Het
05 Jun 2017, 08:22
Het incidentalisme en onze ontwikkeling
Van Incidentalisme is sprake wanneer het beleid in een organisatie of samenleving wordt gekenmerkt door een aaneenschakeling van allerhande incidenten, zonder dat gezocht wordt naar duurzame oplossingen daarvoor. Dat dit beleid niet gestoeld is op een lange termijn visie en niet leidt tot duurzame ontwikkeling spreekt voor zichzelf.

Al decennia lang is Suriname slachtoffer van deze wijze van 'besturen'. Langjarige projecten of programma’s zijn meer uitzondering dan regel. Als we denken aan dr. Ir. Frank E. Essed en zijn tijdgenoten dan weten wij dat het ooit anders was in Suriname.
Het incidenten van onze dagen vinden helaas als warme broodjes afzet bij de media. Het is volksvermaak nummer één, terwijl weinigen door hebben dat dit soort beleid niet veel verschilt van wat door de Romeinse dichter Juvenalis eeuwen geleden gekarakteriseerd werd als “brood en spelen”. Met het gevoerde “hap-snap beleid” gaan we structureel voorbij aan de wezenlijke oorzaken van de onderontwikkeling van Suriname.
Incidentalisme van alle soort
Zonder compleet te kunnen en willen zijn noem ik de volgende voorbeelden: Het niet (op tijd) uitbetalen van personen, bedrijven of instellingen die diensten hebben verricht voor of namens de overheid. De financiële steun aan sociale instellingen, die vaak te laat wordt uitgekeerd. Het regelmatig aftreden van ministers en het vele gepraat en geschrijf daarover, zonder de negatieve invloed daarvan op onze ontwikkeling voldoende in beschouwing te nemen. Het feit dat politici – toen ze in de oppositie zaten - stampij maakten als president Venetiaan een keertje niet in DNA was, maar nu muisstil zijn over de structurele afwezigheid in DNA van hun partijgenoot president Bouterse.
Maar ook kunnen wij denken aan de kritiek van de coalitie op de royale voorzieningen die president Venetiaan in 2010 dacht te moeten treffen voor de toen aftredende ministers. Daar wordt al jarenlang zeurderig over geklaagd, maar niemand stelt voor dit terug te draaien. Wel begrepen eigen belang?
Met zaken die de burger ten goede komen is dat weleens anders gelopen.
Als minister van Binnenlandse zaken heb ik na overleg en ondersteuning van het toenmalige hoofd van CBB Jules de Kom en de toenmalige Vicepresident Jules Wijdenbosch voorgesteld het CCB uittreksel af te schaffen. Ik had deze functionarissen kunnen overtuigen dat dit document achterhaald is en voor overbodige bureaucratie zorgt. De burger had overigens al decennia lang een door de overheid afgegeven ID-kaart om zich te identificeren. Nadat de ministerraad haar goedkeuring had gehecht aan dit voorstel ontving ik van vele zijden complimenten. Ik was echter nauwelijks afgetreden of de volgende regering voerde dit volksonvriendelijke en overbodige uittreksel weer in.
Er wordt vaak gegrapt over Surinaamse politieke “Landrovers”, maar toen Winston Wirth als jonge parlementariër zich sterk maakte – voor de aanname van de onroerend goedbelasting sneuvelde dit voorstel uiteindelijk vanwege anti- ontwikkelingskrachten in het parlement.
Min of meer hetzelfde lot zou uiteindelijk ook het GLIS (Geologische Landmeetkundig Instituut Suriname) ten deel vallen.
Er zijn enkele onder ons die onvoldoende oog hebben voor structurele oplossing. Recentelijk hoorde ik de parlementariër Rachied Doekhie op een vraag van een journalist over het steeds terugkerend wateroverlast in Suriname het volgende zeggen: We leven in mei/juni; en we hebben geleerd: ‘grote regentijd’… Ik maak het al 50/60 jaar mee…. 300 jaar terug was het zo en Ik kan u zeggen de komende jaren zal het ook zo zijn. … schrijf het op: ‘mei 2018 hebben we weer wateroverlast’, want na Gado wroko. … Het was zo, het is zo en het zal zo blijven. Als goed volksvertegenwoordiger vindt hij het jammer voor mensen die een beetje laag zijn gelegen m.b.t. bouw, wegen en straten. En natuurlijk kan hij niet nalaten in dat gesprek af te geven op de voormalige kolonisator. Na dit alles gehoord te hebben vroeg ik mij af of deze parlementariër ooit gehoord heeft van waterbeheersing.
Nederland heeft in 1953 een flinke overstroming gekend. Er werd kundigheid en geld ingezet en met man en macht werd er gewerkt om tot een oplossing te komen. Thans is Nederland een der gidslanden, zo niet het gidsland wat waterbeheersing betreft. Ze hebben getoond dat wat toen zo was nu niet meer zo hoeft te zijn. Overigens is het bekend dat Nederland onder de zeespiegel ligt. Maar het geeft kennelijk aan enkelen in ons land meer voldoening op de voormalige kolonisator te schelden dan van deze te leren. Notabene, terwijl Nederlands de enige taal is die vele van ons (redelijk) goed kunnen lezen, schrijven en/of spreken.
Alle plannen ten spijt schijnt de politiek vooral te excelleren in het hobbelen van incident tot incident, zonder de grondoorzaken op te sporen en weg te werken.
Humphrey Hildenberg als politieke exceptie
De voormalige minister van financiën Humphrey Hildenberg, die ons recentelijk voorgegaan is in het eeuwige leven, mag zeker als een exceptionele politicus worden beschouwd. Bij het noemen van zijn uitzonderlijke financieel monetaire prestaties moet zeker ook de naam van Andre Telting, de toenmalige president van de Centrale bank worden vermeld – met de kanttekening dat laatste geen politicus was. Na het overlijden van Hildenberg heb ik vele loftuitingen over deze persoon gehoord. Echter wat ik niet hoorde, noemen en wat ik zelf een van de meest gedurfde handelingen van hem en Telting vind is de wet, die kortweg bekend staat als de “wet op de staatsschuld”. Daar had je twee mannen die zo zeker van zichzelf en hun integriteit waren dat ze in deze wet strafbepalingen durfden op te nemen bij onzorgvuldig financieel/monetair beleid door hen gevoerd.
Dat zijn opvolger problemen had met het vastgestelde plafond pleit des te meer voor Hildenberg. Hij mag zeker een staatsman worden genoemd. Niet het winnen van de volgende verkiezingen was zijn doel, maar de meeste gunstige condities scheppen voor de huidige en toekomende generaties.
Het feit dat de ‘srd’ als wettigbetaalmiddel niet alleen werd geïntroduceerd, maar dat de bovengenoemd heren de intrinsieke waarde gedurende hun hele periode wisten te verdedigen pleit niet alleen voor hen, maar was een zegen voor de samenleving. Hopelijk dat onze huidige en toekomstige politici zijn voorbeeld volgen.
Hans Breeveld
Politicoloog.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May