Het bedrijfsleven en de vakbeweging zijn er nauw bij betrokken. We zullen sociale dialoog de toon moeten laten zetten voor nationale vooruitgang. Dus de samenstelling van de delegatie geeft een stukje garantie dat we met elkaar die stap vooruit zullen maken.”

René Gompers
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May